Ellen de Brabander VP r&d PepsiCo: De food is in een ‘perfect storm’ beland

0

Cover artikel Link magazine september uitgave 2019

Met al die veranderingen en (dwingende) regelgeving moet Ellen de Brabander iets. En dat doet de r&d senior vice president global functions, governance & compliance van PepsiCo dan ook.  Voedsel is onze allereerste levensbehoefte en staat dan ook volop in de maatschappelijke schijnwerpers. En, door alle zorg over klimaatverandering, gezondheid en voedselveiligheid, nu meer dan ooit tevoren. In combinatie met de sterk toegenomen productdifferentiatie en impact van het internet, heeft dat ervoor gezorgd dat de foodsector in een ‘perfect storm’ is beland.

– ‘De consument wil veel meer transparantie.’

– ‘Iedereen met een leuk product idee kan er eenvoudig mee de markt op.’

– ‘Nieuwe regels maken het ontwikkelproces steeds complexer.’

– ‘Soms is het juist een voordeel als je als tweede met iets nieuws komt.’

Topmanager Ellen de Brabander moet r&d PepsiCo door een uitdagend tijdperk leiden

Op weg naar het interview gaat het op de radio over het laatstverschenen, alarmerende rapport van het IPCC, het wetenschappelijk klimaatbureau van de Verenigde Naties. Daarin wordt gewaarschuwd dat de groei van de wereldbevolking om meer voedsel vraagt, terwijl de productiecapaciteit van onze planeet door de klimaatverandering juist omlaag gaat. Dus moet de mens de schaarse landbouwgrond op een duurzamere manier gaan gebruiken en zijn eetgewoontes veranderen, met minder vlees en zuivel op het menu.

 Toeval?

Toeval dat juist nu, op weg naar een topmanager van een van de grootste foodbedrijven ter wereld, dit onderwerp in het nieuws is? In het gesprek wordt al snel duidelijk dat van toeval nauwelijks sprake is. Als eerste levensbehoefte krijgt voedsel altijd veel media-aandacht. En de laatste jaren is er, in de woorden van Ellen de Brabander, een ‘perfect storm’ opgestoken: in het realiseren van de meeste van de Sustainable Development Goals voor 2030 van de VN speelt de foodsector een belangrijke rol. Het bereiken van die doelen vergt een drastische verandering van wat we eten en waar en hoe het eten wordt geproduceerd.

‘Smaak is bij uitstek altijd onze onderscheidende kwaliteit’

Nu beschikken wij over de testdata van veel producten die we al eerder vermarkt hebben. Deze resultaten kunnen we gebruiken om modellen te bouwen en sneller de sweet spot van ingrediënten en de beste procescondities voor een specifieke innovatie te vinden. Dat zal een hoop testwerk schelen.

De omvang van de wereldbevolking wordt geraamd op 10 miljard in 2050 (VN, 2019, red.). Om daarvoor voldoende voedselgrondstoffen te produceren, lijkt er vanwege de klimaatverandering te weinig land te zijn. ‘Dus wordt het belangrijker’, schetst De Brabander, ‘dat er minder voedsel verloren gaat – over de hele keten is dat nu 30 tot 40 procent. Daarom klinkt ook de roep om producten te maken die minder grondstoffen vergen. En om ze gezonder te maken, met meer natuurlijke ingrediënten en minder vet, suikers en synthetische kleur- en smaakstoffen. Daardoor zullen de zorgkosten lager uitpakken. Die geluiden waren al langer te horen, maar juist de laatste jaren klinken ze veel luider. Net als de vraag naar milieuvriendelijkere verpakkingen, met minder plastic. En een steeds grotere groep van consumenten wil de precieze samenstelling en herkomst van het voedsel weten: welke ingrediënten zitten erin en hoe en door wie is het geproduceerd? De consument wil veel meer transparantie.’

 Meer concurrentie en differentiatie

De Brabander vervolgt met het duiden van meer maatschappelijke trends die de foodsector in beweging zetten. Kon een bedrijf als PepsiCo lange tijd profiteren van een grote merkentrouw van de consument, tegenwoordig kiest die veel makkelijker voor het huismerk. Daarnaast is de concurrentie van start-ups sterk toegenomen. ‘Iedereen met een leuk productidee kan er eenvoudig mee de markt op. Dankzij de ruime beschikking van venture capital, de aanwezigheid van third parties die de faciliteiten in huis hebben om voor die starters een scala van producten te fabriceren, de mogelijkheid om via internet je klanten te bereiken en het fijnmazige distributienetwerk van de webshops.’ Voorts constateert ze dat haar sector geconfronteerd wordt met steeds meer differentiatie in behoeften: ‘Verschilden die vroeger hooguit per land, nu wil de ene streek net iets meer of juist minder zout dan de ander, meer knapperigheid of wél die paprika-flavour – voor chips is die smaak trouwens nergens populairder dan in Nederland. Ook zijn er subdoelgroepen ontstaan, zoals ouderen, sporters en – echt iets van de laatste tijd – gamers, die eigen drankjes willen. Producten die een steeds kortere life cycle hebben. Zeker als ze gekoppeld zijn aan events als de Canal Parade, de Super Bowl of de kerst, is dat een kwestie van weken’, aldus De Brabander.

