Het was volle bak in het Link Café bij 247TailorSteel in Varsseveld. De thema’s waren dan ook helemaal ‘smart industry’. Standaardisering gaat over de communicatie tussen oem’ers en suppliers in de vorm van specificaties voor het uitbestede werk. ‘Digitalisering is de toekomst.’ En servitisering is de volgende stap voor veel maakbedrijven: meer omzet genereren met op big data gebaseerde diensten. ‘Onze oude missie was de beste machine te leveren, nu gaat het om de beste oplossing voor de klant.’
Link Café bij 247TailorSteel over standaardisering en servitisering
Het derde Link Café powered by Siemens Industry Software werd op 20 april door Link Magazine georganiseerd bij 247TailorSteel in Varsseveld. Locatie: een tent opgebouwd tegen de vorig jaar in gebruik genomen nieuwe smart factory hal. In een informele café-setting discussieerden de deelnemers per tafel over de stellingen/vragen die de inleiders hun voorlegden. Ruim zestig oem’ers en toeleveranciers waren op het event afgekomen, tot tevredenheid van Bas Kuper, vice president en managing director Benelux van medeorganisator Siemens Industry Software. ‘De Nederlandse maakindustrie moet het hebben van dit ecosysteem. Je ziet dat de supply chain een boost kan geven aan de ontwikkeling van nieuwe oem’ers zoals Additive Industries.’
Vanuit zijn functie de ideale dagvoorzitter, zo introduceert Link-hoofdredacteur Martin van Zaalen Joes Wigman, managing director van de adviesgroep Operations bij Berenschot. ‘Als klein kind vond ik het al schitterend om te doorgronden hoe apparaten werken. Inmiddels vind ik het uitdagend om te doorgronden hoe organisaties werken en verder verbeterd kunnen worden’, begint Wigman’s online profiel. Zijn reactie na de rondleiding door de hallen van 247TailorSteel, het pauzenummer in het Link Café, is dan ook karakteristiek. ‘Indrukwekkend, jullie hebben het hier echt state-of-the-art ingericht.’ Wigman trapt het event af met een ‘hoog over’ schets van de vierde industriële revolutie, die wordt gedreven door de digitalisering van communicatie en procesbesturing. Hij vertaalt dat naar de evolutie van de waardeketen waarin industriële bedrijven opereren. Van oudsher waren ze vooral met zichzelf bezig om kwaliteit te kunnen produceren, door automatisering konden ze hun klanten een betrouwbare levering gaan bieden, vervolgens probeerden ze door integratie en samenwerking (co-engineering) met hun toeleverketen de flexibiliteit te vergroten – en tegenwoordig betrekken ze er hun hele omgeving bij: de big data die ze daaruit halen, kunnen ze met kunstmatige intelligentie bewerken tot zinvolle informatie waarmee ze de operatie van henzelf en van hun klanten efficiënter kunnen inrichten. Voor die laatste twee fases, ketenintegratie en servitization, delen twee inleiders hun ervaringen met de cafégangers. De belangrijkste uitdagingen geeft Wigman alvast mee: organisatorische inbedding – zorgen dat iedereen de boodschap oppikt en meegaat in de verandering – en het achterhalen van de echte klantbehoefte waarop het slimme dienstenaanbod kan worden afgestemd.
Plaatwerkspecificaties
Mechanical expert Jan Jongmans van ASML bijt het spits af. De Veldhovense lithografiemachinebouwer legt zijn plaatwerk voor elektronicabehuizingen en constructiedelen al jaren buiten de deur. ‘ASML is als het ware een assemblagebedrijf: circa negentig procent van de onderdelen wordt aangeleverd door toeleveranciers. Het design gebeurt door ASML, dus de technische productdocumentatie (tpd) moet zo optimaal mogelijk worden aangeleverd.’ Voor het plaatwerk levert ASML een step-file, met het productontwerp als ‘kaal’ 3D-model, altijd aangevuld met een tekening in pdf. Die tekening vermeldt veel maten en toleranties, waardoor de functionele maten kunnen ondersneeuwen en men overzicht verliest. Het productieproces loopt nu vooral via de aangeleverde step-file, aangezien de leveranciers meer en meer cnc-gestuurd werken. Enkel een volledig gedimensioneerde pdf past dus gewoonweg niet meer in het actuele productieproces, terwijl ASML wel veel energie steekt in het opstellen en reviewen van die tekening. Dat kon efficiënter, maar dan was wel standaardisatie van de specificaties vereist.
