Omdat ‘mierenzuur’ het foutieve beeld oproept dat bij de productie ervan mieren betrokken zijn, is de naam veranderd in ‘hydrozine’: een kleurloze vloeistof met mierenzuurmoleculen, bestaande uit waterstof (H2) en CO2. Als het aan Team Fast ligt dé energiedrager van de toekomst. Want volledig duurzaam te produceren en gebruiken, bijvoorbeeld voor het aandrijven van voertuigen. H2 wordt gemaakt door met groene elektriciteit water te splitsen; CO2 is een restproduct van bijvoorbeeld mestvergisting. In een speciale reactor wordt de hydrozine weer gesplitst. Vervolgens zet een brandstofcel de H2 om in elektriciteit die een elektromotor aandrijft.
Het principe bestaat al langer, maar het afgelopen jaar heeft Team Fast – studenten van de TU/e – gewerkt aan onder meer het robuuster en compacter maken van de reactor, vertelt Lucas van Cappellen. Ook is een grootschalig prototype gebouwd, samen met de Duitse specialisten Bürkert (fluid control) en ETAS (besturingssoftware) en het Nederlandse VDL ETS. Dankzij VDL Groep, dat ook bussen bouwt, is op 6 juli in Eindhoven een stadsbus gepresenteerd die rijdt op hydrozine. ‘Al onze technologie zit in een trailer achter de bus. Die heeft een raam en is ruim opgezet, zodat het publiek van buitenaf gemakkelijk een beeld kan krijgen van de inrichting van de aandrijving’, aldus Van Cappellen.
Een van de grootste voordelen van deze oplossing is de opslag van H2. Hydrozine kan meegevoerd worden een gewone tank, bij 1 bar, terwijl pure H2 in een onpraktische cilindervormige tank moet worden opgeslagen, bij een druk van 350 bar. ‘Onze technologie maakt het mogelijk een bestaand tankstation voor hydrozine geschikt te maken voor niet meer dan 30.000 euro’, zo duidt Van Cappellen hydrozine als dé oplossing voor de huidige kip-eiproblematiek rond het rijden op H2.