Half september was HatchTech Group in De Klomp gastheer van de TalkING Industry-meeting, georganiseerd door ING Business Banking Industry regio Zuid-Oost en Link Magazine. De aanwezige ondernemers kregen een uitgebreid kijkje achter de schermen bij de innovatieve ontwikkelaar van broedoplossingen, die met voortdurende vernieuwingen en ontwikkelingen de concurrentie probeert voor te blijven. Dat gaat HatchTech goed af met onder meer een diervriendelijke uitkomstmachine waarmee het de enige in de markt is, en de grote stappen die het bedrijf zet op weg naar een wereld waarin geen pasgeboren haantjes meer hoeven te worden gedood.
Volop vertrouwen in Oekraïense productiesite
- ‘Het is de kunst om de luchtstroom in goede banen te leiden.’
- ‘We moesten heel wat details oplossen voordat het werkte.’
- ‘Nog altijd heeft niemand een werkend alternatief op de markt kunnen brengen.’
- ‘Om zaken in huis te kunnen houden, heb je een bepaald volume nodig.’
- ‘Dankzij een licentie hebben klanten continu de meest recente software.’
Het hoofdkantoor van HatchTech Group is gevestigd aan de Innovatielaan. Wie het verhaal van het bedrijf uit De Klomp hoort, kan niet anders dan concluderen dat die straatnaam perfect aansluit bij de activiteiten van de agrotechontwikkelaar. Sinds de oprichting van HatchTech – inmiddels bijna dertig jaar geleden in de garage van dga Tjitze Meter – is innovatie namelijk altijd het speerpunt geweest. Want de broedmachines waarmee HatchTech is groot geworden, bevatten meer technische hoogstandjes dan buitenstaanders zich realiseren.
Innovatie is altijd het speerpunt geweest
Voor een optimale groeicurve en een hoge kwaliteit kuikens moet de temperatuur in de broedkamer heel precies op 37,6 graden Celsius blijven. ‘Een ei produceert ongeveer evenveel warmte als een fietslampje’, weet Joost ter Heerdt, commercieel directeur bij HatchTech. In de meest verkochte voorbroedcellen van het bedrijf is plek voor zo’n 200.000 eieren. ‘Broeden is vooral koelen’, zegt Ter Heerdt dan ook. Dat doet HatchTech door continu gekoelde lucht over de eieren te laten stromen. Het kunstje waarin de engineers van HatchTech zich specialiseren, is die luchtstroom in goede banen leiden zodat er een homogene temperatuurverdeling heerst.
Hatch window
Tijdens een rondleiding neemt Ter Heerdt de deelnemers aan de TalkING Industry-bijeenkomst mee door de grote showroom van HatchTech. Hij geeft tekst en uitleg: ‘Na 18 dagen in een voorbroedmachine worden de eieren overgeheveld naar een uitkomstmachine. Die verhuizing is nodig omdat de eieren in de eerste 2,5 week om het uur moeten worden gekeerd. Dat gebeurt in onze machine uiteraard volautomatisch.’ Tijdens de overdracht wordt gelijk gecontroleerd of de eieren ook daadwerkelijk bevrucht zijn en of de embryo’s leven. De onbevruchte exemplaren worden verwijderd en gebruikt als grondstof in dierenvoeding.
Oorspronkelijk werkte HatchTech in de uitkomstmachine uitsluitend met simpele kratjes waarin alle bevruchte eieren komen te liggen. Maar het bedrijf uit De Klomp was daarmee niet tevreden. ‘De kuikens kruipen niet allemaal op hetzelfde moment uit het ei’, verklaart Ter Heerdt. ‘Dat zogenaamde hatch window kan oplopen tot wel 36 uur. In die tijd zitten de eerste kuikens in het donker zonder eten en drinken te wachten op de laatste. Ze verliezen dus gewicht, wat ze kwetsbaar maakt en kan leiden tot sterfte verderop in het proces.’
Gelijk eten en drinken
Bij de volgende immense broedkast laat Ter Heerdt zien hoe HatchTech dat probleem heeft opgelost. Hier liggen alle eieren in een speciale tray, zodat de kuikens gelijk toegang hebben tot eten en drinken wanneer ze uitkomen. ‘Dus in plaats van dat het gewicht van de eerstgeborenen omlaaggaat, gaat het juist omhoog. Het verschil bedraagt zo’n 15 procent’, zegt Ter Heerdt.
