Steeds meer partijen plukken de vruchten van digitalisering. Of het nu gaat om het stroomlijnen van de supply chain of het ontwikkelen van andere verdienmodellen. Maar voor welke uitdagingen komt een bedrijf te staan dat vergaand wil digitaliseren? En hoe kan ict een enabler zijn als de organisatie in een ingrijpend veranderproces zit? Tijdens het Link Café van eind januari op Brainport Industries Campus in Eindhoven behandelden Nedschroef Herentals en NTS enkele praktijkvoorbeelden. De sprekers vroegen de zaal meteen even om raad.
– ‘Aanpassingen tijdens het productieproces worden vaak nog op papier bijgehouden.’
– ‘Het verzamelen van data is niet hetzelfde als sturing.’
– Predictive maintenance is een must.
– ‘We willen één platform voor alle datastromen in het gehele bedrijf.’
– ‘Alles draait hier om business improvement readiness.’
Link Café over het hoe en waarom van digitalisering
Evert Rietdijk, general manager van Nedschroef Herentals, laat tijdens zijn presentatie een foto zien van een magazijn vol enorme rollen papier: de tekeningen van de machineontwerpen die Nedschroef heeft gerealiseerd. Koninklijke Nedschroef Holding in Helmond bestaat zo’n 125 jaar en maakt bouten, moeren en andere bevestigingsmiddelen, van klein tot zeer groot. Nedschroef Herentals in België, een eindje onder Turnhout, bouwt de machines die al die onderdelen kunnen produceren. De machines staan bij Nedschroef zelf en bij tal van klanten over de hele wereld. Rietdijk: ‘We hebben een installed base van ongeveer 1.200 machines, met elk al snel 7.000 onderdelen. De machines gaan twintig, dertig jaar mee. Natuurlijk hebben we digitale documenten: veel tekeningen, stuklijsten, smeersystemen en dergelijke zitten in de computer. Maar ja, als we een machine aan het maken zijn en er komen aanpassingen tijdens het productieproces, dan worden die vaak nog op papier bijgehouden.’
Koppeling ontbreekt
Nedschroef Herentals wil veel meer digitaliseren. Rietdijk: ‘We zijn vorig jaar bij elkaar gaan zitten. Wat is onze digitale agenda, waar gaan we naartoe? Onze machines bevatten een overvloed aan elektronica, we meten veel, we verzamelen veel data. Maar dat is niet hetzelfde als sturing, laat staan als een helder businessmodel. Er komt veel informatie uit het proces, maar er is geen koppeling.’
Wat is digitaliseren eigenlijk, wil iemand uit de zaal weten. ‘Dat is realtime informatie gebruiken die uit een machine of een compleet proces komt om het geheel optimaal aan te sturen’, antwoordt Rietdijk zonder haperen. Het ‘waarom’ is ook klip en klaar: digitaliseren moet leiden tot meer service, grotere klanttevredenheid, extra omzet, minder kosten, hogere productiviteit, een slimmere organisatie en veiliger werken.
Welke stappen?
‘Nedschroef wil als bedrijf voorop blijven lopen. Qua digitalisering willen we van alles, maar we zijn er nog lang niet. We hebben CAD, we hebben ERP, we zijn bezig met CRM, elke machine zit vol sensoren, 265 meetpunten per stuk. Binnen twee jaar willen we goede digital twins van onze ontwerpen maken. We denken over een webshop, meer online service support en gepersonaliseerd advies.’ Maar hoe Nedschroef daar precies moet komen, is nog niet uitgekristalliseerd. Welke stappen zijn nodig? ‘Hoe maak je als organisatie de omslag naar de digitale wereld? En zijn er best practice servicemodellen waarvan we kunnen leren?’, wil Evert Rietdijk van zijn publiek weten.
