Mifa Aluminium lanceert binnenkort een softwaretool die de CO2-uitstoot van zijn producten meet. Daarmee kan het bedrijf de voetafdruk van een ontwerp bepalen en, indien nodig, andere ontwerpkeuzes voorstellen die tot minder uitstoot leiden. Om die tool te bouwen, was diepgaand onderzoek vereist in de eigen aanvoerketen. ‘Downstream hebben we veel informatie weten te verwerven. En dat helpt ons om producten upstream te verduurzamen.’
Mifa anticipeert op nieuwe wetgeving rond duurzaamheid
Mifa, onderdeel van het beursgenoteerde Aalberts, specialiseert zich in aluminiumextrusie. Aluminium wordt hiertoe opgewarmd en door een matrijs geperst die het profiel vormt. ‘We doen dat erg nauwkeurig en precies’, stelt managing director Rob van Oene. ‘We kunnen profielen persen met wanddiktes tot 0,25 millimeter, en dat met een nauwkeurigheid tot 0,02 millimeter. Dat is nauwkeuriger dan de dikte van een menselijke haar.’
Dat doet Mifa voor industrieën zoals de aerospace en machinebouw vanuit zijn vestiging in Venlo, waar zo’n 350 mensen werken. Extrusie wordt vaak gezien als massaproductie met een lage nauwkeurigheid en performance, weet Van Oene. ‘Wij laten onze klanten zien dat deze techniek veel meer kansen biedt dan ze vaak denken.’
Voetafdruk berekenen
Een belangrijk deel van het werk bij Mifa is klanten adviseren en zo samen met hen ontwerpen te verbeteren. ‘Dat noemen we co-engineering’, zegt Van Oene. ‘We kijken samen met de klant of onderdelen maakbaar zijn, en doen suggesties over zaken zoals oppervlaktebehandelingen en legeringen.’
Dat aspect van het aanbod breidt Mifa nu uit. ‘In het verleden adviseerden we de klant vooral over hoe je kosten bespaart, een ontwerp maakbaar krijgt of de functionaliteiten ervan maximaliseert. We kunnen bijvoorbeeld een schroefkanaal extruderen. Dan hoeft dat later niet machinaal aangebracht te worden’, vertelt Van Oene. ‘Nu komt daar het verkleinen van de CO2-voetafdruk bij. Acties zoals het dunner maken van een wand of het gebruiken van een bepaalde coating, beïnvloeden de CO2-uitstoot van een onderdeel. Met onze nieuwe tool berekenen we die nu voor onze klanten.’
ISO-certificering
Die tool, die Mifa samen met Blue Engineering uitwerkte, wacht op toetsing voor ISO-certificering. Hij berekent verschillende scenario’s voor een specifiek onderdeel, en wat de CO2-uitstoot daarvan is. Zo kan de uitstoot van het initiële plan worden becijferd en kunnen voorstellen worden gedaan voor het vervaardigen van een zo optimaal mogelijk onderdeel.
‘De factor basismateriaal is erg bepalend voor je voetafdruk’
‘Recentelijk hebben we bijvoorbeeld een behuizing voor een batterij op een e-bike gemaakt’, vertelt Van Oene. ‘Oorspronkelijk rekende de klant met 1,5 millimeter wanddikte. Maar na een analyse zijn we met 1,1 millimeter gaan werken. Dat lijkt een klein verschil, maar op een productie van 1.000 stuks bespaar je op die manier heel wat kilo’s CO2-equivalent. De uiteindelijke besparing stond gelijk aan de uitstoot van een autorit van 10.000 kilometer.’
De keten in
Om dat systeem te bouwen, moest Mifa diep graven in zijn eigen operatie, maar ook in die van zijn leveranciers. ‘We verzamelden veel data’, stelt Van Oene. ‘Enerzijds ging dat over ons eigen proces. Hoeveel energie verbruiken we bijvoorbeeld? Daarnaast kwam er veel informatie van onze leveranciers. Waar komt het materiaal vandaan? Hoeveel daarvan is gerecycled? Hoeveel transportbewegingen zijn ermee gemoeid? En ga zomaar door. De tool rekent vervolgens uit wat dit betekent voor de verschillende ontwerpen.’
Die gegevens achterhalen was niet altijd even makkelijk en vergde heel wat gesprekken met leveranciers. ‘Ze zitten doorgaans wel in Europa, dus dat maakte het iets toegankelijker’, aldus Van Oene. ‘Toch heeft het ene bedrijf dergelijke data al meer in kaart dan het andere. Soms hadden leveranciers niet veel inzicht in hun eigenlijke uitstoot, of zelfs niet in hoeveel gerecycled materiaal ze gebruiken. Anderen zijn er heel wat verder mee. Dat zijn interessante en uiteindelijk ook leuke gesprekken. Het zet onze leveranciers aan het denken.’ Dezelfde vragen krijgt Mifa trouwens ook steeds meer van klanten. ‘Wanneer een bedrijf duurzamer wil worden, gaan ze meestal eerst aan de slag met de eigen processen en het energieverbruik. Maar daarna beginnen ze hun aanvoerketen te onderzoeken.’
Soms kwamen er ook onverwachte onthullingen naar boven tijdens het verzamelen van die data. ‘Stel dat je een profiel met dunnere wanden kunt maken’, schetst Van Oene. ‘Dan bespaar je natuurlijk op energie. Maar de grote besparing ontstaat doordat je minder materiaal hoeft aan te kopen in je aanvoerketen. Dat was een mooi inzicht. De factor basismateriaal is erg bepalend voor je voetafdruk.’
Europese wetgeving
Dat Mifa juist nu deze tool heeft ontwikkeld, is geen toeval. Zo lanceert de Europese Unie heel wat nieuwe regelgeving rond duurzaamheid. Nieuwe wetten zoals de CSRD (rapportage over de impact op mens en milieu) en de CBAM (koolstofcorrectie aan de grens) dwingen bedrijven om uit te zoeken hoeveel CO2 er wordt uitgestoten door hun aanvoerketen. Met de nieuwe tool speelt Mifa in op die behoefte aan informatie.
‘Iedereen moet op termijn CO2-neutraal worden’, weet Van Oene. ‘En uiteindelijk zit een deel van je voetafdruk in wat je inkoopt. Daarom krijgen we steeds meer vragen van klanten over de uitstoot van onze producten. We hebben nu een veel beter inzicht in onze keten. Downstream hebben we veel informatie weten te verwerven. En dat helpt ons om producten upstream te verduurzamen. Als een klant een machine maakt, dan is het lastig om uit te rekenen hoeveel uitstoot er in al die onderdelen vervat zit. Wij kunnen nu alvast de voetafdruk van onze onderdelen meegeven en daarbovenop nog eens advies geven om dat cijfer te verlagen.’
De tool staat momenteel op het punt om volwaardig gelanceerd te worden bij de klanten van Mifa. ‘We zullen de software nog verder optimaliseren’, stelt Van Oene. ‘We kunnen er altijd meer informatie aan toevoegen. Maar ik ben vooral benieuwd naar hoe onze klanten erop zullen reageren. De meeste geluiden zijn erg positief, want ze zijn op zoek naar manieren om samen een duurzamere aanvoerketen te realiseren.’