Een jaar geleden bereikte de Koninklijke Metaalunie Economische Barometer de hoogste stand (38%) na de crisis van eind 2008. Vier kwartalen verder staat de Barometer nu op 21%. In vergelijking tot het vierde kwartaal van 2018 zijn de realisaties afgenomen. Dit betreft zowel de binnen- als buitenlandse orderportefeuille als ook het bedrijfsresultaat. Ook de waardering van de orderportefeuille is afgenomen ten opzichte van het vorige kwartaal. De verwachtingen voor het tweede kwartaal liggen daarentegen weer hoger dan een kwartaal terug.
Ondanks verdere afvlakking van groei in Q1
Bij 20% van de bedrijven is de werkgelegenheid in het eerste kwartaal verder toegenomen. Voor het eerst in bijna vijf jaar zijn er per saldo meer bedrijven waarbij het aantal medewerkers op flexibele contracten is afgenomen. Het aantal bedrijven dat de verkoopprijzen heeft weten te verhogen, is groter dan in het vorige kwartaal maar beduidend lager dan een jaar geleden. Relatief veel bedrijven passen hun verkoopprijzen aan het begin van het jaar aan. De winstgevendheid ligt in het eerste kwartaal op hetzelfde niveau als een kwartaal eerder.
Orderpositie binnenland – In het eerste kwartaal van 2019 is de orderpositie binnenland verder afgevlakt. In het hele MKB-metaal zijn er nog steeds meer bedrijven waarbij de orderportefeuille is toegenomen, dan er bedrijven zijn waar deze is afgenomen. Maar de groei is toch aanzienlijk lager dan bijvoorbeeld drie kwartalen geleden. Toen nam bij de helft van de bedrijven de binnenlandse orderportefeuille toe tegenover 9% waarbij deze afnam. In het eerste kwartaal van 2019 is bij 30% van de bedrijven de orderportefeuille gegroeid terwijl deze bij ruim 20% afnam.
Ondernemers zijn nog redelijk tevreden over hun binnenlandse orderpositie. 42% van de respondenten geeft aan tevreden te zijn over de orderpositie. Slechts 8% van de respondenten geeft aan ontevreden te zijn over deze orderpositie. In het vorige kwartaal was het aantal ondernemers dat een toename van de orderpositie verwachtte, nagenoeg gelijk aan het aantal ondernemers dat een afname verwachtte. Aan het einde van het eerste kwartaal hebben de optimisten weer licht de overhand. 23% verwacht in het tweede kwartaal een toename van de orderpositie, terwijl 18% een afname ervan verwacht. De gemiddelde totale orderportefeuille in weken is licht afgenomen van 9,4 naar 9,2 weken.
Orderpositie buitenland – Bij 30% van de exporterende bedrijven is de orderpositie buitenland toegenomen, terwijl deze bij 15% is afgenomen. Per saldo is dat +15%. Een kwartaal eerder was dit per saldo +24% maar een halfjaar eerder +12%. Terwijl de ontwikkeling van de binnenlandse orderpositie over het algemeen redelijk gelijkmatig gaat, schommelt die van de buitenlandse orderpositie veel meer.
Vier op de tien ondernemers geeft aan positief te zijn over de orderpositie, terwijl maar 8% aangeeft niet tevreden te zijn. In het vierde kwartaal waren de verwachtingen over de orderportefeuille voor het eerste kwartaal van 2019 beduidend minder positief dan in voorliggende kwartalen. De verwachtingen voor de buitenlandse orderpositie voor het tweede kwartaal van 2019 zijn weer wat positiever. Vorige kwartaal per saldo 16%, nu is dat percentage opgelopen tot 25%.
Verkoopprijzen – In het vierde kwartaal wist 31% van de bedrijven de verkoopprijzen te verhogen, terwijl 3% de verkoopprijzen heeft verlaagd. Afgezet tegen het vierde kwartaal van 2018 is dat een toename. Een jaar geleden verhoogde 36% van de bedrijven hun verkoopprijzen.