Maar de zaal wil eerst nog iets van hem weten. Want Nedschroef kan zeggen dat het de machines gaat digitaliseren en dat digitalisering van daaruit verder opstoomt het bedrijf in. ‘Maar kun je niet beter andersom denken?’, vraagt een deelnemer zich af. ‘Wat wil de klant precies en wat betekent dat voor de digitalisering van mijn machines en processen?’ Nou ja, reageert Evert Rietdijk, dat optimaliseren en digitaliseren van de machines staat nu eerst op de agenda. ‘Die bovenliggende systemen om te bepalen wat de klant wenst, hebben we wel, maar hoe sluiten we daarop aan? Welke plek neemt de machine in in dat grotere geheel?’
Aan tafel
De tafeldiscussie over de vragen van Rietdijk kan beginnen. ‘Wat bedoelt hij nou concreet met een servicemodel?’, dubt een aantal heren. Nedschroef zet zijn machines bij de klanten neer en die machines gaan vervolgens decennia mee. Dat klinkt alvast goed en solide. ‘Oké, ze moeten wel altijd kunnen draaien’, zegt Teun van Dooren, bouwkundige bij ABT ingenieurs in bouwtechniek. ‘Dus moet je meten en terugkoppelen.’
Predictive maintenance is een must, klinkt meteen het buzzword van diverse kanten. Zie de auto-industrie voor goede voorbeelden, weet James Bosschart, salesmanager industry & logistics bij Trilux, leverancier van professionele ledverlichting. ‘Nedschroef hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. Bepaal je indicatoren om te optimaliseren en ga meten.’
Nedschroef verkoopt een stuk of dertig machines per jaar. Die nieuwe machines kun je optimaliseren en monitoren, maar wat doe je met de installed base? Moet je die ook alsnog willen volgen? Moet Nedschroef Herentals de honderden oude machines op eigen kosten gaan voeden met sensoren? Gaan die data het bedrijf verder helpen? Van Dooren: ‘Kijk naar Tesla met zijn elektrische auto’s. Dat bedrijf heeft veel verlies gemaakt om heel veel data te verzamelen en voorop te gaan lopen in autonoom rijden.’
Wat zijn de gevolgen als een machine kapot gaat en dagenlang stilstaat, wat kost het om alles alsnog van sensoren te voorzien, wat heb je eraan voor je r&d? Hoe weet je zo zeker dat digitalisering waarde toevoegt?
‘Digitalisering is niet heilig. Inzicht in wat je nodig hebt, bepaalt het middel.’
De mannen aan tafel hebben vooral veel nieuwe vragen voor Evert Rietdijk. De belangrijkste tip is om scherper te krijgen wat Nedschroef binnen nu en twee jaar bereikt wil hebben, los van de genoemde digital twin, het virtuele machineontwerp. ‘Make it smart’, is het belangrijkste advies. Bij de wrap-up met de complete zaal komt daar nog de tip bij om met kleine projecten met kleine multidisciplinaire teams te beginnen, en op die manier snel successen te boeken. ‘Gewoon doen, en ja, dan gaat het ook wel eens mis.’
Eén gezicht
De tweede spreker, Marcel Diemont van NTS-Group uit Eindhoven (1.700 medewerkers wereldwijd), leverancier van complexe (opto)mechatronische systemen en mechanische modules voor de hightech machinebouw, heeft een andere insteek. Deze corporate it manager noemt it een van de belangrijke enablers in de organisatorische transformatie waarin NTS zich bevindt. De negentien NTS-entiteiten konden tot nog toe tot op zekere hoogte aardig hun eigen gang gaan wat de kantoorautomatisering en de keuze van software betreft. Maar sinds een paar jaar is er One NTS, een strategische operatie om meer één gezicht naar de markt te tonen, meer waarde voor de klanten te genereren en wereldwijd het concurrentievermogen en de opbrengsten te vergroten. Marcel Diemont: ‘Daar zitten ook it-uitdagingen aan: we willen één platform voor alle datastromen in het gehele bedrijf. En alle bedrijfsonderdelen moeten gemotiveerd zijn om dat platform ook daadwerkelijk te gebruiken. Dan stuit je op veel technische en organisatorische kwesties.’
