Festo-cto Frank Melzer is sinds 1 januari de nieuwe stuurgroepvoorzitter van het Plattform Industrie 4.0. In dit grootste Duitse netwerk van industrie, politiek, overheden, kennisinstellingen en vakbonden worden afspraken gemaakt over de digitalisering van de Duitse industrie. Ook probeert dit netwerk internationaal tot afspraken te komen. Een gesprek met Melzer over de investeringsbereidheid bij het mkb, het niveau van overheidsinvesteringen, standaardisatie en competentieontwikkeling bij medewerkers.
Nee, een percentage van Duitse industriële ondernemingen dat serieus bezig is met het digitaliseren van producten en processen, kan Frank Melzer niet geven. Hij durft echter wel te stellen dat een groot deel van de Duitse industrie, inclusief vele mkb-bedrijven – de zogeheten ‘Mittelstand’ – die de motor vormen van deze sector, zich heel goed bewust is van het belang van digitalisering. ‘Maar het is deze ondernemers vaak nog niet duidelijk hoe zij er in hun eigen specifieke situatie de vruchten van kunnen plukken. De uitdaging is de mogelijkheden van digitalisering te koppelen aan de competenties van deze mkb-bedrijven. Zodat zij door connectivity meer controle kunnen krijgen over de kwaliteit van hun processen of door digitale technologieën energie kunnen besparen. Of met het vergaren van data uit die processen de service aan klanten veelzijdiger kunnen maken en verder kunnen verbeteren. Die brug moet geslagen worden, dat is de inzet van het Plattform Industrie 4.0 en partijen als de netwerkorganisatie voor machinebouwers VDMA, de Handelskammers, et cetera.’
Zinvol besteden
China investeert tussen nu en 2025 zo’n 130 miljard dollar alleen al in artificial intelligence (AI). De VS hebben daarvoor zo’n 30 miljard vrijgemaakt, terwijl de Duitse overheid er slechts enkele miljarden voor heeft gereserveerd. Maar Melzer wordt daar niet onrustig van. ‘Het ontwikkelen en toepassen van kunstmatige intelligentie is niet alleen een kwestie van heel veel geld. Een overheid moet ook zorgen dat dat geld op een zinvolle manier wordt besteed.’ Heel belangrijk is dat kennisinstellingen en technologische bedrijven elkaar op een productieve manier weten te vinden en te versterken. En dat met name het mkb daar goed bij betrokken wordt. ‘Politici moeten een sense of urgency creëren in de samenleving. Geld versterkt pas echt het concurrentievermogen als je een organisatie hebt staan die ervoor zorgt dat die gelden bij de juiste samenwerkingsverbanden tussen kennispartijen en bedrijven terechtkomen.’
Te veel gehypet?
Uitsluitend inzetten op AI brengt niet veel, vervolgt Melzer. ‘Misschien wordt AI op dit moment een beetje te veel gehypet. De impact ervan zal in de toekomst zeker hoog zijn, maar je kunt die technologie pas goed toepassen als allerlei andere technologieën beschikbaar zijn, andere competenties zijn ontwikkeld en overeenstemming is bereikt over het gebruik ervan. AI kan niet zonder de sensoren om data te vergaren uit processen, kan niet zonder inzicht in welke data relevant zijn, niet zonder een goede, goed beveiligde cloud-omgeving waarin data gemanaged worden. En kan zeker niet zonder goede afspraken, over privacy en met klanten over het gebruik van de resultaten, zodat die er ook blij van worden.’
Standaard uitdragen
Over afspraken maken gesproken: standaardisatie is een belangrijk thema voor het Plattform Industrie 4.0. Melzer constateert dat met een communicatiestandaard als OPC UA een belangrijke stap is gezet over hoe informatie wordt uitgewisseld. Meer uitdagingen biedt het maken van afspraken over welke informatie wordt gedeeld. Zo heeft het Plattform de Asset Administration Shell (I4AAS) geïnitieerd, een raamafspraak waarin is vastgelegd welke informatie binnen en tussen bedrijven bij het uitvoeren van orders gecommuniceerd moet worden. De opdracht van het Plattform Industrie 4.0 en andere organisaties is deze richtlijn uitdragen naar de industrie. In Duitsland en daarbuiten, vandaar de samenwerking met organisaties als ISO en OPC, aldus Melzer.
