Selmers, Yellax en The Collective hebben de afgelopen tijd een mooie driehoeksverhouding opgebouwd, zoals algemeen directeur Theo Klaassen van Yellax het noemt. Ze doen samen een aantal projecten rondom Model Based Systems Engineering (MBSE): denken en ontwerpen op systeemniveau, zodat er een toekomstbestendig ontwerp uitkomt dat helemaal consistent en traceerbaar is en blijft.
‘Het is twee stappen naar voren en eentje terug’
‘Systeemengineering: is het de zoveelste modetrend in de wereld van engineering?’, schrijft Yellax uit IJsselstein uitdagend op zijn website. ‘Een methode die ter harte is genomen door slechts een select gezelschap? Of betreft het hier daadwerkelijk een vernieuwende aanpak die breder toepasbaar is?’ Yellax vindt uiteraard het tweede. ‘Wij helpen industriële bedrijven met het standaardiseren en structureren van hun processen en automatisering’, zegt algemeen directeur Theo Klaassen. ‘Daarbij onderzoeken we ook de volwassenheid van ontwerpprocessen bij organisaties. Machinebouwers hebben een portfolio aan machines, waarin veel variatie zit. Hoe ziet een beheersbaar, toekomstbestendig ontwerpproces eruit? We hebben intensief gekeken naar geschikte methoden en kwamen uit op modelgebaseerd werken. Dus niet documentgebaseerd, aan de hand van talloze spreadsheets en tekstbestanden, maar een methode waarbij je echt een stap verder gaat. En waarbij integraal samenwerken vooropstaat.’
Verschil maken
Adviesbureau The Collective uit Zwijndrecht is helemaal gespecialiseerd in dat modelgebaseerd werken. Ze hebben er veel ervaring mee binnen de water- en infrasector. Yellax benaderde ze om samen te kijken wat MBSE in de machinebouw voor verschil kan maken. Ontwerp- en productieprocessen zijn steeds complexer geworden door de mix van elektronica, mechatronica en software. Korte levertijden zijn cruciaal. En klanten vinden traceability van componenten steeds belangrijker, ook gedreven door EU-wetgeving.
‘Het vastleggen van alle keuzes kan heel waardevol zijn’
Bij MBSE staat de meest actuele systeeminformatie van bijvoorbeeld een machine op één plek. Alle betrokken partijen – fabrikant, toeleveranciers én klant – putten uit die ene bron. Er is één overkoepelende modelbeschrijving die alle mogelijke disciplines, eisen, functies en de logische en fysieke architectuur van een ontwerp omvat. In het robuuste model worden alle stadia van de life cycle steeds up-to-date gehouden.
Consultant en manager design Jan de Liefde van The Collective: ‘Bij veel bestaande ontwerpen zijn ooit allerlei keuzes gemaakt, maar het is vaak niet meer terug te vinden wat er is gebeurd en waarom. Dat is misschien niet erg, maar als je iets wilt wijzigen, verbeteren of aantonen, is dat wel degelijk van belang.’ Samenwerken met alle betrokken partijen en disciplines in de maakketen vraagt een systeemmatige, eenduidige manier van denken, doen en vastleggen.
Ruimte voor verbetering
Selmers in Beverwijk, fabrikant en systeemintegrator van – steeds meer modulair opgebouwde – machines en proceslijnen voor het stralen en coaten van pijpen, buizen en profielen, is vaste klant van Yellax. Tijdens een gesprek met algemeen directeur Rob Schouten vertelde Klaassen over MBSE. De twee besloten een pilot op te zetten en geheel volgens de MBSE-principes een extruder te ontwikkelen voor een klant van Selmers.
Het Noord-Hollandse bedrijf heeft de laatste jaren grote stappen gezet als het gaat om standaardisatie en modularisatie. Schouten: ‘Theo wees ons erop dat deze modelgerichte systematiek een volgende stap zou kunnen zijn. We hebben de methode vanaf het salesproces tot en met de ontwerpfase en de productie compleet doorgewerkt. En er was inderdaad ruimte voor verbetering zoals ze dat zeggen, vooral ook waar het gaat om traceability en beheersbaarheid.’
De crux van MBSE zit ’m volgens Schouten in het snel en doordacht komen van een aanvraag van een klant naar een gemodelleerde oplossing. Hoe werken sales en alle andere disciplines daarbij optimaal samen? ‘We zijn nog dieper en systematischer gaan nadenken over standaardisatie. Soms denken we misschien dat we een standaardconfiguratie verkopen, maar blijkt zeg 10 procent uiteindelijk toch geen standaard te zijn en moet er alsnog weer meer worden geëngineerd dan gedacht. Dat kost tijd en geld.’
