Een innovatieve recyclingmethode voor pet-producten was voor Chemelot Ventures, aandeelhouders en het ministerie van EZ aanleiding miljoenen te investeren in de Eindhovense start-up Ioniqa Technologies. ‘Onze circulaire oplossing is een echte game changer’, aldus ceo Tonnis Hooghoudt.
De nieuwe technologie maakt het mogelijk om polyethyleentereftalaat (pet) oneindig te recyclen. Frisdrankflessen en andere pet-plastics worden vermengd met slimme magnetische vloeistoffen die kleurstoffen en verontreinigingen eruit halen. Resultaat: heldere, kleurloze pet-plastic grondstoffen voor nieuwe hoogwaardige pet-producten. ‘Bij de huidige pet-recyclingmethoden worden producten eigenlijk steeds verder gedowngraded’, verklaart Hooghoudt. ‘Daarbij raken polymeren beschadigd en kleuren steeds meer vermengd. Na een leven als textiel, tapijt of bermpaaltje eindigt het materiaal tenslotte in de verbrandingsoven omdat het niet meer te hergebruiken is. Wij recyclen pet-producten tot exact dezelfde grondstoffen als die uit olie. Een circulaire en betaalbare oplossing, kortom een echte game changer.’ Een ander voordeel van dit chemische proces is dat plastics niet langer op kleur gesorteerd hoeven te worden.
Chemelot Ventures
Enorm potentieel Wereldwijd wordt er jaarlijks vijftig miljoen ton pet geproduceerd, waarvan slechts tien procent gerecycled wordt – een enorm potentieel aan grondstoffen. Geen wonder dat investeerders wel oren hebben naar deze nieuwe vinding. Zo besloten Chemelot Ventures (een durfkapitaalfonds van DSM Nederland, Industriebank LIOF, Rabobank en de provincie Limburg) en de aandeelhouders van Ioniqa gezamenlijk 2,5 miljoen euro te steken in de bouw van een proeffabriek die ruim 10.000 ton pet per jaar moet gaan verwerken. Ook klopte Ioniqa met succes aan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), die namens EZ een Innovatiekrediet van eveneens 2,5 miljoen euro verstrekte. ‘Grote bedrijven met hart voor milieu en maatschappij, zoals IKEA en Coca-Cola, zoeken naar mogelijkheden voor recycling. Dit zou de ideale oplossing kunnen zijn. En als deze techniek succesvol wordt in zo’n groot toepassingsgebied, dan is dat revolutionair’, verklaart Martin Duits, coördinator Aanvragen en Beheer Innovatiekrediet bij RVO.nl. ‘Eens te meer omdat de techniek economisch voordeliger is, waar milieuvriendelijke alternatieven doorgaans juist duurder zijn.’
Dutch Polymer Institute
RVO.nl was tevens gecharmeerd van het feit dat er in het voortraject al veel onderzoek was gedaan naar de techniek, onder meer door de TU Eindhoven en het Dutch Polymer Institute. ‘Bovendien heeft Hooghoudt veel ervaring met het technisch aanpakken en in de markt zetten van een nieuwe technologie. Hij heeft ook vergaande gesprekken gevoerd met marktpartijen die naar verwachting gaan meefinancieren’, aldus Duits. Hooghoudt is op zijn beurt zeer positief over EZ en RVO.nl als co-financier, respectievelijk adviseur. ‘Bancaire leningen zijn niet haalbaar voor een start-up. Het Innovatiekrediet van de overheid is dan echt een uitkomst; daarmee kun je bewijzen dat je iets goeds in handen hebt en opschalen’, zegt hij. ‘RVO.nl-adviseurs zijn bovendien in staat snel tot de essentie door te dringen en ze weten uit ervaring of iets een technologische doorbraak is dan wel groeipotentie heeft. Ze willen natuurlijk graag dat het geld terugkomt en stellen lastige vragen die je helpen je propositie nog scherper te krijgen en voortdurend te toetsen waar je mee bezig bent en waar je je kunt verbeteren. Heel motiverend.’
Drivers Sinds de start van het project in 2011 is gestaag progressie geboekt in ‘de reis naar het bewijs’, zoals Tonnis Hooghoudt het uitdrukt. ‘We hebben er een tijdje over gedaan om het hightech chemische proces onder controle te krijgen en wat uitdagingen gekend met de opschaling.’ In 2013 werd de stap vanuit het laboratorium naar de markt gemaakt. In de keten heeft Ioniqa aan de productiekant te maken met grote pet-fabrikanten, textielproducenten en grote merken in de frisdranken-, textiel- en sportkledingbranche. Na gebruik komen afvalbedrijven en afvalverwerkers in beeld, plus bedrijven die hun eigen producten terugnemen. Hooghoudt: ‘We hebben onderzocht wat de drivers in de keten zijn. Marktpartijen hebben interesse, maar willen niet meer betalen dan de prijs voor olie-gebaseerde pet, die laag is vanwege de lage olieprijs. En de handel is altijd op zoek naar betere marges. Dat is de crux. Je kunt wel met een innovatie komen, maar als men er twee keer zoveel voor moet betalen, kun je het vergeten.’
En dat is de kracht van de nieuwe technologie van Ioniqa: het is én duurzaam én concurrerend. ‘De pet die uit ons recycleproces vrijkomt, kan op precies dezelfde wijze verwerkt worden als de pet die nu uit olie gemaakt wordt. Pet-verwerkende bedrijven hoeven dus hun proces niet aan te passen. Daarnaast kunnen afvalbedrijven onbruikbare afvalstromen bij ons kwijt, wat hen op jaarbasis miljoenen euro’s kan schelen aan afvalverwijderingsbijdragen’, verklaart Hooghoudt. Eind dit jaar wil Ioniqa het proces zo ver opgeschaald hebben dat 1.000 ton pet verwerkt kan worden. Komend jaar wordt de proeffabriek afgetekend en uitgeëngineerd en in 2017 moet deze operationeel zijn op die 10.000 ton. De gedachten van de ceo zijn alweer een stadium verder. ‘We passen de technologie nu toe op pet-materiaal, maar het probleem van het ontkleuren speelt ook bij andere plastics, niet-plastic materialen en bij voedsel en medische toepassingen. In de toekomst zouden we met deze platformtechnologie ook bij die materialen efficiënt kleuren kunnen afvangen en zo dat afval eveneens kunnen recyclen tot nieuwe grondstoffen.’
Innovatiekredietregeling De uitvoering van de Innovatiekredietregeling van het ministerie van EZ is in handen van RVO.nl. De financiering is bedoeld voor technisch uitdagende innovaties die, indien succesvol, snel marktaandeel opbouwen doordat ze een groot voordeel bieden ten opzichte van bestaande alternatieven. ‘Vaak is nieuwe technologie nodig of is de techniek of combinatie van technieken nieuw voor het beoogde toepassingsgebied. Aan de ontwikkeling daarvan kleven technische risico’s’, verklaart Martin Duits van RVO.nl. ‘Daarom moet een ondernemer ons overtuigen met een zorgvuldige aanpak, voldoende overzicht over het resterende traject en een degelijke onderbouwing van het beoogde perspectief. En moet die beschikken over de juiste ervaring om de innovatie zowel technisch als commercieel tot een succes te maken.’ Start-ups en kleine bedrijven krijgen een financiering tot maximaal 45 procent, voor middelgrote en grote bedrijven is dit maximaal 35, respectievelijk 25 procent. Ondernemers hoeven het krediet alleen terug te betalen als hun innovatie slaagt.