Bijna de helft van alle r&d-uitgaven van grote bedrijven wordt gedaan in samenwerking met gespecialiseerde mkb-bedrijven, kleine startende innovatieve bedrijven en/of kennisinstellingen en dit belang van samenwerking blijft onverminderd groot. Er lijkt daarnaast minder sprake van verplaatsing van r&d naar opkomende markten. Dat en meer blijkt uit de nieuwste R&D-barometer van VNO-NCW, een onderzoek onder de grootste r&d-intensieve bedrijven van Nederland.
De deelnemers aan het onderzoek (15) besteden in totaal zo’n 3,2 miljard aan r&d in Nederland. Hiermee dekken ze 72% van de industriële r&d en ruim 42% van de totale bedrijfs-r&d, waardoor de nieuwe barometer een representatief beeld biedt van de nieuwste trends onder de grote r&d-bedrijven. Enkele opvallende uitkomsten van de barometer 2017:
- Van de 3,2 miljard euro aan r&d-uitgaven van de bedrijven wordt bijna de helft (1,4 miljard euro), in samenwerking in Nederland gedaan.
- Bijna een half miljard euro wordt daarbij in samenwerking met gespecialiseerde mkb-bedrijven gedaan. Het gaat daarbij om naar schatting zo’n 500 tot 750 mkb-bedrijven.
- Twee derde van de r&d-bedrijven heeft inmiddels activiteiten met en voor innovatieve startende bedrijven.
- Er wordt met veel Nederlandse kennisinstellingen samengewerkt. Dominant zijn de vier technische universiteiten (inclusief Groningen), TNO en Wageningen University & Research.
Nederland scoort beter op locatiefactoren
Uit het onderzoek blijkt dat Nederland op bijna alle voor r&d-investeringen belangrijke locatiefactoren beter scoort dan vijf jaar geleden. Dat verklaart ook de roep om continuïteit in het innovatiebeleid die duidelijk naar voren komt uit de enquête. Fiscale instrumenten zoals de WBSO en de 30%-regeling voor talent worden als zeer belangrijk gezien. ‘Hiermee onderscheidt Nederland zich gunstig ten opzichte van andere landen,’ aldus één van de deelnemers aan het onderzoek. Ook de publiek-private samenwerking, zoals vormgegeven in de topsectoren, moet worden doorgezet en geïntensiveerd. ‘Daarbij kan meer nadruk komen op maatschappelijke uitdagingen maar moet niet het kind met het badwater worden weggegooid.’
Schaars talent
Ondanks de goede scores zijn er ook zorgen. Als belangrijkste locatie-factor noemen de r&d-bedrijven bijvoorbeeld de beschikbaarheid van talent. ‘Voor sommige technische functies is talent inmiddels zeer schaars wat een bedreiging vormt voor de concurrentiekracht van Nederland op termijn. Een studentenstop bij de tu’s is dan bijvoorbeeld ook funest’, aldus één van de deelnemende bedrijven. Ook bepleiten de r&d-directeuren extra investeringen in onderzoek en innovatie, waarbij wordt opgeroepen om vooral meer te investeren in fundamenteel (beta-technisch) onderzoek, publiek-private samenwerking, en innovatie in het mkb en bij start-ups. ‘De wetenschappelijke sinaasappel in Nederland is na jaren bezuinigen echt volledig uitgeknepen, zowel in het fundamentele als het toegepaste onderzoek, terwijl veel andere landen juist een tandje bij zetten’, merkt een van de bedrijven op.
Over de R&D-barometer
De bedrijven die deelnamen aan het onderzoek vertegenwoordigen wereldwijd ruim 23 miljard euro aan r&d-uitgaven. Gezamenlijk hebben de bedrijven bijna 60.000 onderzoekers in dienst. In Nederland besteden de deelnemende bedrijven zo’n 3,2 miljard aan r&d en hebben ze ongeveer 16.000 onderzoekers in dienst. Gemiddeld hebben de bedrijven ongeveer 40% van hun r&d in Nederland en de beslissingen over de r&d in Nederland worden primair in Nederland genomen.