De Dairy Campus in Leeuwarden wordt op donderdag 26 mei officieel geopend door staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken). Er is een symposium en op vrijdag en zaterdag zijn er open dagen, waarbij de Dairy Campus mikt op 7500 bezoekers. De campus heeft als ambitie om alle nieuwe ontwikkelingen in de veehouderij te laten beginnen in Leeuwarden.
De Dairy Campus ontstond uit het plan van Van Hall Larenstein en de landbouwuniversiteit in Wageningen om het praktijk- en innovatieonderzoek op één locatie te koppelen aan praktijkonderwijs voor de melkveehouderij. Dat was niet alleen goedkoper, maar zou ook functioneler en inspirerender moeten werken, zo was de gedachte.
De Dairy Campus wil de melkveehouderij op een hoger plan krijgen, als het gaat om economisch rendement, milieuprestaties, dierenwelzijn en maatschappelijke acceptatie. Uiteindelijk wil men er kennis vergaren en die verspreiden.
Uiteindelijk streden Leeuwarden en Lelystad om de vestiging van de Dairy Campus. Uiteindelijk trokken ze in Friesland aan het langste eind, omdat de provincie samen met de gemeente en het SNN zo’n 20 miljoen euro investeerde in het kenniscentrum.
De campus kostte uiteindelijk 9 miljoen euro. Er is een nieuwe ontvangstruimte en er kwamen nieuwe stallen. Ook werd de oude kalverstal ingericht als trainingscentrum. Het resterende geld is gereserveerd voor onderzoek en de vestiging van aanverwante bedrijven. In 2022 moet de Dairy Campus op eigen benen staan.
In totaal gaan er bij het centrum 26 vaste werknemers aan de slag. Ook komen er flexplekken voor onderzoekers van bijvoorbeeld de universiteit in Wageningen.