Er was echter geen algemene plaatwerknorm, reden voor Jongmans om bij plaatverwerkende bedrijven op gesprek te gaan: wat presteren hun lasersnijders, kantbanken, enzovoort; welke informatie hebben ze werkelijk nodig en hoe kan ASML die het beste aanleveren? Hij kwam tot een nieuwe dsTPD (digital sheet metal tpd): step-file plus functionally dimensioned pdf (met alleen de productspecifieke maten en toleranties) plus tolerantiedocument. Dat laatste is het standaardisatiedocument met de vorm- en plaatstoleranties, toleranties voor kantingen, enzovoort – allemaal afhankelijk van productafmetingen en plaatdiktes. Deze algemene informatie hoeft niet meer op de tekeningen te staan, waardoor die leesbaarder en minder foutgevoelig worden. ‘ASML wil alle leveranciers meenemen in de ontwikkeling, ook degenen die nog nood hebben aan een 2D-tekening. We zitten nu in fase één, waarin we de mindset moeten veranderen: van designers, die opgevoed zijn met volledig bematen, en van de toeleveranciers, die het product steeds volledig willen controleren. Digitalisering is de toekomst en daarom gaan we in fase twee werken met 3D-modellen die alle product manufacturing information bevatten. Deze modellen met pmi en de bijhorende informatie zullen gebundeld worden in één medium.’
Jongmans’ verhaal roept herkenning op en het café benadrukt dat de vraag ‘what’s in it for me’ goed moet worden beantwoord. Want op de werkvloer hebben mensen al gauw de angst dat dit soort exercities hen overbodig maakt. Weerstand tegen verandering is een natuurlijke reflex, merkt ook de ASML’er. Het belang van een breed draagvlak wordt nogmaals onderstreept. ‘We wilden niet onze eigen ASML-standaard in de dsTPD opnemen, daarom zijn we naar de FDP (de ketenorganisatie voor plaatwerk, red.) gestapt om het breder te trekken.’ Om die olievlek te creëren moet er wel iemand opstaan om te beginnen, geeft Joes Wigman ter afsluiting de credits aan Jan Jongmans.
Businessmodelinnovatie
Arjan Ester, directeur Nederland en België van Aebi Schmidt uit Holten, dat zoutstrooimachines bouwt, spreekt van een verandering van mindset. ‘Onze oude missie was de beste machine te leveren, nu gaat het om de beste oplossing voor de klant. Die moet belangrijker zijn dan onze innovatie in het product. Dat was een leercurve voor onszelf.’ De innovatie ligt nu voor Aebi Schmidt niet zozeer in het product als wel in het businessmodel. De klant ontzorgen met dienstverlening staat centraal; bijna de helft van de omzet is daaruit al afkomstig, van onderhoud tot de inzet van big data voor route-optimalisatie. Zo heeft Aebi Schmidt al veel full-servicecontracten met klanten. ‘Wij regelen de inkoop van zout en schakelen aannemers in voor het strooien.’ De stap die het bedrijf nu wil maken is van een service- naar een circulair model, omdat met name overheden inzetten op circulair inkopen. Ze kopen dan geen zoutstrooier meer, maar kunnen een abonnement nemen op Aebi Schmidt’s mobiliteitsoplossing voor de winterdienst. Makkelijker gezegd dan gedaan, erkent Ester. In de eigen, van oudsher innovatie- en verkoopgedreven, organisatie zijn wat drempels te overwinnen en ook is de markt nog onwennig. ‘Ga experimenteren met fans – opdrachtgevers die geloven in jou als organisatie – en neem op die manier een voorsprong’, is de les die Ester zijn gehoor voorhoudt. Over marktacceptatie gesproken: in de afsluitende discussie gaat het onder meer over de aloude tegenstelling tussen hardware en software waar veel machinebouwers en technologieleveranciers mee worstelen. In de smart industry verschuift de toegevoegde waarde steeds meer van hardware naar software, maar van oudsher wil de markt daar lang niet altijd voor betalen. De software kwam toch gratis met de machine mee… Arjan Ester herkent het dilemma: ‘Geef je de software gratis weg met de hardware, of juist omgekeerd? Om hier uit te komen, zijn we diensten gaan toevoegen waar klanten wel voor willen betalen. Dat is onze drie-eenheid.’
