In Kortrijk openen op 13 juni de applicatielabs ‘Smart Assembly & Production’ en ‘Smart Production Organisation’ op UGent Campus Kortrijk en het Augmented & Virtual Reality Technologielab van Howest hun deuren.
West-Vlaanderen en vooral het zuiden van de provincie buigt op een sterk industrieel ecosysteem. Om het potentieel van deze maakbedrijven ook in de toekomst optimaal te benutten, is digitale innovatie en integratie van nieuwe technologieën essentieel.
De drie labs van de UGent, Howest en Sirris bundelen samen met twee recent geopende innovatielabs van de KU Leuven in Brugge de expertise rond Industrie 4.0 en helpen het toekomstpad van de maakindustrie in deze regio te effenen. Productiebedrijven kunnen in deze labs terecht om hun productiemethodes slimmer en flexibeler te maken met behulp van digitalisering en automatisatie.
West-Vlaanderen staat voor 40% van de Vlaamse jobs in mechatronica en bijna 25% in de metaalverwerking. Voor hun verdere ontwikkeling vragen de bedrijven van deze belangrijke industriële cluster toegankelijke kennis en knowhow op hoog niveau. Deze labs zijn het voorlopig sluitstuk van een investeringsplan om aan die vraag tegemoet te komen.
“Een krachtenbundeling met alle kennispartners in West-Vlaanderen en met een constante vinger aan de pols van de sector resulteert nu in een actief netwerk van toplabs in de onmiddellijke nabijheid van onze bedrijven”, aldus Jean de Bethune, voorzitter POM West-Vlaanderen en TUA West. “Het team met experten van de kenniscentra staat er in onmiddellijk contact met onze bedrijven, die op die manier snel nieuwe technologieën kunnen uittesten, op maat van het eigen productieapparaat.”
De voorzitter verklaart deze inspanningen: “De maakindustrie ligt ons nauw aan het hart. Ze zet de provincie niet alleen wereldwijd op de kaart met topproducten, ze is ook een essentiële werkgever in onze contreien.”
Op de Campus Kortrijk van de Universiteit Gent resulteerde de samenwerking met Sirris tot twee applicatielabs: ‘Smart Assembly & Production’ en ‘Smart Production Organisation’.
Smart Assembly & Production Lab
“Dit lab creëert een testomgeving waar maakbedrijven kunnen experimenteren met innovatieve technologieën om operatoren bij hun taken, zoals assemblage, te ondersteunen”, vertelt Program Manager Bart Verlinden van Sirris. “Samengevat analyseren we hoe robots en mensen met een optimale taakverdeling veilig kunnen samenwerken.”
Smart Production Organisation Lab
“In dit applicatielab, uitgerust met een 180 graden videowall en een interactieve meeting tafel, verbeteren we bestaande productiesystemen door de creatie van een exacte virtuele replica”, aldus prof. Johannes Cottyn van de UGent Campus Kortrijk. “Door simulaties voorspellen we mogelijke operationele verbeteringen van het productiesysteem.”Interview met Machinebouwer Geert Ostyn vice president digitalisering Picanol Group:
Augmented & Virtual Reality Technologielab
Het technologielab van Howest focust op implementatie van Virtual Reality (VR), Augmented Reality (AR) en game engine functionaliteiten als industriële toepassingen bij maakbedrijven.
“AR kan ingeschakeld worden voor interne communicatie of als ondersteuning van operatoren tijdens het productieproces. Met VR kan je opleidingen op maat van de medewerker aanbieden zonder de productielijn te beïnvloeden. AR en gametechnologie schakelen we ook in voor real time data visualisatie”, somt Steven Van Luchene, XR Lab Manager van Howest op.
Machinebouw en Mechatronica centrum West-Vlaanderen
Het project ‘Machinebouw en Mechatronica centrum West-Vlaanderen’ werd ingediend in het kader van de GTI West-Vlaanderen binnen het EFRO Vlaanderen programma. De UGent, KU Leuven, Howest, Sirris, POM West-Vlaanderen en TUA West werken samen om het project te realiseren. De totale projectkost bedraagt 4.270.521 euro. Minstens 700.000 euro hiervan wordt met provinciale middelen toegereden. Het project rekent daarnaast op 1,7 miljoen euro Europese steun van EFRO en ruim 850.000 euro uit het Hermes-fonds.
Dankzij de GTI vloeit er in eerste instantie 20 miljoen euro aan Europese middelen naar West-Vlaanderen. Deze som fungeert als hefboom om in totaal minimaal 50 miljoen euro in onze West-Vlaamse economie te injecteren. Elk project vult daarbij een deel van de totale industrieversterkende puzzel in.