Discussies op het scherp van de snede. Zo kenmerkt Saskia van Dun, inkoopmanager bij Anteryon, de beraadslagingen. Als lid van de jury voor zowel best knowledge als best logistics oordeelde zij mee over de finalisten in twee categorieën van de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards 2017.
Pittige discussies in de jury
De juryleden werden geacht in beide categorieën uit vijf finalisten uiteindelijk twee kandidaten voor de eindoverwinning te kiezen. In Best Logistics lukte dat, maar in Best Knowledge konden de vijf juryleden het niet eens worden over de derde afvaller. Wat voorzitter Henk Volberda ook probeerde, drie juryleden hielden vast aan de door hen voorgedragen kandidaat. ‘Ik begrijp dat wel’, zegt Saskia van Dun, die met haar eigen kandidaat zelf ook geen water bij de wijn wilde doen. ‘AAE, Masévon en Trios ontliepen elkaar echt niets. Natuurlijk waren er verschillen, maar waar de één wat slechter scoorde was hij op een ander punt beter. Na pittige discussies hebben we de knoop doorgehakt: laat de zaal maar beslissen. Dus zal veel afhangen van de pitch. Reken maar dat ik mijn best doe voor AAE. Ik ken het bedrijf al jaren. Eerst als toeleverancier bij mijn vorige werkgever en sinds enkele jaren als supplier van Anteryon. Ik ken weinig bedrijven die zo betrokken zijn. Geweldig ook hoe het team en de kinderen van de overleden directeur William Pijnenburg de draad hebben opgepakt.’
Beetje emotie
Geeft dat blijk van emotionele betrokkenheid? ‘Ja, hoewel objectieve criteria uiteraard bepalend zijn. Deze verkiezing draagt bij aan een hoger niveau van de Nederlandse maakindustrie, aan betere toeleveranciers. Het is echter ook een spel, waarin je graag wilt dat jouw kandidaat wint. En dus ga je het debat aan, haal je alles uit de kast. Je probeert de anderen te overtuigen. Daar komt toch wel een beetje emotie aan te pas.’
Van Dun liet zich graag overhalen om in de jury plaats te nemen. ‘Je krijgt de kans om met andere managers de diepte in te gaan. Je kijkt mee in de keuken van collega’s die je in de dagelijkse praktijk niet snel tegenkomt.
Wordt er dan nog wel geluisterd naar de argumenten van de andere juryleden? ‘Zeer zeker. Over verschillende beoordelingscriteria had ik nog amper nagedacht. Als inkoopmanager ben je toch vooral bezig met wat goed is voor jóuw bedrijf. Het kan geen kwaad te horen waar andere inkoopmanagers naar kijken, wat zij belangrijk vinden. En ja, dan moet je ook openstaan en durven toegeven dat een andere kandidaat beter is. Lastig, maar volgens mij is dat goed gelukt. Bij Best Logistics hadden wij onder meer een distributeur voorgedragen waar wij niet zo heel veel mee doen. Ik kon niet op elk onderdeel een complete beoordeling geven. Met de voorkeur voor twee anderen kon ik leven.’
Hoger niveau
Anteryon Optical Solutions ontstond in 2006, als spin-off van Philips. Het bedrijf ontwikkelt en produceert lenzen, lasermodules, spiegels, optisch-mechatronische modules en spectrometers voor machinebouwers wereldwijd. Bij ASML, bijvoorbeeld, is Anteryon first-tier supplier. Sinds vier jaar nomineert Van Dun kandidaten voor de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards. ‘Omdat wij onze suppliers best een compliment willen geven en we ervan overtuigd zijn dat competitie het niveau omhoog stuwt. De awards hebben in de loop der jaren aan status gewonnen. Als bestuurslid van NEVI (Nederlandse inkoopvereniging, red.) weet ik dat inkoopmanagers altijd de DISCA-kandidatenlijsten in Link Magazine bestuderen en zeker de finalisten scherp in het oog houden. Ook wij houden onze ogen open. Voor nieuwe projecten moet je soms op zoek naar een specialist. Dan is het prettig om de lijsten erbij te nemen, omdat je weet dat andere bedrijven tevreden zijn en de finalisten aan de hand van strenge criteria zijn beoordeeld. Dat maakt een eerste keuze makkelijker.’
Onbekende pareltjes
Van Dun liet zich graag overhalen om in de jury plaats te nemen. ‘Je krijgt de kans om met andere managers de diepte in te gaan. Je kijkt mee in de keuken van collega’s die je in de dagelijkse praktijk niet snel tegenkomt. Verder maak ik kennis met bedrijven waarvan ik nog amper gehoord had. Er zitten nog zoveel onbekende pareltjes in die Nederlandse maakindustrie. Concreet kwam ik één genomineerd bedrijf tegen waarmee we binnenkort een afspraak gaan maken.’ Wat haar betreft zijn de verkiezingen onderhand toe aan een bredere belangstelling. ‘Ik mis nog te veel maakbedrijven in de lijsten. Oem’ers zouden meer mogen nomineren. De DISCA is een mooi platform voor samenwerking en ik denk dat we het daarvan moeten hebben in Nederland. Meer kennis uitwisselen, meer projecten samen oppakken; alleen zo kunnen we blijven concurreren met andere landen, zoals China.’