Hooggeautomatiseerd van 0 naar 200 man in 10 jaar
Het succes van 247TailorSteel, dat in 2007 van start ging, is in Link al eerder beschreven. Maar het blijft opmerkelijk – en bemoedigend – hoe bij een hooggeautomatiseerd bedrijfsproces zoveel werkgelegenheid komt kijken. ‘We zijn een mensenfabriek’, zegt ondernemer Carel van Sorgen. ‘We doen hier aan verwoestende industriële innovatie, om China te kunnen verslaan, maar zorgen daarbij wel voor sociale zekerheid, om mensen optimaal te laten functioneren. Als je drastisch wilt innoveren, moet je ervoor zorgen dat de mensen op de werkvloer zich veilig voelen.’ 200 medewerkers telt het snelgroeiende bedrijf, van wie 160 op de hoofdvestiging in Varsseveld, waar rond de klok in vijfploegendienst wordt gewerkt. Daarnaast moet de ict-afdeling de online portal continu in de lucht houden. ‘We hebben op eerste paasdag elf orders ontvangen’, illustreert coo Peter Nales. Hij schetst in vogelvlucht de ontwikkeling van 247TailorSteel. Dat begon met een portal voor het online bestellen van gesneden plaat en later kwam daar gesneden buis bij. Het hele orderproces is geautomatiseerd in de vorm van SOPHIA (Sophisticated Intelligent Analyser), die binnen enkele minuten het door de klant aangeleverde bestand analyseert en daarop offerte uitbrengt. Per dag gaan er zo’n 1.200 offertes uit, resulterend in honderden orders. ‘En dat zonder één calculator in dienst. Dankzij deze digitalisering kunnen we real-time offerte uitbrengen en hebben we een hoge leverbetrouwbaarheid. Totdat een product is gesneden, komt er geen mens aan te pas, dus de foutkans is bijna nihil.’ En doordat alle indirecte kosten uit het ordercreatieproces zijn ‘gesloopt’, is enkelstuks relatief zeer gunstig geprijsd.
En de onderneming staat niet stil. Inmiddels beschikt 247TailorSteel naast lasersnijmachines voor plaat en buis ook over vier kantbanken – ‘vanmorgen heb ik er nog zes bij besteld’, meldt Carel van Sorgen tussen neus en lippen door. Door ook te kanten wil hij de klant een completer aanbod kunnen doen, maar de uitbreiding van twee (vlakke plaat) naar drie dimensies (gebogen plaat) is wel een uitdaging. Daarom nam 247TailorSteel het initiatief tot het fieldlab Smart Bending Factory, waarin het samen met klanten dat complexere buigproces digitaal volledig in de greep wil krijgen. Digitalisering brengt nieuwe risico’s met zich mee, reden waarom vorig jaar het certificaat voor de ISO 27001 standaard voor informatiebeveiliging is behaald, vertelt Peter Nales. ‘We hebben laten zien dat we ons goed beschermen tegen datalekken, hackers en informatie-overload.’ Een op het eerste oog verrassende stap zette 247TailorSteel onlangs met het in eigen hand nemen van het transport. ‘We hebben acht chauffeurs opgeleid tot ambassadeurs voor ons bedrijf’, verklaart Nales. ‘Het eerste echte klantcontact is pas bij aflevering van de order. Onze eigen chauffeurs kunnen nu zien hoe ons product in ontvangst wordt genomen, gaan in gesprek en weten wat er bij de klant speelt. Zo vergaren zij waardevolle informatie.’ Ook het ‘softwarehuis annex automatiseringsfirma’ – Van Sorgen’s woorden – blijft drijven op mensenwerk.