‘Inktzwarte verwachtingen doen redelijke resultaten verbleken.’ ‘Diepere recessie in eurozone brengt deflatiescenario dichterbij.’ ‘Industrie stevent op enorme crisis af.’ Om maar eens een paar van de koppen aan te halen boven de talloze sombere persberichten die de afgelopen weken in mijn mailbox belandden. Nu weet ik als journalist dat berichten met een negatieve titel beter gelezen worden. Dat instrument hanteren communicatiemensen en redacties met graagte, zeker in het huidige digitale tijdperk met zijn enorme informatie-overload. Maar in deze gevallen had ik er he-le-maal geen trek in ze te openen.
Want behalve journalist ben ik – zoals iedereen – ook nog eens participant in die economie. En dan weet ik dat dat slechte nieuws er bovenal voor zorgt dat het ook realiteit wordt. Want de economie mag dan draaien om harde euro’s en dollars: of die groeit of krimpt hangt helemaal af van het vertrouwen van de consument en – verderop in de supply chain – van de b2b-klant, de oem’er, de machinebouwer. En hun vertrouwen krijgt ab-so-luut geen impuls van negatieve berichtgeving. Integendeel: gesomber wordt met zekerheid waargemaakt. Self-fulfilling prophecy dus.
Nu dient die zwartgalligheid vaak een onderliggend doel. Brancheorganisaties onderstrepen gretig de grauwe voorspellingen van economen en marktonderzoekers om voor hun doelgroep geld los te krijgen bij de overheid. Het heeft bijgedragen aan de totstandkoming van een rijke set aan regelingen (NOW, Tozo en TOGS) om het (industriële) bedrijfsleven te laten overleven. Maar die slag is allang geslagen. Hoog tijd voor een positievere blik op de realiteit.
En die is heel goed mogelijk, zonder dat die realiteit verdwijnt onder een overdaad aan geforceerd positivisme. Ondanks mijn weerzin heb ik die zwartgallig getitelde berichten wel geopend. Binnen de kortste keren vond ik daarin steeds een totaal andere, optimistische kapstok waaraan exact hetzelfde bericht ook opgehangen had kunnen worden. Dan las ik dat technologie dé oplossing is voor de huidige maatschappelijke uitdagingen, met alle kansen voor de industrie van dien. Dan las ik dat de industrie weliswaar krimpt in 2020, maar daardoor reeds volgend jaar fors groeit. En dan las ik dat ondernemers hun omzet zien dalen, maar wel beduidend minder dan ze een maand eerder nog dachten.
Waarom kiezen voor een negatieve titel? Alleen maar omdat het bericht daardoor beter gelezen wordt? Link Magazine hanteert dat instrument, ook door de brede media lustig gehanteerd om de traffic te verhogen, bewust niet. Natuurlijk publiceren we sombere verwachtingen, maar het accent in de koppen leggen we zo veel mogelijk op de lichtpunten, de houvasten.
In de sociale wetenschap is agendasetting een befaamde theorie. Die zegt zoveel als dat de media de agenda van de samenleving bepalen; die zouden bepalen wat mensen vinden en hoe ze zich gedragen. Zo eenvoudig ligt het natuurlijk niet: de realiteit doet ook een duit in het zakje. Zonder het virus en alle doden die daarvan het gevolg zijn geen coronacrisis. Maar als het om iets ongrijpbaars gaat als ‘consumenten- en ondernemersvertrouwen’, gaat het om emotie, om beleving. En dan maakt het veel uit of je leest ‘inktzwart’, of ‘meevaller’.
Ik open mijn mailbox en lees: ‘In sommige landen krijgt bbp veel hardere klappen van Covid-19’. Ik open toch maar het bericht en wat blijkt: de krimp is in Nederland het geringst.
Hoofdredacteur Link Magazine
@MartinvanZaalen
#linkmagazine