Personeel – Bij de respondenten werken gemiddeld 22,4 medewerkers waarvan 2,7 flexibele krachten. De verhouding inleenkrachten ligt hiermee op 12%, iets hoger dan de afgelopen jaren waarin dit percentage schommelde rond de 10 tot 11%. Het aantal medewerkers met een flexibele arbeidsovereenkomst nam iets toe. Het aantal bedrijven dat flexibele medewerkers in dienst heeft, nam in het eerste kwartaal iets af. Bij 8% was er sprake van toename van flexibel personeel, terwijl er bij 11% sprake was van een afname. Vergelijkbaar met de voorgaande kwartalen is bij een op de vijf bedrijven het aantal vaste medewerkers toegenomen, terwijl bij 7% van de bedrijven het aantal medewerkers met een vast contract is afgenomen.
Het aantal bedrijven dat vacatures heeft uitstaan is licht afgenomen. Nu is nog 43% van de bedrijven opzoek naar nieuw personeel. Gemiddeld hebben deze bedrijven 2,3 vacatures openstaan. Afgezet tegen alle medewerkers hebben de respondenten voor meer dan 5% van hun personeelsbestand aan vacatures open staan. Nadat in het vorige kwartaal ondernemers aangaven nog nooit zoveel moeite hadden om geschikt personeel te vinden, lijkt deze trend in het eerste kwartaal gekeerd. Op de vraag hoeveel vacatures men het komende kwartaal verwacht in te vullen, geeft de sector aan dat dit 85% is van de uitstaande vacatures. Een kwartaal geleden was dit nog 67%.
Bedrijfsresultaat – Na een hoogtepunt in het eerste kwartaal van 2018 is het bedrijfsresultaat langzaam afgenomen. In het eerste kwartaal is bij een kwart van de respondenten het bedrijfsresultaat toegenomen terwijl dit bij 21% is afgenomen. De waardering van het bedrijfsresultaat is in het eerste kwartaal ook iets lager dan in de voorgaande kwartalen, zij het dat nog steeds de helft van de respondenten aangeeft tevreden te zijn met het bedrijfsresultaat. Slechts 5% van hen zegt ontevreden te zijn over het bedrijfsresultaat.
Ook voor het bedrijfsresultaat verwacht het MKB-metaal een beter tweede kwartaal. Per saldo verwacht nu 19% een beter bedrijfsresultaat. Dit was in het vierde kwartaal slechts 4%. 23% van de respondenten verwacht een toename van het bedrijfsresultaat. Eén op de tien bedrijven verwacht een lager bedrijfsresultaat in het tweede kwartaal van 2019. Het aantal bedrijven dat zegt winst te maken, ligt in het eerste kwartaal op een vergelijkbaar niveau als dat van het vierde kwartaal. Bijna driekwart van de bedrijven geeft aan winst te hebben gemaakt tegenover 6% dat aangeeft verlies te maken.
Investeringen in het machinepark – De afname die in het tweede kwartaal van 2018 is ingezet, zet zich niet door in het eerste kwartaal van 2019. In het vierde kwartaal gaven iets meer ondernemers aan het komende halfjaar minder te zullen gaan investeren, in het eerste kwartaal is de investeringsverwachting in evenwicht. Er zijn net zoveel bedrijven die denken meer te gaan investeren als bedrijven die denken minder te gaan investeren.
Realisatie, waardering en verwachting – De waardering van de orderportefeuille ligt in het eerste kwartaal van 2019 nog steeds op een redelijk niveau maar neemt nu wel snel af. Per saldo (positieve verminderd met de negatieve reacties) zegt 38% van de ondernemers aan tevreden te zijn over de orderpositie. De ontwikkeling van de orderpositie in het eerste kwartaal ten opzichte van het vierde kwartaal van 2018, neemt conform de verwachtingen van het vorige kwartaal, minder hard toe.
De meest opvallende uitkomst van de Metaalunie Economische Barometer zijn de verwachtingen ten aanzien van het volgende kwartaal. Na drie maanden van afname van de groei verwacht het MKB-metaal een beter tweede kwartaal. Dit geldt zowel voor de orderpositie (binnen en buitenland) als voor het te verwachten bedrijfsresultaat. Ook zijn er minder negatieve verwachtingen ten aanzien van investeringen in het machinepark.