Thermo Fischer Scientific vermarkt ‘mature’, geaccepteerde technologie. Heel anders is de situatie voor Jaap Beijersbergen van Levitech, een kleine fabrikant van productiemachines voor solar en semicon. Hij heeft ‘niet zozeer een kortetermijn-logistiekprobleem als wel een langetermijn-ontwikkelingsprobleem’. Het volgens planning – niet te vroeg en niet te laat – afleveren van de order lukt steevast. Maar de innovatieve depositietechnologie in Levitech’s machine voor zonnecelproductie – de Levitrack – geaccepteerd krijgen door de markt, heeft al gauw twee jaar meer gekost dan hij verwachtte.
‘Na de marktintroductie was de machine nog niet voldoende betrouwbaar. Duurtesten bleken moeilijk uitvoerbaar omdat er in de beginfase nog zoveel verandert aan een machine.’ Ook de kracht van de concurrentie telt mee. De markt van machines voor het aanbrengen van een aluminiumoxidelaag is voor tachtig procent in handen van het Zwitserse Meyer Burger. ‘Zij hebben een duurder proces dat minder efficiënte zonnecellen oplevert, maar wel betrouwbaarder en bekender is. Wij en andere leveranciers van de ‘atomic layer deposition’-technologie moeten het vooralsnog met de resterende twintig procent van de markt doen. Maar ik zie wel dat onze technologie langzaamaan meer en meer wordt geaccepteerd, met name voor de hoge-efficiency-cellen’, blikt hij optimistisch vooruit. Om te zorgen dat zijn Levitrack state-of-the-art blijft, doet Beijersbergen aan zowel market pull als technology push: ‘Wij volgen nauwgezet wat grote klanten als Hanwha, Trina, JA Solar en Sharp doen. Wij praten met hun r&d-mensen, nemen gezamenlijk deel aan seminars en conferenties om bepaalde innovaties met hen af te stemmen. Tegelijk draaien wij mee in technologie-ontwikkelprogramma’s van onder meer ECN.’