‘Goede ouders zijn de betere werknemers’, aldus de stelling van Ralf Kriechbaum. Hun werkgevers zouden die extra kwaliteiten beter moeten benutten, maar dat gebeurt vaak niet omdat het management er te weinig vertrouwen in heeft. Ten onrechte, zo stelt ondernemer en professor bedrijfseconomie van de university of applied science van het Zuid-Duitse Rosenheim. Immers, ouders hebben veel kwaliteiten nodig om hun kinderen op te voeden.
‘Als een kind zijn bord niet wil leegeten moeten ouders samen, door te experimenteren, een strategie bedenken die wel helpt. Als er ruzie is tussen de kinderen moet die opgelost worden. Dat vergt allerlei kwaliteiten als kunnen luisteren, observeren en reflecteren, het vergt geduld en volharding, maar ook je kwetsbaar kunnen opstellen. Privé als ouder, maar ook bijvoorbeeld als vrijwilliger bij de sportclub, ontwikkelen mensen allerlei kwaliteiten waarmee ze als werknemer hun bedrijf en de processen erbinnen beter, efficiënter en effectiever kunnen laten functioneren. Zelfstandig, want thuis kunnen ze het ook zonder een manager boven zich.’
Dit inzicht werd Kriechbaum verschaft door psycholoog en opvoedkundige Joachim Lask. Dat was in de tijd dat hij de Oostenrijkse vestiging van een Duitse afdichtingenfabrikant als ceo onder zijn hoede kreeg. Daar werd hij geconfronteerd met de slechte veiligheidsscores van de plant. ‘Elk jaar weer vielen er gewonden, soms zelfs doden. Er waren al verschillende externe consultants met het personeel in de weer geweest, maar niets hielp: de vestiging stond qua veiligheid helemaal onderin de benchmark van alle vestigingen van de fabrikant. Ik kreeg een jaar de tijd om daar wat aan te veranderen en heb toen de ideeën van Lask toegepast.’ Praktisch betekende het dat een werknemer een training van een halve dag kreeg in veiligheid en vervolgens de rest van de week de safety buddy – ‘Sicherheitskumpel’ – was van zes andere werknemers. ‘Hij moest ervoor zorgen dat die zes alle veiligheidsmaatregelen ook daadwerkelijk uitvoerden. Hoe die buddy dat overbracht was helemaal aan hem. Misschien door een meeting te organiseren en iedereen de ruimte te geven met oplossingen te komen. Zoals hij thuis, in gesprek met zijn gezin, zijn kinderen de gelegenheid geeft met ideeën te komen. De week erop was één van de andere zes de buddy. Na een jaar was de vestiging de beste van de benchmark.’
Dezelfde werkwijze is te hanteren als een bedrijf lean moet gaan werken, of als het wil digitaliseren om de processen vergaand te flexibiliseren. ‘Bij de implementatie van Industrie4.0-technologie wordt vaak de fout gemaakt externe specialisten naar binnen te halen en die te laten bepalen welke processen hoe gedigitaliseerd moeten worden. Dat terwijl digitalisering door de werknemers als een bedreiging wordt gezien omdat hun baan erdoor op het spel kan komen te staan. Dus laat werknemers zelf bepalen wat het probleem is en hoe dat door te digitaliseren kan worden opgelost. Laat ze zelf uitvinden welke data ze nodig hebben om te bepalen hoe de kwaliteit omhoog kan en de doorlooptijd korter. Hij kent zijn eigen proces immers het beste en heeft van huis uit alle competenties geleerd die nodig zijn om problemen op te lossen.’
‘Zeventig procent van wat een mens tijdens zijn leven leert, leert hij in een informele omgeving, niet van een docent of een leidinggevende. Het is aan het management zijn mensen de ruimte te geven ook die competenties in te zetten, om te experimenteren en beslissingen te nemen.’ Ralf Kriechbaum heeft, samen met Joachim Lask, zijn ideeën, over hoe de werknemer – in casu de ouder – een bepalende rol gegeven kan worden in de transformatie naar Industrie4.0, neergelegd in het boek ‘Gute Eltern sind bessere Mitarbeiter’, Springer-Verlag GmbH Deutschland 2017.