Metaalunie: Bedrijven met een gemiddelde van 17,5 mensen in dienst, verwachten in het vierde kwartaal stabilisatie van de omzet.

0

Uit de derde Koninklijke Metaalunie Economische Barometer van dit jaar, blijkt dat de orderpositie bij alle sectoren per saldo nog steeds afneemt. De afname is minder dramatisch dan in het tweede kwartaal. Vooruitkijkend naar het vierde kwartaal verwacht de sector nagenoeg een stabilisatie van de omzet, wel op een veel lager niveau dan een jaar geleden.  

Bij een op de zeven bedrijven werkt minder mensen dan een kwartaal geleden. Daar staat tegenover dat nog steeds een kwart van de bedrijven opzoek is naar nieuw personeel. Ook dit kwartaal zijn het de metaalwaren- en de verspanende bedrijven die gemiddeld slechter presteren, terwijl de toeleveranciers aan de bouw en de onderhoudsbedrijven bovengemiddeld presteren.     

Orderpositie binnenland – Aan het einde van het eerste kwartaal hadden de meeste bedrijven in het MKB-metaal nog maar weinig last van een daling van de orderportefeuille. In het tweede kwartaal werd duidelijk dat ook onze sector hard geraakt werd door het coronavirus. Meer dan de helft van de bedrijven gaf na het tweede kwartaal aan te maken te hebben met een afname van de orderportefeuille. Na het derde kwartaal is er nog steeds sprake van een afname, maar op een iets lager niveau. Nu geeft 42% van de respondenten aan te maken te hebben met een afname van de orderpositie, terwijl deze bij 21% is toegenomen ten opzichte van het vorige kwartaal.  

De waardering van de binnenlandse orderpositie is iets afgenomen ten opzichte van het tweede kwartaal. Toen gaf per saldo 4% van de respondenten aan ontevreden te zijn over de binnenlandse orderpositie. Aan het einde van het derde kwartaal is dit opgelopen tot per saldo 9%. 21% is tevreden terwijl 30% ontevreden is, bij de rest (49%) is de waardering neutraal. Voor het vierde kwartaal van 2020 verwachten ongeveer evenveel ondernemers een toename van de binnenlandse orderpositie als dat er ondernemers zijn die een afname verwachten. 46% geeft aan in het vierde kwartaal een gelijkblijvende orderpositie te verwachten. Dit is een veel optimistische verwachting dan de twee voorliggende kwartalen. Toen verwachtte per saldo 64% en 12% van de bedrijven een krimp van de binnenlandse orderpositie, terwijl dit nu 2% is.  

De gemiddelde orderportefeuille in weken is iets verder afgenomen ten opzichte van het tweede kwartaal. In het tweede kwartaal van 2020 was deze 7,8 weken en deze is aan het einde van het derde kwartaal afgenomen tot 7 weken. 

Orderpositie buitenland – Van de respondenten geeft 49% aan te exporteren, 14% exporteert tot 10% van hun omzet en 54% exporteert niet. Van de bedrijven die meer dan 10% van hun omzet exporteert, is het exportaandeel gemiddeld 42%. 

De antwoorden op de vragen over de buitenlandse orderpositie zijn minder negatief of zelfs positiever dan die over de binnenlandse orderpositie en zeker minder negatief dan een kwartaal geleden. Bijna 40% van de exporterende bedrijven geeft aan dat de orderportefeuille buitenland is afgenomen ten opzichte van een kwartaal eerder. Na het tweede kwartaal gold dit voor 60% van de exporterende bedrijven. Bij 23% van hen is de orderpositie buitenland toegenomen. Vergeleken met die van de binnenlandse orders is ook de waardering van de orderpositie buitenland minder negatief dan in het tweede kwartaal. 28% van de bedrijven is tevreden over de orderpositie buitenland, 36% is neutraal en 36% oordeelt negatief.

Over de ontwikkeling van de buitenlandse orderportefeuille voor het vierde kwartaal zijn meer bedrijven positief dan negatief. 28% van de exporterende bedrijven verwacht het komende kwartaal een verslechtering, terwijl 36% van hen een verbetering verwacht.

