Eind 2001 trad Meino Noordenbos (nu 65) bij Biesheuvel Techniek aan als directeur. Toen een technisch distributeur, actief in de Benelux met een omzet van 18 miljoen euro, zo’n honderd medewerkers en onderdeel van de Franse IPH Group. Per 1 juli neemt Paul van der Rest de functie van ceo van Rubix Benelux over, een organisatie van 850 mensen, goed voor een jaarlijkse omzet van 270 miljoen euro en onderdeel van Rubix Group die vorig jaar 2,3 miljard euro omzet kon noteren. Noordenbos heeft de onderneming door een lange periode van ingrijpende veranderingen geloodst en deed dat op een uitstekende wijze, onderstreept de groepsdirectie bij monde van ceo Martin Gaarn Thomsen.
Meino Noordenbos
Per 1 juli wordt Paul van der Rest de nieuwe ceo van Rubix Benelux
Belangrijk in de begintijd was de focus op het ontzorgen van de technische dienst van de mro-klant. ‘De TD’er helpen orde te scheppen in zijn magazijn met reserve-onderdelen’, zo duidt Noordenbos het nu. Vervolgens zette de onderneming onder zijn leiding in op het verruimen van het productassortiment. Toegevoegd zijn productcategorieën als pneumatiek, tooling, mechatronica, veiligheid en ergonomie. ‘Daarna gingen we ook kennis toevoegen aan die producten. We zijn met engineering hoger in de keten gaan zitten, dichterbij de klant, om hem te helpen zijn productie te optimaliseren.’ De laatste jaren richtte Noordenbos zijn aandacht vooral op de digitalisering. ‘De laatste tijd is die digitalisering van de communicatie met de klant echt goed van de grond gekomen. Vandaar ook onze investering in een uitbreiding van het centrale distributiecentrum in Venlo, om de klant een zo hoog mogelijke beschikbaarheid te garanderen. We hebben die stap precies op tijd gezet. Niet te laat, maar ook niet te vroeg’, blikt Noordenbos terug.
De laatste twee stappen zet Rubix nu. De stap naar de rol van een volwaardig technisch distributeur voor de maakindustrie, gespecialiseerd in het ondersteunen van de productie van complexe producten in kleine series. Tegelijk is er de deelname aan het innovatieprogramma ‘Fabriek van de Toekomst’ van Brainport Industries Campus (BIC) dat moet uitmonden in een slim, digitaal platform waarin door robots en agv’s de fases van inkoop tot en met transport binnen de BIC volautomatisch geregeld worden.
Brainport Industries Campus, met vlnr: Ben Hamers (CCO Faes Group); Bart Vorselaars (Rubix); Bart van Dijck (FPC); Meino Noordenbos (CEO Rubix); Frank Jonkers (Rubix); Johan Faes (CEO Faes Group)
Voor het ontwikkelen van dat platform werkt Rubix nauw samen met onder meer KMWE, IJssel Technologie, Faes beyond packaging, Yaskawa en de Technische Universiteit Eindhoven. En dat raakt aan een belangrijke rode draad in al die veranderingen onder leiding van Noordenbos: ze zijn gerealiseerd in samenwerking met andere organisaties. Soms door een strategisch partnerschap aan te gaan, vaker nog door ze over te nemen. Om de catalogus te verbreden werden onder meer Noten, Smezo, Komeetstaal, Peters Motoren en Safe & Sure overgenomen. Om de engineeringskennis te verdiepen werden bijvoorbeeld MCA en Stamhuis Lineair geacquireerd. En om maakkennis van complexe producten in huis te halen, is recent de samenwerking gezocht met Freudenberg Sealing Technologies. ‘Ik ben er het meest trots op dat we in al die jaren steeds op het juiste moment ons hebben verdiept en verbreed en zo in staat zijn geweest mee te bewegen met de ontwikkeling in de behoeften van de engineer, van de klant.’ De functie van Noordenbos wordt overgenomen door iemand die hij alweer een paar jaar als collega heeft meegemaakt. Hij kent Paul van der Rest sinds 2017, toen ze beiden betrokken waren bij de samenvoeging van IPH en Brammer in wat nu Rubix is. Sindsdien was Van der Rest ceo Rubix Nordics en Centraal-Europa. ‘Ik ben er trots op dat we de meest geschikte persoon voor mijn functie bínnen de organisatie hebben kunnen vinden.’
En Noordenbos is er ook trots op door de Rubix-directie gevraagd te zijn aan te blijven voor het doen en begeleiden van acquisities. ‘Voorts rond ik nu de opleiding Commissaris aan de Erasmus Universiteit af. Er is de komende tijd genoeg te doen.’
