Hightech machine- en systeembouwer Mevi timmert flink aan de weg. Het Helmondse bedrijf heeft een nieuwe cleanroom gebouwd en zijn activiteiten in België en Tsjechië uitgebreid. ‘We willen de synergie tussen onze Nederlandse, Belgische en Tsjechische vestigingen zo optimaal mogelijk benutten’, zegt directeur Jacco Colen. ‘Daarnaast zijn we continu in gesprek met onze toeleveranciers en opdrachtgevers om ervoor te zorgen dat we de meest geschikte onderdelen kunnen gebruiken in onze machines.’
Mevi heeft al meer dan 25 jaar een eigen vestiging in het Tsjechische Zlín. ‘We zijn in 1998 gestart in Tsjechië’, vertelt directeur Jacco Colen. ‘De start verliep wat moeizaam. Het was bijvoorbeeld moeilijk om een bankrekening te openen en ook de taalbarrière was soms lastig. Maar inmiddels draait de vestiging goed. We hebben een Nederlandse directeur met Westerse ideeën aan het roer en er staat een multifunctionele organisatie met 45 medewerkers.’ Daarnaast heeft Mevi nog een productielocatie in het Belgische Overpelt. Het hoofdkantoor zit in Helmond, waar het bedrijf ook een eigen engineeringbureau heeft.
Kwetsbare ketens
In totaal werken er zo’n 120 mensen bij Mevi. Het bedrijf is zich de afgelopen jaren steeds meer gaan specialiseren in machine- en modulebouw voor oem’ers. Colen: ‘We produceren een aantal onderdelen in Tsjechië, terwijl de engineering en overige werkzaamheden vooral in Nederland en België plaatsvinden.’
‘We maken tegenwoordig wel afspraken met klanten over back-ups of alternatieven voor sommige unieke onderdelen’
Colen geeft aan dat het voor maakbedrijven tegenwoordig vooral belangrijk is om de keten op lokaal niveau op orde te hebben. ‘De voorbije jaren hebben we gezien dat supplychains kwetsbaar kunnen zijn. Zeker wanneer je voor bepaalde onderdelen grotendeels afhankelijk bent van partijen die aan de andere kant van de wereld zitten. Dat maakt je als bedrijf kwetsbaar.’ Verder verliezen de oude voordelen van offshoring langzamerhand hun waarde, ziet Colen. ‘Ook de loonkosten in bijvoorbeeld China komen steeds hoger te liggen.’ Daarnaast zorgt de veranderende wet- en regelgeving van de Europese Unie ervoor dat bedrijven de banden met hun toeleveranciers steeds meer aanhalen. Denk aan de Corporate Sustainability Reporting Directive, de Critical Raw Materials Act en de Net-Zero Industry Act, die erop zijn gericht om de productie van schone technologieën in de EU op te schalen. ‘Alleen door een goede samenwerking met hun toeleveranciers kunnen fabrikanten erin slagen om aan alle voorwaarden te voldoen.’
KIantspecifiek
Mevi bestaat al sinds 1967. ‘Onze vader is destijds gestart met een eenmanszaak in Mierlo-Hout. Hij richtte zich vooral op het bewerken van hardmetaal en de productie van gereedschappen, en wist het bedrijf stapje voor stapje verder uit te bouwen. In 1995 hebben mijn zus Fabine en ik het bedrijf overgenomen. Op dat moment werkten er zo’n 18 mensen. Dat aantal is in de afgelopen jaren flink gegroeid.’ Jacco Colen is general manager, Fabine Colen is financial manager.
Broer en zus Colen kozen ervoor om dus ook vestigingen in België en Tsjechië te openen. In 2008 werd een tweede vestiging in Helmond gerealiseerd, voor engineering en assemblage. ‘De vraag van klanten naar onze diensten en producten werd steeds groter. Omdat Philips Beeldbuizen in Eindhoven begin jaren ’90 met nieuwe fabrieken startte, was het op dat moment moeilijk om in deze regio de juiste medewerkers te vinden. Maar in België konden we snel een fabriek opzetten en direct aan de slag. De Tsjechische vestiging hebben we destijds gerealiseerd in samenwerking met een toenmalige directeur van een leverancier van ons bedrijf, met het doel om een aantal werkzaamheden te kunnen uitbesteden.’ Inmiddels richt Mevi zich met name op de productie van klantspecifieke modules en -machines voor bedrijven in de food, de medische industrie, de semicon en de hightech industrie, en op parts en prototypen.
Langere levertijden
Colen geeft aan dat de Covid-crisis voor veel maakbedrijven een uitdagende periode was. ‘Vooral omdat niemand wist hoe lang het ging duren, hielden veel bedrijven de hand op de knip. Wij konden gelukkig redelijk goed doordraaien, maar kregen voor een aantal onderdelen ook te maken met langere levertijden. Dat hebben we ook altijd besproken met onze klanten.’ Zo’n tachtig procent van de projecten wist Mevi op tijd af te ronden. Die andere twintig procent duurde dan wat langer. ‘Maar doordat de hele wereld te maken had met Covid, begreep iedereen ook wat er aan de hand was. Inmiddels liggen die problemen grotendeels achter ons.’
Mevi heeft lering getrokken uit deze periode, stelt Colen. ‘We hebben het goed overleefd en na Covid was er ook een inhaalslag, doordat klanten weer durfden te investeren. Omdat we unieke producten maken in kleine oplages, willen onze klanten de nieuwste versies van onderdelen in een machine. We hebben daarom bijna niks op voorraad. Maar we maken tegenwoordig wel afspraken met klanten over back-ups of alternatieven voor sommige unieke onderdelen. Verder geven we in voorbesprekingen met klanten aan waarom ze in sommige gevallen beter kunnen kiezen voor gestandaardiseerde producten in plaats van ‘vreemde’ producten. Ook hebben we het erover waar we mogelijk problemen kunnen tegenkomen in het productieproces. We vinden het belangrijk om continu in gesprek te blijven met leveranciers en opdrachtgevers, zodat we van elkaar weten wat er speelt.’
Fijnmechanica
Colen is positief over de samenwerking met oem’ers. ‘Natuurlijk is het belangrijk om de ontwikkelingen in de markt goed in de gaten te houden en ondernemen brengt altijd risico’s met zich mee’, meent de Mevi-directeur. ‘Maar we hebben goede contacten met onze klanten en werken goed met hen samen. We richten ons met name op de ontwikkeling van nieuwe projecten en producten. Vaak komen daar behoorlijke investeringen bij kijken.’
De komende tijd wil Mevi zich verder ontwikkelen in de farmaceutische sector en dan met name op het gebied van equipment. ‘Daarnaast zien we in de foodsector dat bedrijven steeds meer inzetten op verduurzaming. Ook daar willen we op inspelen.’ Mevi moet het hebben van opdrachten in de fijnmechanica. ‘We hebben een aantal mooie klanten in de hightech sector, maar merken ook dat er sprake is van een verbreding van onze klantenkring. We doen steeds meer projecten en maken complexe producten voor andere bedrijven. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst.’ Vooruitkijken blijft altijd moeilijk. ‘Maar door met beide benen op de grond te blijven staan, lukt het ons al meer dan vijftig jaar om succesvol te zijn.’