‘Het duurde even voor de industrie het voordeel in de gaten had’
De innovatie in dit HatchCare-systeem is niet alleen de tray en het geoutilleerde leefgedeelte. ‘Een kuiken heeft behoefte aan een andere temperatuur dan een ei. Sowieso mag de lucht niet te hard door die leefgedeeltes stromen, maar ook niet te zacht. En we moeten ervoor zorgen dat de watergootjes niet vervuild raken terwijl er toch constant levende kuikens uit drinken’, somt Ter Heerdt de uitdagingen op. ‘We moesten heel wat details oplossen voordat we zo ver waren dat het werkte.’ Juist die details maken dat het HatchCare-systeem moeilijk te kopiëren valt. ‘Wij hebben dit nu zo’n tien jaar geleden geïntroduceerd en nog altijd heeft niemand een werkend alternatief op de markt kunnen brengen.’
Dierenwelzijn als verkoopargument
Die monopoliepositie wil niet zeggen dat het verkooptraject van de HatchCare-oplossing eenvoudig is. De voorsprong van de kuikens bij de start betaalt zich namelijk pas terug als ze verder groeien in de stal. ‘Het duurde even voordat de hele industrie het voordeel goed in de gaten had. Maar inmiddels zijn we uit de fase van de early adopters en gaan alle grote spelers met dit systeem aan de slag’, stelt Ter Heerdt.
Dat de industrie niet alleen gecharmeerd is van de economische baten, blijkt als Ter Heerdt vertelt over enkele klanten die het HatchCare-systeem puur hebben gekocht vanwege het dierenwelzijn. ‘De pasgeboren kuikens worden immers beter verzorgd waardoor er minder sterven. De aandacht voor animal welfare doet het goed in hun marketing. Dat het eindresultaat ook beter is, was bijna bijzaak.’
Geautomatiseerde laseroplossing
Dierenwelzijn is een belangrijke drijfveer achter de tweede hoofdtak van HatchTech. Mede gedreven door Duitse wetgeving is het bedrijf al enkele jaren bezig een oplossing te ontwikkelen en bouwen om te vermijden dat bij de kweek van legkuikens alle mannetjes na de geboorte meteen worden gedood (bij vleeskuikens is die selectie niet nodig). Wereldwijd gaat het over honderden miljoenen haantjes per jaar. ‘We verwachten voor de toekomst veel van die ontwikkeling’, zegt HatchTech-cfo Rogier Schutte. ‘Want als je eenmaal die richting bent ingeslagen en het doden van haantjes kunt voorkomen, is dat onomkeerbaar.’
En de ontwikkelingen rond gendersortingoplossingen – bij HatchTech samengevat onder de spitsvondige term Respeggt – gaan heel hard. In de showroom bestempelt Ter Heerdt de opgestelde machines zelfs al als museumstukken, terwijl de eerste systemen nog maar een paar jaar geleden op de markt verschenen. ‘De eerste gedachte was om na negen dagen in het broedproces met een naald de eierschaal door te prikken en wat vloeistof uit het ei te zuigen. Met een PCR-test konden we dan bepalen of het een haantje of een hennetje zou worden, en daarna alle mannetjes eruit halen.’ Dat systeem werkte en een Duitse supermarkt kreeg de primeur; die kon als eerste eieren verkopen waar in de keten geen haantjes werden gedood. De naaldmethode had wel de nodige restricties, onder meer in de snelheid. Inmiddels is HatchTech daarom doorgeschoven naar een geautomatiseerde laseroplossing.
In huis of uitbesteden?
Terug in de vergaderzaal raken de deelnemers van de TalkING-meeting in gesprek over de keuze om de productie uit te besteden of in eigen huis te houden. Koen te Lintelo, algemeen directeur van ATD Machinery, een oem’er in de nichemarkt van sigaren produceren en verpakken, zegt daarover: ‘We hebben een vrij groot portfolio. En met de gewaardeerde never ending improvement-mentaliteit van onze engineers zal dat niet snel veranderen. De productie gebeurt tot nu toe altijd in onze fabriek in Hapert, maar we zijn nu met een proef bezig om een paar volledig uitontwikkelde modules bij een externe partij te laten assembleren. Vooral als alternatief voor het inhuren van flexwerkers. Daarnaast dwingt het ons om het hele proces qua tekeningen, orders, magazijn et cetera nog verder op orde te hebben.’