Duitsland te klein
Want hij realiseert zich terdege dat ook een sterke industriële natie als Duitsland veel te klein is om zelfstandig internationaal standaarden af te dwingen. Vandaar ook de samenwerking van zijn Plattform met collega-organisaties in onder meer Frankrijk, Italië en Nederland. In oktober werd tijdens het bezoek van ons koninklijk echtpaar aan Saarbrücken de samenwerking tussen het Plattform Industrie 4.0 en het Smart Industry Programma officieel gemaakt. Een samenwerking die zich concentreert op acht thema’s, van standaardisering tot het ontwikkelen van digitale businessmodellen. Inmiddels werkt het Duitse Labs Network Industrie 4.0 samen met het Nederlandse Smart Industry netwerk van fieldlabs aan praktijkcases.
Snellere transitie
Frank Melzer beseft dat de digitalisering veel vraagt van medewerkers en dat zij ondersteund moeten worden bij het zich eigen maken van nieuwe competenties. ‘Natuurlijk is er de afgelopen tientallen jaren veel veranderd, in elke sector. De agrarische sector van tegenwoordig is ook een totaal andere dan die van de jaren 60. Het verschil met eerdere transities is echter dat de digitalisering veel sneller gaat. Vandaar dat in de Working Group on Work, Education and Training van het Plattform modellen ontwikkeld worden om medewerkers in staat te stellen met die veranderingen mee te gaan. En zo vertrouwd te raken met life long learning.’
Festo als rolmodel
De Festo-man weet waar hij het over heeft. Festo, specialist in aandrijftechnologie, investeert met Festo Didactic immers al decennialang in het voortdurend scholen van eigen medewerkers en die van klanten en toeleveranciers. Het is dan ook geen toeval dat juist iemand van Festo nu de voorzittershamer bij het Plattform Industrie 4.0 mag hanteren. ‘Mijn voorgangers waren bestuurders van SAP en Siemens, veel grotere ondernemingen dan Festo. Met een omzet van 3 miljard euro zijn wij voor Duitse begrippen nog steeds een mkb’er en daartoe beter in staat te fungeren als rolmodel voor die voor de Duitse economie zo belangrijke Mittelstand. Wij kunnen de brug slaan, omdat wij aantonen dat ook een mkb’er die transformatie kan doormaken en zijn producten IoT-ready kan maken. Ook mkb’ers kunnen processen digitaliseren en de verkregen data inzichtelijk maken met voor de operators toegankelijke dashboards om zo processen te optimaliseren, et cetera. Niet door alles alleen te doen, maar juist door samen te werken met partners.’
AI belangrijke pijler
Ondernemersorganisatie voor de technologische industrie FME is een Platform Artificial Intelligence gestart voor ontwikkelaars en gebruikers van kunstmatige intelligentie in de technologische industrie. Met dit platform wil FME AI-bedrijven met elkaar verbinden, om zo het gebruik van kunstmatige intelligentie binnen de technologische industrie te versnellen. FME-lidbedrijven NXP, IBM, ABB, DAF, Tata Steel, KPN, Philips en ASML zijn bezig met het opstellen van een agenda voor het platform. De AI-agenda voor de technologische industrie is bedoeld om kansen te identificeren en te verzilveren en om concrete activiteiten op te zetten voor stakeholders, om zo de mogelijkheden van AI binnen de technologische industrie maximaal te benutten.
Volgens de ondernemersorganisatie groeit het gebruik van kunstmatige intelligentie in het bedrijfsleven sterk. Wereldwijd werkt 59 procent van de bedrijven met elementen van AI als (toekomstige) basis voor hun bedrijfsvoering, aldus de FME, die ook wijst op de aanwezigheid van AI als belangrijke pijler onder de Digitaliseringsstrategie van het Nederlandse kabinet.