 Transparantie

Aan al die nieuwe behoeftes, die gepaard gaan met strengere en nieuwe eisen van de autoriteiten, moet de r&d senior vice president global functions, governance & compliance zich iets gelegen laten liggen. En dat doet ze dan ook, samen met haar team van ongeveer 900 mensen wereldwijd. ‘Niet alleen moeten we inspringen op de vraag naar nieuwe, meer customized producten; door nieuwe regels wordt het ontwikkelproces ook steeds complexer. Er moeten nieuwe, lokale ingrediënten worden gebruikt, voedingsclaims moeten worden ingebouwd. Er moeten mildere verwerkingsprocessen worden gebruikt, die extra eisen stellen aan de voedselveiligheid en aan het gebruik van installaties van partners.’ En het moet transparanter, niet alleen omwille van de consument, maar ook van toezichthouders als de FDA (Food and Drug Administration) en de EFSA (European Food Safety Authority): een product moet compliant zijn, voldoen aan een breed eisenpakket (dat voortdurend wordt bijgesteld en aangevuld) en daarop goed en snel controleerbaar zijn. Een grote uitdaging, temeer daar wat in het ene land geen probleem is, dat in het buurland wel kan zijn. ‘Inspelend op die vraag naar gezonde producten, hebben wij bijvoorbeeld een proces ontwikkeld voor de productie van sinaasappelsap met de sinaasappelvezels er nog in. Goed voor het milieu en goed voor de consument. Maar ook verwarrend, want door de aanwezigheid van die vezels mogen we het in de EU niet langer ‘100 procent fruitsap’ noemen.’

 Vroeg instappen

Een van de opdrachten van De Brabander is om dit soort situaties zoveel mogelijk te voorkomen, door al vroeg in het politieke beleidsvormingsproces in te stappen, voordat er wetten en richtlijnen zijn. Vandaar dat zij en haar mensen frequent in Brussel en Washington zijn te vinden, voor overleg met de autoriteiten daar. ‘Wij maken ons sterk voor “smart” regelgeving, gebaseerd op de wetenschap en zo uniform en voorspelbaar mogelijk. In de snel veranderende wereld is de dialoog tussen alle betrokkenen essentieel.’

Hoe dan ook, de bandbreedte waarbinnen haar r&d-mensen met hun productinnovatie moeten blijven, wordt steeds smaller. ‘PepsiCo draagt daar ook zelf aan bij. Er mag bijvoorbeeld in onze Quakerproducten niet meer dan zoveel procent suiker, zout en vet zitten en minimaal zoveel procent vezels, terwijl ze natuurlijk wel goed moeten blijven smaken – smaak is bij uitstek altijd onze onderscheidende kwaliteit. Wij leggen ons die uitdagingen ook zelf op, wereldwijd.’

 Data benutten

Al die nieuwe eisen en veranderingen vragen van PepsiCo een andere, meer efficiënte en snellere manier van ontwikkelen en produceren. ‘Daartoe zie ik zelf enorm potentieel in het benutten van de data waarover we beschikken. Het ontwikkelen van nieuwe voedingsproducten is nog veel trial and error. Daarbij wordt er veel getest: van consumentenvoorkeuren tot houdbaarheidsdata, van vochtgehaltes in ingrediënten tot percentages gluten of eiwitten in het eindproduct. Nu beschikken wij over de testdata van veel producten die we al eerder vermarkt hebben. Deze resultaten kunnen we gebruiken om modellen te bouwen en sneller de sweet spot van ingrediënten en de beste procescondities voor een specifieke innovatie te vinden. Dat zal een hoop testwerk schelen. Ook kunnen we data in principe benutten om te achterhalen uit welke regio ingrediënten komen, van belang om bijvoorbeeld snel de oorzaak en omvang van een kwaliteitsprobleem vast te stellen. ‘

 Voorspellen lastig

Zo ver is PepsiCo nog niet, benadrukt De Brabander: ‘Zoals veel foodbedrijven is ook dit bedrijf opgebouwd uit vele acquisities, met elk hun eigen informatiesysteem en manier van registreren. In die integratieslag lopen we wellicht wat achter op andere sectoren. Een Amazon is natuurlijk een meester in het integreren van verschillende datasets.’

Vooralsnog is het met big data voorspellen van marktsucces in de food heel lastig, weet de r&d senior vice president ook. ‘Toen ik eerder in mijn loopbaan in de farmacie werkte, wist ik jaren van tevoren vrijwel zeker in hoeverre een bepaald medicijn een succes zou worden. In food is dat veel lastiger. Een lekker product met goede voedingswaarden is geen garantie voor succes. Er is zoveel keus, er zijn zoveel extra factoren. Door een nieuw product van de concurrent kan het allemaal anders uitpakken. Niet eens per se slechter: soms is het juist een voordeel als je als tweede met iets nieuws komt.’