De it-doelen staan vanzelfsprekend in dienst van de strategische doelen van het bedrijf. Diemont: ‘Alles draait hier om business improvement readiness. We willen continu verbeteren en nieuwe technologieën inzetten.’
I’m on
Diemont en zijn collega’s brachten eerst maar eens de vele lopende, al dan niet lokale, it-projecten in kaart. Dragen ze bij aan de strategische doelstellingen van de organisatie? Welke zijn nice to have of juist duidelijke must haves? Voor de gehele NTS-organisatie zijn vervolgens drie lijnen uitgezet. NTS gaat voor One Workspace, One source of truth (één databron waaraan iedereen kan relateren) en One application toolset.
Die One workspace is meteen een lastige. Er zijn nu zeer veel verschillende soorten werkplekken en manieren van werken. Er zit informatie opgesloten in eigen laptops, binnen afdelingen, op papier, in Excelsheets, in hoofden. Mensen schermen hun kennis soms af. En er worden ontelbare apps gebruikt. Medewerkers moeten mee willen doen. ‘We gaan van on-site naar online. Medewerkers waar ook ter wereld werken straks makkelijker samen.’ Een kreet die NTS hierbij gebruikt, is I’m on: ik sluit aan, ik ben onderdeel van het grotere geheel. Het vraagt veel uitleg en opleiding. ‘We willen iedereen optimaal faciliteren en tegelijkertijd ook grenzen stellen en de veiligheid van onze data garanderen. Dit vraagt echt een roadmap en een duidelijke visie van bovenaf.’
Office 365 en SharePoint worden overal doorgevoerd, data komen in de cloud. Er komt één datawarehouse. Medewerkers gebruiken straks allemaal één en dezelfde applicaties voor PLM, PDM, ERP, CRM, noem maar op. ‘Kill Excel, gebruik de gebruikersvriendelijke apps’, zegt Marcel Diemont. ‘Dat gaat uiteindelijk ook een hogere kwaliteit business intelligence-rapporten opleveren.’
Mensen meekrijgen
NTS legt dit jaar de basis voor de vernieuwde it-infrastructuur en start met de uitrol. ‘Als je zoiets grootschaligs doet en data gaat verzamelen en combineren, kom je veel gaten in de huidige manier van werken tegen. We denken dat we het goed georganiseerd hebben, maar er zijn veel mogelijkheden tot verbetering. Risico’s zijn er ook: dat ontsluiten in de cloud vraagt een hoog securityniveau. NTS-onderdelen hebben momenteel alles heel goed voor zichzelf beschermd door letterlijk overal een groot slot op te zetten. Willen we onze data naar de cloud brengen, dan moeten we het anders regelen.’ Maar het lastigste is misschien nog wel om de mensen mee te krijgen in het hele verhaal.
‘En wat gaat dat allemaal wel niet kosten?’, vraagt Fokko Leutscher van Frencken Europe vanuit de zaal. ‘Hoeveel geld wil NTS hieraan besteden in verhouding tot wat het opbrengst, en hoe meet je dat überhaupt?’ Dit komt voort uit One NTS, maar we kunnen niet alles tegelijk doen, dat zou niet te betalen zijn, beaamt Marcel Diemont. Dus moeten er keuzes gemaakt worden en gaat het in kleine stappen. ‘We trekken er jaren voor uit.’
Nieuwe bloedgroep
Diemont had het publiek in de zaal een mooie stelling voor willen leggen: ‘Zonder een goede it-backbone en geavanceerd datamanagement geen excellente maakindustrie’. Klinkt goed. Maar bij een Link Café wordt aan de hand van vragen gediscussieerd aan de tafels, dus komt hij met ‘Welke data zijn interessant om te verzamelen, hoe verzamel en ontsluit je die data en wat ga je ermee doen?’ Een lekker brede vraagstelling waarover de mensen aan de tafels zich nog een tijdje mogen buigen. Ja, welke data sla je op? ‘Nou gewoon, álles. Alle data uit de engineering, alle productiegerelateerde data en alle aftersales data’, oppert iemand.