Machines kunnen wel uit modules bestaan, maar als de totale integratie vervolgens lastig is, schiet het nog niet op. ‘Als sales bijvoorbeeld met een klant net een afwijkend type lager selecteert of een heel specifieke functionaliteit vastlegt, kan dat effect hebben op het complete proces daarna’, legt Schouten uit. ‘Is dat nou wel zo handig of noodzakelijk? Dat hadden wij tot nog toe niet altijd in kaart.’
Symbolische muur
Klaassen: ‘We zien in de machinebouw dat bedrijven eerst monodisciplinair standaardiseren, en vervolgens multidisciplinair en mechatronisch. Maar met een volledig integrale benadering zijn ze vaak nog niet bezig. Terwijl die systeembenadering, inclusief het vastleggen van alle keuzes, juist heel vanzelfsprekend en waardevol kan zijn. Selmers is de afgelopen jaren al door die eerste fases heen gegaan en toe aan dat integraal denken.’
Ook voor Yellax was MBSE tot voor kort relatief nieuw; vandaar de pilot met Selmers. Eén consultant van Yellax werkt nu dedicated aan projecten bij Selmers om er samen helemaal in thuis te raken en alle voor- en nadelen te ontdekken. Hij schakelt wekelijks met The Collective en kan bij Jan de Liefde terecht met zijn vragen over de juiste manier van werken en de onderliggende systeemarchitectuur.
Schouten: ‘We proberen nu elke keer een ander product te pakken, en uiteindelijk willen we naar een complete productlijn. Het is wel een proces van twee stappen naar voren en eentje terug, omdat het een heel andere manier van denken vergt. Keuzes uit het verleden zitten weliswaar in de hoofden van onze mensen, maar liggen niet altijd zwart-op-wit vast. En dat moet nu overduidelijk wel.’
Wat ook best lastig is aan modelgebaseerd werken, is dat het abstract kan zijn, stellen Schouten, Klaassen en De Liefde. ‘De meeste bedrijven die wij tegenkomen, denken in concrete, technische oplossingen’, aldus de laatste. ‘Maar ze willen tegelijkertijd ook graag innoveren. Dat vraagt nadenken over de samenhang en functionaliteit van ontwerpen. Ze lopen tegen een symbolische muur op als ze telkens te snel naar die technische oplossing willen.’
Om iets aan dat relatief hoge abstractieniveau te doen, heeft Selmers een 3D-printer aangeschaft. ‘Van alle ontwerpen die we nu door het MBSE-model halen, maken we 3D-prints. Dat maakt het concreter, tastbaarder en leuker voor iedereen.’
Alles aantonen
Een belangrijke aanleiding voor Selmers om zich in MBSE te verdiepen, is de CSRD-wetgeving (Corporate Sustainability Reporting Directive) vanuit de EU die eraan zit te komen. Elk bedrijf in de maakketen moet straks kunnen aantonen hoe zijn ontwerpen in elkaar zitten en waar alle grondstoffen en onderdelen vandaan komen. Schouten: ‘Als je je keuzes niet goed hebt vastgelegd in een model, wordt het lastig om aan te tonen dat je duurzaam werkt en inkoopt. De noodzaak van traceability wordt steeds groter in de markt.’ Nog te veel bedrijven zien die CRSD-verplichtingen als een ver-van-mijn-bedshow, aldus Klaassen: ‘Maar wat als je niks doet? Iedere machinebouwer krijgt er uiteindelijk mee te maken. Je moet je keuzes kunnen valideren.’
Kortom, omarm MBSE omdat het processen stroomlijnt, doe het voor de kortere doorlooptijden of voor de strengere wetgeving, benadrukt Klaassen: ‘Er zijn vele ingrediënten waarom wij denken dat dit modelgericht denken nodig is. Wat we nu doen binnen onze driehoeksverhouding Selmers-Yellax-The Collective, is een gezamenlijke investering. Als dit hele proces bij Selmers is uitgekristalliseerd, willen we verder de markt op: “Kijk, fabrikant, hier en daar zijn we tegenaan gelopen, maar dit werkt ook voor de industrie, dit maakt ook jouw processen beheersbaarder en traceerbaarder.”’