Maakbaarheid

Meer efficiency vergt ook dat PepsiCo r&d veel aandacht heeft voor de maakbaarheid van die nieuwe Lay’s Superchips Spicy Mayo Limited Edition of die Quaker Kids Crunchy Mix-Up met knapperige dierenfiguurtjes. ‘Daarom doen ook wij zaken met third parties. Als die al een lijn hebben staan waarmee zij dat nieuwe product voor ons kunnen maken – desnoods na wat technologische aanpassingen – kloppen we daar aan. Waarbij we wel vasthouden aan onze minimale kwaliteits- en voedselveiligheidseisen.’ En daarin kan PepsiCo ver gaan, zo illustreert ze: ‘Voor een nieuw type appelsap hadden we een third party in de arm genomen. Maar hun appelboeren waren gewend ook de appels toe te leveren die op de grond waren gevallen, terwijl wij uitsluitend van geplukte appels gebruik willen maken. Wij gaan dan op zoek naar een oplossing die voor de boer en voor ons werkt. Bijvoorbeeld naar een efficiënte manier om opgeraapte appels eerst goed te controleren en ze dan alsnog te gebruiken.’

Duurzame supply chain

Het brengt De Brabander op het VN-rapport en op EIT Food, een door de EU gesubsidieerd partnership van ruim vijftig grote en kleine foodbedrijven en wetenschappelijke partijen, dat zij heeft opgezet en waar ze van 2016 tot 2018 als interim-ceo leiding aan gaf. Doel van dit ‘grootste publiek-private partnership in de foodsector’ is de ontwikkeling van een duurzame food supply chain met een centrale rol voor de consument. ‘EIT Food wil de katalysator zijn voor de foodsector zodat deze daadwerkelijk een belangrijke rol zal spelen bij het bereiken van de Sustainable Development Goals van de VN. En ervoor zorgen dat de sector slimmer gaat werken, meer gebruik gaat maken van data en aantrekkelijker wordt voor talent.’

Enorme impact

Wie het cv van Ellen de Brabander bekijkt, ziet al snel dat zij ook zo’n talent is. Cum laude afgestudeerd en gepromoveerd aan de Universiteit Leiden, gevolgd door een postdoctoraal moleculaire biologie aan het MIT. En al op jonge leeftijd (42 jaar) vervulde ze de functie van cto, eerst bij DSM, later bij Intervet (voormalig AKZO) en Merial. Maar wie het productportfolio van haar huidige werkgever bekijkt – goeddeels bestaande uit funproducten als chips en frisdranken – bekruipt ook het gevoel dat haar talent beter besteed zou zijn aan bijvoorbeeld (het managen van) de ontwikkeling van medicijnen, waarop ze zich eerder toelegde. ‘Dat begrijp ik heel goed. Maar ik vind mijn werk hier belangrijk vanwege de enorme impact van dit bedrijf. Ruim een miljard keer per dag nuttigt een mens ergens ter wereld een van onze producten. Als ik er dan aan kan bijdragen dat die producten wat gezonder zijn – zo je wilt, minder slecht – en duurzamer geproduceerd worden, geeft dat veel voldoening.’

Winning with Purpose

Ramon Laguarta ceo PepsiCo

Ellen de Brabander heeft, ofschoon met haar gezin woonachtig in Venlo, haar standplaats in New York. Want daar staat het hoofdkantoor van PepsiCo. De Amerikaanse multinationale fabrikant van food, snack en frisdranken is bekend van merken als Pepsi, Tropica, Quaker, Gatorade, Dorito en Lay’s. In 2018 scoorde de onderneming een omzet van ruim 66 miljard dollar met de verkoop in meer dan 200 landen. In Nederland zijn er ongeveer 630 medewerkers werkzaam, behalve in het hoofdkantoor in Utrecht op de productielocaties in Rotterdam (Quaker), Zaandam (Duyvis) en Broek op Langedijk (Lay’s, Cheetos).

Onder de vorig jaar oktober aangetreden ceo, Ramon Laguarta, heeft PepsiCo dit jaar een nieuwe visie gedefinieerd: ‘To Be the Global Leader in Convenient Foods and Beverages by Winning with Purpose. Winning with Purpose is the next chapter in our purpose agenda and conveys our belief that sustainability can be an even greater contributor to our success in the marketplace.

 

Cv Ellen de Brabander

1963: geboren in Leiden

1980-1985: scheikunde, Universiteit Leiden, cum laude

1985-1989: promotie scheikunde, Universiteit Leiden, cum laude

1989-1990: postdoc MIT (VS) bij Nobelprijswinnaar H.G. Khorana

1990-2006: DSM, verschillende functies, tot interim chief technology officer (cto)

2006-2008: Intervet (eerst Akzo, nu Merck), cto

2008-2014: Merial (nu Boehringer Ingelheim), cto

2014-heden: PepsiCo, senior vice president r&d

2012-heden: Hogere Agrarische School Den Bosch, lid raad van toezicht

2016-2018: EIT Food, ceo

2016-heden: Open Universiteit, lid raad van toezicht

2018: bestuurslid New York Academy of Sciences; penningmeester International Life Science Institute; lid WEF Davos (niet-overdraagbare ziekten)

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Verified by ExactMetrics