‘Zoek het vooral in de data die je onderscheiden van de concurrent’, bakent Bart Alaerds, marketing & business development manager van it-dienstverlener Pulse, het enigszins af. ‘Met verschillende databronnen kun je interessante combinaties maken. Daarvoor zijn datascientists nodig, een nieuwe bloedgroep in het bedrijfsleven.’ Data zijn pas interessant als je er wat mee kunt, zegt ook Joost Wevers, bedrijfsleider productie bij Benier, fabrikant van deegverwerkingsmachines. ‘Digitalisering is niet heilig. Inzicht in wat je nodig hebt, bepaalt het middel. Of je nu put uit analoge of digitale informatie.’
Alaerds komt met een voorbeeld uit de Formule 1. Als het aan de teams lag, plakten ze duizenden sensoren op de racewagens. Maar de organisatie heeft dat gelimiteerd tot iets van tweehonderd meetpunten. Anders wordt het een saaie race waarin iedereen uiteindelijk door optimalisatie even hard gaat rijden. ‘Door die limiet moeten de teams echt nadenken over wat ze wel en niet willen meten en waardoor ze echt sneller dan de concurrent kunnen gaan.’
‘Stel jezelf eens wat vaker de W-vraag’, suggereert Evert Rietdijk. Waarom wil ik iets weten, wat betekent dat, wat is de context? Wat weet ik eigenlijk als ik dit weet? Conclusie aan deze Link Café-tafel: alle informatie kan belangrijk zijn, maar focus op de data waar het bedrijf de meeste waarde uit kan halen voor zijn klanten en voor de eigen organisatie. Ben je ijsjesproducent en weet je dat het volgende week warm weer gaat worden, dan is dat zeker nuttige informatie.
Onverwacht inzicht
Bij de wrap-up van deze ronde komen in de zaal nog wat wijsheden voorbij waarmee de sprekers van Nedschroef en NTS hun voordeel kunnen doen bij hun digitaliseringsslag. ‘Wat is de relatie tussen een film met Nicolas Cage en het aantal mensen dat verdrinkt in een zwembad? Oftewel je kunt veel data aan elkaar redeneren, maar wat heb je eraan? Wat heeft waarde?’, benadrukt een van de deelnemers nogmaals. Tegelijkertijd klinkt het uit een andere hoek: ‘Verzamel ook niet te weinig. Soms denk je ineens: hé, dat verband tussen die data is interessant, daar heb ik nog nooit aan gedacht.’
Zesde editie Link Café: Het thema was: ‘De mogelijkheden die digitalisering biedt: grijpen organisaties deze kansen wel tijdig om de intensieve concurrentie het hoofd te bieden?’
Het zesde Link Café van Link Magazine, powered by Siemens Digital Industries Software en Berenschot in samenwerking met Pulse en Heembouw, vond plaats op 23 januari Eindhoven, op Brainport Industries Campus. Het thema was: ‘De mogelijkheden die digitalisering biedt: grijpen organisaties deze kansen wel tijdig om de intensieve concurrentie het hoofd te bieden?’
Joes Wigman, managing director van de adviesgroep Operations & Energie bij Berenschot, leidde deze zesde editie, aan het begin van vijfde Link Café-jaar. Wigman keek daarom nog even terug op de Gartner Hype Cycle for Emerging Technologies van vijf jaar geleden. Toen werden onder meer machine learning, autonomous vehicles en quantum computing als grote beloften gezien. Goede inschattingen destijds.
En waar kunnen we volgens de nieuwste Gartner Cycle van 2019 veel van verwachten? Bijvoorbeeld van AI PaaS (artificial intelligence – product as a service), digital OPS (digital operations management) en decentralized autonomous organization.
Tussen de voordrachten door discussieerden de deelnemers per tafel in informele sfeer over de vragen die de inleiders voorlegden. Het event trok zo’n vijftig oem’ers, toeleveranciers en andersoortige bedrijven uit uiteenlopende sectoren.