Uit nood geboren, dat kun je zeggen over de kunstalvleesklier van Inreda Diabetic. Oprichter Robin Koops is suikerpatiënt en constateerde dat de traditionele behandeling voor verbetering vatbaar was. Hij ontwikkelde een autonoom systeem met twee pompjes, waardoor de bloedsuiker van de gebruiker veel sneller en beter kan worden gecontroleerd en bijgestuurd zonder tussenkomst van de patiënt. Een langjarige studie laat inmiddels de voordelen zien.
Diabetespatiënten worstelen met hun hormoonhuishouding. Door de ziekte maakt de alvleesklier in hun lichaam geen – of te weinig – insuline aan, waardoor hun bloedsuikerwaarden niet binnen de gezonde marges blijven. Ze hebben insuline nodig omdat een te hoog (hyper) of te laag (hypo) bloedsuikergehalte uiteindelijk ernstige gevolgen voor hun gezondheid heeft. Vroeger werd die insuline een paar keer per dag met een injectienaald ingespoten; tegenwoordig zijn er pompjes die de toediening reguleren. Probleem opgelost, zou je misschien zeggen, maar dat is zeker niet het geval.
‘Van de Inreda AP kunnen we er 10.000 tot 30.000 per jaar fabriceren’
‘Per dag zijn mensen met diabetes een paar uur met hun ziekte bezig’, aldus Robin Koops, zelf suikerpatiënt en oprichter van Inreda Diabetic uit Goor, dat een kunstmatige alvleesklier ontwikkelt. ‘We moeten heel regelmatig onze bloedsuiker meten, koolhydraten tellen, ons insulinepompje vertellen dat we gaan eten of sporten, et cetera. In feite moeten we er de hele tijd bovenop zitten. Best een gedoe.’ Voor de gemiddelde mens is het bijna ondoenlijk om het precies goed te doen; het is namelijk behoorlijk ingewikkeld om met alle relevante factoren rekening te houden.
Twee pompjes, één systeem
Inreda ontwikkelt daarom een volledig automatisch systeem, dat al die lasten uit handen neemt. De Inreda AP, zoals het Twentse bedrijf zijn bi-hormonaal volledig closed-loop systeem heeft gedoopt, brengt het ‘gedoe’ terug naar ongeveer een kwartiertje per dag. ‘Het mooie is dat het twee pompjes bevat: eentje voor insuline en eentje voor glucagon’, legt Koops uit. Insuline verlaagt de bloedsuiker, glucagon verhoogt die. Normaal moeten suikerpatiënten eten om hun suikerspiegel omhoog te krijgen, maar dat duurt relatief lang en is natuurlijk zeer onnauwkeurig regelbaar. ‘De Inreda AP kan zowel insuline als glucagon geven. Net als een auto, waarin je kunt gas geven én remmen.’
Input krijgt de Inreda AP via twee zogenaamde enzymatische sensoren. Dat zijn een soort pleisters met een klein fibertje dat onder de huid een meting kan uitvoeren. De meting van de ene sensor wordt gebruikt voor de behandeling; de tweede sensor zorgt voor continue controle. ‘Af en toe is het nodig om het hele systeem te kalibreren aan de hand van een ouderwetse vingerprik’, zegt Koops. De sensoren moeten ongeveer één keer in de week worden verwisseld. ‘Dat kunnen gebruikers zelf.’
De Inreda AP is sinds begin 2020 goedgekeurd voor de Europese markt. Inmiddels lopen zo’n 125 mensen met het systeem rond, onder wie Koops zelf. ‘We zien een enorme verbetering in de gezondheid van die mensen’, zegt hij met gepaste trots. ‘Onlangs is een grote studie uitgevoerd met 75 patiënten, waarin we veelbelovende resultaten laten zien en er winst wordt behaald op verschillende vlakken: glucoseregulatie, behandeldoelen en psychologische uitkomstmaten.’ Koops hoopt die resultaten binnenkort in een vooraanstaand medisch tijdschrift te kunnen publiceren.
Van a tot z onder controle
Opvallend genoeg kiest Inreda Diabetic ervoor om de productie van zijn apparaten in eigen beheer te doen. Koops heeft daar een duidelijke reden voor: ‘We hebben maar één belang en dat is een goede behandeling voor diabetespatiënten. Ik vind dat je jezelf te kwetsbaar maakt als je te veel op toeleveranciers leunt.’ Liever houdt hij volledige controle. ‘We besteden best dingen uit, maar willen het hier allemaal samenvoegen. Vanaf de ontwikkeling en constructie tot de productie en uitlevering, het is allemaal ons eigen traject. Van a tot z hebben we alles onder controle, zodat we ook wijzigingen en updates makkelijk kunnen doorvoeren.’
In Goor liggen de plannen klaar om straks met massaproductie te starten. ‘Van de Inreda AP kunnen we er 10.000 tot 30.000 per jaar fabriceren’, verzekert Koops. Het Goorse bedrijf heeft daarvoor het ISO 13485-certificaat behaald, dat naast ontwikkeling ook productie en verkoop van medische apparatuur omvat. ‘We hebben al die kennis in huis.’
