Nationale Statistische Instituten (NSI’s) zoals het CBS verzamelen niet alleen cijfers over hun eigen land, ze staan ook internationaal met elkaar in contact. Hierbij stellen ze onder meer met elkaar vast welke statistieken door landen minimaal moeten worden gemaakt en welke methodologie daarbij het beste gehanteerd kan worden. Dit garandeert dat je de statistieken van verschillende landen goed met elkaar kunt vergelijken. De coördinatie verloopt via overkoepelende organisaties zoals Eurostat, de Verenigde Naties en de OESO. Door dit alles kunnen op velerlei terreinen statistieken over verschillende landen naast elkaar worden gepresenteerd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan cijfers over de pandemie die onder meer door de WHO en de John Hopkins University op het internet worden gezet.
De internationale statistische gemeenschap is in deze pandemie niet alleen leverancier van cijfers maar voelt zich ook nauw betrokken bij de bestrijding van het coronavirus en de negatieve gevolgen die het direct en indirect heeft. Zij probeert dan ook snel relevante en nauwkeurige cijfers te publiceren. Hierbij wordt zij goed geholpen door nieuwe databronnen die door vele partijen (tijdelijk) beschikbaar worden gesteld. De nieuwe bronnen zijn nodig omdat de traditionele dataverzameling soms door lockdowns is bemoeilijkt of omdat er nieuwe of snellere informatie nodig is. Hierbij gaat het naast medische ook om niet-medische gegevens. Want het virus en de hiertegen genomen maatregelen hebben grote gevolgen voor de economie en de samenleving. Voor Nederland probeert het CBS probeert deze zo goed mogelijk in beeld te brengen, onder andere via het dashboard Welvaart in coronatijd. Ook statistiekbureaus in andere landen maken dit soort dashboards. Het CBS is met hen en met internationale organisaties zoals Eurostat en de VN/ECE (de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties) in gesprek om betere internationale overzichten te maken.
Momenteel zitten we in een periode van verhoogde wekelijkse sterfte, die samenvalt met de opkomende tweede golf van de corona-epidemie in Nederland. Wel bleef in week 41, nu twee weken geleden, een verdere stijging uit. Dezelfde conclusies gelden ook voor een groep die extra aandacht behoeft, de Wlz-zorggebruikers waaronder bewoners van verpleeghuizen. De gevolgen van de eerste golf van de corona-pandemie in Nederland waren in sommige opzichten al uitgewerkt. Zo was het sterk teruggelopen aantal afgesloten huwelijken en partnerschappen in augustus tezamen weer terug op het niveau van eerdere jaren. Wel ligt het aandeel partnerschappen nu hoger. Ook het aantal geregistreerde misdrijven is na een daling in het voorjaar vanaf de zomer weer terug op het oude niveau. Het aantal overnachtingen door Nederlanders in Nederlandse logiesaccommodaties lag in juli zelfs boven het normale niveau, al had dat natuurlijk alles te maken met al dan niet zelfopgelegde beperkingen ten aanzien van buitenlandse reizen.
Zaken als luchtvaart, consumptie en werkloosheid zijn echter nog verre van teruggeveerd. Nu we een tweede, gedeeltelijke lockdown zijn ingegaan, nemen de zorgen over de economie verder toe. Nadat de economie in het eerste kwartaal al was gekrompen, kromp de Nederlandse economie in het tweede kwartaal met 8,5 procent ten opzichte van een kwartaal eerder. Dit was de sterkste krimp ooit gemeten.