Pieter de Kinkelder, directeur van familiebedrijf Kinkelder Metal Solutions uit Zevenaar, vult aan: ‘Om zaken in huis te kunnen houden, heb je een bepaald volume nodig. Poedercoaten besteden we bijvoorbeeld uit. We zouden het ook zelf kunnen doen maar als het volume vrij klein is, is het vaak handiger om een partner te zoeken die vergaand gespecialiseerd is.’ Hij plaatst er gelijk een kanttekening bij: ‘Als zo’n toeleverancier het druk heeft, kun je als kleine klant weleens achteraan de rij komen te staan. Dat zou weer een reden zijn om het juist in eigen beheer te houden.’
Naar de 100 procent
HatchTech hanteert de duidelijke strategie om zo veel mogelijk intern te houden. ‘Bijna 75 procent van onze totale inkoopbehoefte produceren we zelf en het is onze missie om dat zo dicht mogelijk naar 100 procent te brengen’, aldus Schutte. In 2008 begon het bedrijf te sourcen in China. ‘Dat leek destijds het land met de gouden bergen. De kwaliteit was acceptabel en de inkoopkosten waren laag. Rond 2015-2016 begon China echter zijn glans te verliezen, omdat de prijzen opliepen.’
HatchTech ging op zoek naar een alternatieve productielocatie en kwam uit in Oekraïne. Dat de broederijspecialist die fabriek – ondanks de oorlog – als volwaardig onderdeel van de familie ziet, blijkt uit het feit dat het een jaar geleden is gestart met flinke uitbreiding. Schutte en zeker algemeen directeur Meter reizen nog steeds zeer regelmatig naar Oekraïne. ‘Het is bijzonder om te zien hoe de 150 medewerkers daar ondanks de situatie ontzettend gedreven zijn’, aldus Schutte. Die werkhouding was toch al een reden om voor dat land te kiezen. Plus de beschikbaarheid van goed opgeleide arbeidskrachten en de lagere personeelskosten. ‘De recente investering is voor onze collega’s daar de beste motivatie, want het laat zien dat we absoluut vertrouwen hebben in de toekomst.’
Niet alleen kippenbusiness
Behalve voor kippeneieren ontwikkelt HatchTech ook broedoplossingen voor kalkoenen en eenden. De markten voor die dieren zijn beduidend kleiner waardoor daar niet de focus ligt. Maar, zoals Joost ter Heerdt vertelt, het succes van het HatchCare-systeem voor kippen triggerde een Amerikaanse kalkoenenboer. ‘Of we dat ook voor kalkoenen konden? Nou zijn dat nogal ingewikkelde dieren. Ze zijn bijvoorbeeld heel gevoelig voor temperatuurschommelingen en kunnen het water maar moeilijk zelf vinden.’ Na een lange test- en ontwikkelfase met een omgebouwde kippenmachine staat er in de VS een diervriendelijke broederij speciaal voor kalkoenen. ‘Daar broedt die ondernemer nu 40 miljoen kalkoenenkuikens per jaar uit.’
AI in de praktijk: fruit sorteren
Het tweede gespreksonderwerp van de TalkING-meeting is het gebruik van kunstmatige intelligentie. Frank Niels van Perfect Van Wamel vertelt hoe dat bij zijn bedrijf gaat. ‘We ontwikkelen en leveren onder meer sorteermachines voor groenten en fruit. Traditioneel kochten we het visionsysteem in en bouwden we alleen de hardware’, aldus de algemeen directeur van het bedrijf uit Beneden-Leeuwen. ‘Sinds een paar jaar werken we nu samen met het Amsterdamse M2L (inmiddels onderdeel van AMD, red.) aan een AI-oplossing voor appels.’ AI is daarvoor een geschikte technologie omdat de appels elke dag anders zijn. ‘En toch moeten we steeds kunnen detecteren of een stipje gewoon een natuurlijke vlek is of bijvoorbeeld een rotte plek, een schimmel of een vogelbeet. Daarop kun je het AI-model trainen.’
Perfect Van Wamel heeft de eerste machines met deze slimme technologie inmiddels in het veld staan. ‘We hebben ons businessmodel ietwat aangepast’, vertelt Niels. ‘Klanten betalen nog steeds een aanschafbedrag, maar daarnaast bieden we ze een licentie aan zodat ze continu de meest recente software beschikbaar hebben.’ Want, zo benadrukt Niels, het AI-algoritme wordt steeds slimmer. ‘We kunnen het nu voor de meest voorkomende appel- en perenrassen; dat was al een aardige uitdaging. Uiteindelijk willen we de selectietechnologie ook kunnen verkopen aan fabrikanten van sorteermachines van bijvoorbeeld mango’s, tomaten en paprika’s.’