Ten opzichte van het eerste kwartaal is de groei van de binnenlandse orderportefeuille van het MKB-metaal in het tweede kwartaal iets toegenomen. De groei van de orderportefeuille buitenland is gelijk gebleven. Voor het derde kwartaal wordt voor de binnenlandse orderpositie een vergelijkbare groei verwacht. De groei van de buitenlandse orderpositie wordt duidelijk lager ingeschat. Dit zijn de belangrijkste uitkomsten van de Economische Barometer van Koninklijke Metaalunie over het tweede kwartaal van 2019.
Van de respondenten geeft aan het einde van het tweede kwartaal 44% aan positief te zijn over zowel de binnenlandse- als de buitenlandse orderpositie, net iets positiever dan aan het einde van het eerste kwartaal. Net als in de twee voorgaande kwartalen werken er ook eind juni bij een op de vijf bedrijven meer medewerkers dan het kwartaal ervoor. Bij 8% van de bedrijven werkte juist minder mensen. Een beperkt aantal bedrijven heeft de verkoopprijzen in het afgelopen kwartaal verhoogd. De positieve waardering van het bedrijfsresultaat komt tot uitdrukking in de winstgevendheid van de bedrijven. Al een jaar lang geeft ongeveer driekwart van de bedrijven aan winst te maken tegenover 6% dat verlies maakt. Over de te verwachten investeringen is het MKB-metaal minder positief.
Orderpositie binnenland – In het tweede kwartaal van 2019 is de groei van de binnenlandse orderpositie, in tegenstelling tot de drie voorafgaande kwartalen iets toegenomen. Bij 28% van de bedrijven is de orderportefeuille binnenland toegenomen (hetzelfde als in het eerste kwartaal), terwijl deze bij 16% is afgenomen (was 21%).
Ondernemers in het MKB-metaal zijn over het algemeen tevreden over hun binnenlandse orderpositie. De score hier ligt iets lager dan in het eerste kwartaal. 44% is tevreden, eveneens 44% beoordeeld de binnenlandse orderportefeuille als neutraal en 13% is ontevreden (was 8%). De verwachtingen voor het volgende kwartaal zijn vergelijkbaar met een kwartaal geleden. Een op de vijf ondernemers verwacht een toename van de orderpositie terwijl 13% een afname verwacht. Onder de respondenten is de gemiddelde totale orderportefeuille in weken licht afgenomen van 9,2 na afloop van het eerste kwartaal naar 9,0 weken nu.
Orderpositie buitenland – Van de respondenten geeft 53% aan te exporteren. 11% van de respondenten exporteert tot 10% van hun omzet. De overige 42% exporteert gemiddeld 42% van hun omzet. Terwijl de groei van de binnenlandse orderpositie in het tweede kwartaal iets toenam, is deze voor de buitenlandse orderpositie nagenoeg gelijk aan die van het eerste kwartaal. Bij 31% van de exporterende bedrijven is de orderpositie buitenland toegenomen, terwijl deze bij 15% is afgenomen (was 29 om 13%). Per saldo is dat voor beide kwartalen +15%. Net als bij de binnenlandse orderpositie geldt voor de buitenlandse orderpositie dat deze nog steeds positief gewaardeerd wordt door de exporterende metaalondernemers. 44% geeft aan positief te zijn over de orderpositie, de helft is neutraal en slechts 6% is ontevreden over de orderpositie buitenland.
De verwachtingen voor het derde kwartaal zijn minder positief. Nog steeds zijn er meer ondernemers die een toename verwachten dan er ondernemers zijn die een afname van de orderintake verwachten maar het verschil wordt kleiner. Verwachtte het vorige kwartaal per saldo een kwart van de exporteurs een beter volgend kwartaal, nu is dat percentage afgenomen tot 14%.
Verkoopprijzen – In de afgelopen jaren wisten veel bedrijven in het MKB-metaal hun verkoopprijzen te verhogen. Voor een belangrijk deel was dit nodig om de toegenomen inkoopprijzen te compenseren. In het tweede kwartaal van 2019 is het aandeel bedrijven dat de verkoopprijs verhoogd heeft, afgenomen van 31 naar 14%. Deze afname wordt voor een deel verklaard door de lagere inkoopprijzen aan het eind van het eerste en in het tweede kwartaal van 2019.
Personeel – Bij de respondenten werken gemiddeld 23,9 medewerkers waarvan 3,6 flexibele krachten. De verhouding inleenkrachten ligt hiermee op 15%, hoger dan de afgelopen jaren waarin dit percentage schommelde rond de 11%. Vergelijkbaar met de voorgaande kwartalen is bij een op de vijf bedrijven het aantal vaste medewerkers toegenomen, terwijl bij 8% van de bedrijven het aantal medewerkers met een vast contract is afgenomen.
Het aantal bedrijven dat vacatures heeft uitstaan, ligt ook nu weer rond de 45%. Gemiddeld hebben deze bedrijven 2,4 vacatures openstaan. Afgezet tegen alle medewerkers hebben de respondenten voor 4,7% van hun personeelsbestand aan vacatures open staan. Van de oppervlaktebehandelingsbedrijven geeft bijna driekwart van de respondenten aan medewerkers te zoeken. Bij de overige sectoren varieert dit tussen de 40 en 50%. Op de vraag hoeveel vacatures men het komende kwartaal verwacht in te vullen, geeft de sector net als in het eerste kwartaal aan dat dit 85% is van de uitstaande vacatures. Ondernemers verwachten een belangrijk deel van de vacatures niet in te kunnen vullen.
Bedrijfsresultaat – De ontwikkeling van het bedrijfsresultaat fluctueert de afgelopen kwartalen. Nu geeft per saldo 13% van de ondernemers aan een beter bedrijfsresultaat te hebben behaald tegenover 3% een kwartaal eerder. Positieve uitschieters zijn de aan de bouw toeleverende bedrijven met per saldo 35% betere bedrijfsresultaten. De waardering van het bedrijfsresultaat is in het tweede kwartaal weer iets toegenomen ten opzichte van het eerste kwartaal maar ligt in het tweede kwartaal historisch gezien nog steeds hoog. 50% nu tegen gemiddeld 28%. 7% van de respondenten geeft aan ontevreden te zijn over het bedrijfsresultaat.
De verwachtingen ten aanzien van het bedrijfsresultaat voor het derde kwartaal zijn lager dan in het tweede kwartaal. Uiteraard kan dit worden veroorzaakt door de ‘dure’ vakantieperiode. Per saldo geeft nu 9% aan een beter bedrijfsresultaat te verwachten. Dit was in het eerste kwartaal 19%. Het aantal bedrijven dat aangeeft winst te maken ligt in het tweede kwartaal met 75% op een vergelijkbaar niveau als de voorgaande kwartalen. Een op de vijf bedrijven draait break-even en 6% maakt verlies.
Investeringen in het machinepark – In het tweede kwartaal geven weer net iets meer ondernemers aan het komende halfjaar minder te zullen gaan investeren in hun machinepark. 21% verwacht meer te gaan investeren tegen 28% die aangeeft minder te zullen gaan investeren.