De partners zijn er rotsvast van overtuigd dat fotovoltaïsche zonnepanelen op zee één van de belangrijkste bronnen van groene energie zijn voor de toekomst. Als dat op diezelfde locatie gecombineerd wordt met aquacultuur en offshore windenergie, dan maakt deze innovatieve technologie het bovendien mogelijk om de beschikbare ruimte efficiënter te gebruiken.
Het consortium werd, onder leiding van Tractebel, opgericht in het kader van de Vlaamse Blauwe Cluster en wordt sterk ondersteund door VLAIO. Dit project beschikt over een budget van ongeveer € 2 miljoen, wat het resultaat is van een samenwerking tussen de industrie en overheidssteun. Met die middelen wil het consortium nieuwe concepten ontwikkelen en testen uitvoeren in het laboratorium en in de praktijk om zo de eerste stappen te zetten in de richting van de commercialisering van de technologie.
Denis Lohest, CEO van Tractebel in België: ”Dit baanbrekend initiatief sluit perfect aan bij de ambitie van Tractebel om een wereldspeler te worden inzake offshore engineering voor energieproductie, -opslag en -transport. In navolging van onze actieve betrokkenheid bij één van ’s werelds eerste drijvende windparken is het nu een grote eer voor ons om samen te werken met de belangrijkste energiespelers voor de ontwikkeling van een nagelnieuwe technologie voor offshore zonnepanelen op locaties met hoge golven.”
Luc Vandenbulcke, CEO van DEME: “Bij DEME hebben we er alle vertrouwen in dat offshore zonnetechnologie (hoge golven) een belangrijke rol kan spelen bij het verwezenlijken van een duurzame energie-overgang. Dankzij onze knowhow, hightech uitrusting en innovatieve oplossingen, zijn we altijd al een pionier geweest op de markt van de hernieuwbare energie. We kijken er dan ook naar uit om met onze consortiumpartners samen te werken en ’s werelds eerste offshore zonne-energiepark op een locatie met hoge goven in België te ontwikkelen en te installeren.”
De partners van het consortium brengen alle nodige vaardigheden en expertise bijeen om van dit innovatieve project een succes te maken. Terwijl Tractebel een sterke reputatie geniet in engineering voor fotovoltaïsche technologie en offshore engineering, zijn DEME en Jan De Nul Group dan weer uiterst ervaren in werkzaamheden op zee en zijn ze betrokken bij de ontwikkeling en installatie van heel wat windparken. Soltech is expert in gespecialiseerde fotovoltaïsche zonnepanelen en de Universiteit Gent is één van de toonaangevende kenniscentra inzake offshore engineering, aquacultuur en ecosysteemstudies.
Margriet Drouillon, Senior Business Developer bij de Universiteit Gent: ”Dit multidisciplinaire project sluit perfect aan bij de sterke inspanningen van de Universiteit Gent om haar Onderzoek & Ontwikkeling op het vlak van mariene/maritieme wetenschappen en Blauwe Groei in het algemeen uit te breiden. Met het Laboratorium voor Aquacultuur, de Afdeling Milieutoxicologie en de Afdeling Maritieme Techniek beschikken we over drie gespecialiseerde onderzoeksgroepen die hun steentje bijdragen aan het project.”
De partners van het consortiums zijn de eersten in België die onderzoek doen naar deze oplossing voor offshore zonne-energie. Het is hun ambitie om als eerste offshore zonne-energieparken op te zetten in de Noordzee, eventueel in combinatie met windparken en/of aquacultuur. Op die manier positioneren de partners zich binnen deze nieuwe en snel evoluerende markt.
Philippe Hutse, Offshore Director bij Jan De Nul Group: ” We zijn trots dat we deel uitmaken van dit onderzoeksprogramma en deze innovatieve oplossing. Jan De Nul is sterk overtuigd van offshore duurzame energiebronnen en kijkt ernaar uit om alternatieve oplossingen zoals drijvende fotovoltaïsche zonnepanelen uit te werken als deel van de toekomstige offshore energiemix. Daarom willen we onze krachten bundelen met de industrie en de overheid om deze duurzame oplossing in een sneller vaarwater te brengen.”
Stefan Dewallef, Product Development Manager bij Soltech: “Soltech kijkt uit naar de uitdaging om fotovoltaïsche panelen te ontwikkelen die geschikt zijn voor op zee en die bestand zijn tegen de ruige offshore omstandigheden.”