De eerste pogingen om te komen tot ‘autonome werkgroepen’, met veel verantwoordelijkheid op de werkvloer, stammen al van honderd jaar geleden. Ook bedrijven als Philips en Océ hebben al verschillende pogingen ondernomen de verantwoordelijkheden lager in de organisatie te leggen. Want werknemers kunnen meer motivatie opbrengen voor werk dat ze zelf hebben kunnen inrichten, zo blijkt uit vele onderzoeken. Vooralsnog kenden die pogingen wisselend succes, constateert zelfstandig managementconsultant Huug Wiersma. Hij beschrijft in de roman ‘DFM – De menselijke kant van managen’ de moeizame strijd voor meer ‘zelfregulering’ en ‘zelfsturing’ aan de hand van de persoonlijke belevenissen van managers en werknemers van het fictieve DFM, een traditionele, hiërarchisch georganiseerde freestafelproducent.
Onder ‘zelfregulering’ verstaat Wiersma dat werknemers de ruimte krijgen zelfstandig stappen te ondernemen om hun eigen manier van werken te veranderen, zonder dat daarvoor eerst goedkeuring van hun baas nodig is. ‘Zelfsturing’ gaat nog een stapje verder: dan mogen werknemers zelf de organisatie aanpassen, bijvoorbeeld door als medewerker van een productieafdeling over productverbeteringen rechtstreeks met de klant te communiceren en niet meer via de kwaliteitsafdeling.
Net als binnen het fictieve DFM gaat in de industriële realiteit de implementatie van zelfregulering en -sturing moeizaam, vanwege allerlei ‘sociaalpsychologische’ factoren. ‘Deels liggen die bij het management. Ik ken voorbeelden van verzet tegen initiatieven van de werkvloer, ook al leverden die aantoonbaar verbeteringen op. Dit uit angst de controle te verliezen.’ Daardoor acteert in de industrie het management heel vaak minstens één niveau – dat van zelfsturing – of twee niveaus (zelfregulering) te laag en komt het niet toe aan de strategische vraagstukken. Maar, vervolgt Wiersma, ook werknemers houden nogal eens vast aan de traditionele rolverdeling. ‘Engineers bijvoorbeeld willen soms bovenal bezig zijn met techniek en hebben geen trek zelf hun werk te moeten regelen.’
Maar er komt nu wel enig schot in de ontwikkeling naar zelfregulering en zelfsturing. Oorzaak: werknemers zijn steeds beter opgeleid en, dankzij het internet, steeds beter geïnformeerd, aldus Wiersma. Daarbij ziet hij een andere houding bij de generatie Z (geboren na 1992), die eigen verantwoordelijkheid nemen vanzelfsprekend vindt en in de opvoeding heeft meegekregen. Juist de jongeren pakken in zijn boek de strijdbijl op tegen de hiërarchisch ingestelde managers.
www.boekscout.nl