Een ander glucagon
Inreda biedt zijn kunstalvleesklier aan in een fullserviceconcept. ‘We willen dat patiënten niet meer over hun kwaal hoeven nadenken. Daarom werken we samen met een apotheekorganisatie, zodat we alle hulpmiddelen en medicijnen in één keer kunnen uitleveren’, legt Koops uit. Daarmee is Inreda uiteraard wel afhankelijk van de hormoonfabrikanten. Het gebruik van insuline is door de markt een erkend geneesmiddel, maar voor glucagon ligt dat anders. Hiervoor moesten Koops en zijn collega’s nieuwe paden verkennen.
In Europa is momenteel namelijk beperkt glucagon beschikbaar. ‘Dit lijkt tijdelijk’, verwacht Koops. ‘Op termijn komen er meerdere glucagonsoorten beschikbaar. Voor onze lopende projecten hebben we oplossingen gevonden.’
Medical Device Regulation
Het kastje van de Inreda AP meet ongeveer 12 bij 8 bij 4 centimeter. ‘Het eerste prototype had de omvang van een aktetas en die wilden gebruikers na een testweekend al niet meer teruggeven’, lacht Koops. Dus ook al zou het systeem zo groot zijn gebleven, suikerpatiënten hadden er genoegen mee genomen, wil hij maar zeggen. ‘Het huidige systeem is prima geschikt om mee te sporten’, weet Koops, die er zelf regelmatig mee gaat hardlopen. ‘De afname van de last geeft gebruikers een enorme winst in de levenskwaliteit. Ook zien we dat patiënten hun sport weer oppakken, wat natuurlijk ook een gunstig effect heeft op hun algehele gezondheid.’
Tevreden is Koops nog niet. Samen met zijn collega’s werkt hij aan een nieuwe generatie, die dunner en lichter gaat worden. ‘Het nieuwe systeem wordt aanzienlijk kleiner dan de huidige versie’, vertelt hij. Van deze Inreda AP brengt het Twentse bedrijf straks grote aantallen op de markt. ‘We hebben net een audit gehad voor de Medical Device Regulation, de nieuwe richtlijn voor medische systemen. Daar zijn we met vlag en wimpel doorheen gekomen.’
Geldstroom bottleneck
Technisch is het allemaal in orde, want Inreda heeft dus een bi-hormonaal closed-loop systeem ontwikkeld dat zonder problemen de markt op mag. Waar zit nog de grootste hindernis richting het moment dat er inderdaad duizenden Inreda AP’s per jaar vanuit Goor naar suikerpatiënten worden verstuurd? ‘We zitten in de gezondheidszorg en daar heb je te maken met drie groepen: patiënten, doktoren en verzekeraars’, antwoordt Koops. ‘Die eerste twee hebben we al overtuigd. De meeste patiënten willen heel graag en artsen zijn super enthousiast. De bottleneck is om de geldstroom op gang te krijgen. Hoewel we al enkele jaren zorgverzekeraars Menzis en CZ aan onze zijde hebben.’
Nu moet Inreda Diabetic Zorginstituut Nederland overtuigen. Twee jaar geleden reserveerde die overheidsinstelling bijna 10 miljoen euro uit de Veelbelovende Zorg-subsidiepot om samen met veertien Nederlandse ziekenhuizen te onderzoeken of het bi-hormonale closed-loop systeem effectievere zorg biedt dan de huidige systemen op de markt. Koops weet zeker dat de onderzoekers tot dezelfde conclusie zullen komen als die naar voren komt uit de resultaten die Inreda al in zijn gebruikersgroep heeft opgehaald. ‘Ik denk dat we in 2025 in het basispakket van zorgverzekeraars zitten.’
Ingewikkeld speelveld
Dat lijkt nog best lang, maar Koops – in 2019 door het kabinet uitgeroepen tot ‘Nationaal Icoon’ – nuanceert gelijk: ‘We zijn al bijna twintig jaar onderweg, dus dan maakt die anderhalf jaar niet meer uit.’ Hoe komt het dat de ontwikkeling zo lang duurt? ‘Aan de ene kant hebben we de tijd nodig gehad om ons product 100 procent perfect te krijgen. Je wilt immers voorkomen dat je het te snel in de markt zet en toch weer moet terugroepen. Aan de andere kant opereren we in een speelveld met heel veel belangen en met heel veel stakeholders. Dat maakt het ingewikkeld.’
Meer investeringen in het bedrijf hadden waarschijnlijk niet veel versnelling gegeven, denkt Koops. ‘Misschien had het een paar jaar kunnen schelen, maar je moet ook gewoon veel data over de tijd vergaren. Een korte klinische studie toont wel het een en ander aan, maar als je chronisch data wilt ophalen, moet je gewoon voor een langere periode testen. Daar valt niks aan te versnellen. Alles bij elkaar opgeteld, denk ik dat het allemaal best snel is gegaan.’