Verkoopprijzen – Uit de vorige Economische Barometer is gebleken dat de terugvallende orderpositie een uitwerking heeft op de prijsontwikkeling. Voor het eerst in vier jaar tijd hebben meer bedrijven de verkoopprijzen verlaagd dan bedrijven die de verkoopprijzen verhoogden. In het derde kwartaal is daar bijna geen verandering in gekomen. 5% van de bedrijven heeft de verkoopprijzen in het tweede kwartaal verhoogd tegenover 13% die het verlaagde. Bij de overige 82% van de bedrijven zijn ze gelijk gebleven. Net als in het tweede kwartaal hebben relatief veel constructie- en lasbedrijven de verkoopprijzen verlaagd (23%).

Personeel – Bij de respondenten van deze Economische Barometer werken gemiddeld 17,3 mensen, 15,9 medewerkers met een vast contract en 1,4 met een flexibel contract. 14% van de respondenten geeft aan dat zij aan het einde van het derde kwartaal minder vaste medewerkers in dienst heeft dan een kwartaal eerder. Dit was na afloop van het tweede kwartaal bij 20%. Van deze afname in het derde kwartaal is dit in ruim 20% van de gevallen gepaard gegaan met gedwongen ontslagen. Dit is bij bijna 3% van alle respondenten. Bij 8% van de bedrijven waren er meer vaste medewerkers in dienst dan drie maanden eerder. De afname van flexibel personeel is aanmerkelijk minder dan in het tweede kwartaal. Het aantal flexibele krachten is bij 13% van de bedrijven afgenomen (was 20%), terwijl dit bij 9% van de bedrijven is toegenomen (was 5%).

Het aantal bedrijven dat vacatures heeft uitstaan, was in het eerste kwartaal van dit jaar 40%. In het tweede en derde kwartaal is dit ruim 25% van alle bedrijven. Gemiddeld heeft 27% van de bedrijven 1,9 vacatures openstaan. Afgezet tegen alle medewerkers hebben de respondenten gemiddeld voor 2,9% van het personeelsbestand aan vacatures openstaan. Ten opzichte van het afgelopen halfjaar verwachten ondernemers dat het moeilijk zal zijn de openstaande vacatures in te vullen.

Bedrijfsresultaat – De verdere afname van de orderportefeuille resulteert in een verdere afname van het bedrijfsresultaat. Net als bij de orderpositie geldt ook hierbij dat de afname minder hard gaat dan in het tweede kwartaal. 38% van de bedrijven geeft aan een slechter bedrijfsresultaat te hebben behaald (was 46%) dan een kwartaal eerder. Bij 21% van de bedrijven is dit juist toegenomen (was 15%).

De waardering van het bedrijfsresultaat is in het derde kwartaal nagenoeg hetzelfde als over het tweede kwartaal. 25% van de bedrijven is tevreden, terwijl 21% aangeeft ontevreden te zijn over het bedrijfsresultaat. De rest antwoordt neutraal. De verwachtingen voor het vierde kwartaal wat betreft het bedrijfsresultaat zijn bijna gelijk aan die van een kwartaal eerder. Vorig kwartaal gaf per saldo 4% van de respondenten aan een slechter bedrijfsresultaat te verwachten, nu geeft per saldo 1% van hen aan een beter resultaat te verwachten. Ook de ontwikkeling van de winst komt overeen met die van het tweede kwartaal. De helft van de bedrijven maakt winst, 30% draait break-even en 20% maakt verlies.

Blijf op de hoogte van nieuws uit de industrie, Lees Link magazine digitaal of vraag een exemplaar aan info@linkmagazine.nl

Investeringen in het machinepark – Na het eerste kwartaal van 2020 gaf per saldo nog 60% van de bedrijven aan dat zij het komende halfjaar minder zal investeren in machines. Na het tweede en nu het derde kwartaal is dit afgenomen tot per saldo 33%. 

Realisatie, waardering en verwachting

De Economische Barometer is in drie groepen vragen verdeeld: realisatie, waardering en verwachting. Het antwoord op alle vragen die betrekking hebben op ‘realisaties’ zijn in het derde kwartaal minder negatief beantwoord dan in het kwartaal ervoor. De antwoorden op de vragen die betrekking hebben op ‘waardering’ liggen per saldo nagenoeg op hetzelfde niveau als de vorige twee kwartalen. De grote neergang van de antwoorden die betrekking hebben op ‘verwachtingen’ zijn aanmerkelijk minder negatief dan aan het einde van het eerste kwartaal.

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Verified by ExactMetrics