Competentiecentrum Machinebouw -en Mechatronica ten dienste van West-Vlaamse bedrijven

0

Twee jaar na de opening van het applicatielab van Sirris in Kortrijk, is ook de uitwerking van de R&D-pijler rond de onderzoeksinfrastructuur die vanuit de KU Leuven in Brugge wordt opgezet, gestart. Hiermee is het centrum Machinebouw- en Mechatronica, gesteund door de sector, de kmo’s en alle kennisinstellingen klaar om deze industriële cluster op een nog hoger niveau te tillen. 

West-Vlaanderen is de bakermat van de Vlaamse industrie en al zeker in de sector van de machinebouw en mechatronica. Met meer dan een kwart van de tewerkstelling in de metaalverwerkende sector en zelfs meer dan veertig procent van de Vlaamse tewerkstelling in mechatronica is deze cluster heel belangrijk voor West-Vlaanderen. Een duurzame toekomst bieden voor meer dan 40.000 arbeidsplaatsen in West-Vlaanderen is geen kleine uitdaging. De POM West-Vlaanderen wil haar steentje daarin bijdragen met de Fabriek voor de Toekomst Machinebouw en Mechatronica: een hecht partnerschap tussen overheid, kennisinstellingen en de bedrijfswereld met allen eenzelfde doel voor ogen, namelijk de industriële cluster ondersteunen in zijn verdere ontwikkeling. Jos Pinte, voormalig algemeen directeur van Sirris, werd aangetrokken om deze Fabriek voor de Toekomst op de rails te zetten.

Jos Pinte begon met een rondvraag in de sector. Versterking van de technologische ondersteuning was een systematisch terugkerende vraag. “Onze regio staat voor meer dan veertig procent van de industrie, terwijl we amper tien procent van het onderzoek en technologische dienstverlening vertegenwoordigen”, vertelt Jean de Bethune, gedeputeerde voor Economie. “In dezelfde lijn was er een andere expliciete én gezamenlijke vraag, gedragen door de grootste bedrijven in de sector, namelijk deze naar toponderzoek in het domein van Industrie 4.0.”

Het competentiecentrum Machinebouw & Mechatronica West-Vlaanderen komt dus tegemoet aan een reële, acute vraag. “De focus van de Fabriek voor de Toekomst Machinebouw & Mechatronica is niet alleen het maken van de sprong naar Industrie 4.0, maar onze ondernemingen ook de kansen aan te reiken er meteen in uit te blinken”, verduidelijkt Jean de Bethune de ambities.
“Voor de industrie is het inderdaad belangrijk om te investeren in de nieuwste technologieën en concepten binnen de kennis- en maakindustrie. Dat is een essentiële voorwaarde om ook in de toekomst een sterke positie in te nemen, ook mondiaal, in de nieuwe sterk ‘technology driven’ economie”, bevestigt Herman Derache, algemeen directeur van Sirris. “Als kenniscentrum voor de technologische industrie, mogen en willen we niet ontbreken in dit verhaal.”

Recent werd het GTI-project Machinebouw en Mechatronica centrum West-Vlaanderen, een initiatief van promotor Sirris en copromotoren KU Leuven, UGent, Howest, de POM West-Vlaanderen en TUA West, goedgekeurd. Met dit project kan het M&M centrum eindelijk ten volle worden gerealiseerd. “We kunnen nu volop werk maken van een reëel open innovatieplatform, waar in overleg en samenwerking met de industrie nieuwe technologieën voor de mechatronica en productiesector worden onderzocht, ontwikkeld en gedemonstreerd”, vertelt Herman Derache, algemeen Directeur van Sirris.

In West-Vlaanderen is de vestiging van Case New Holland (CNH) in Zedelgem al een toonaangevend voorbeeld hoe de kruisbestuiving tussen kennisinstelling en onderneming tot innovatieve high tech kan leiden. CNH Zedelgem produceert drie types landbouwmachines en herbergt eveneens in nauwe samenwerking met de KU Leuven het R&D-centrum dat onderzoek voert naar de optimalisering van de machines, die wereldwijd geproduceerd worden. “Het GTI-project maakt het mogelijk dat alle kmo’s uit West-Vlaanderen kennisontwikkeling in het kader van Industrie 4.0. binnen handbereik hebben, alsook onze topbedrijven verder op hoog niveau verder kunnen bloeien”, zegt Jean de Bethune. “Het unieke aan dit project is dat de kennisspeler Sirris, KU Leuven, UGent en Howest de krachten bundelen. Niet de herkomst van de kennis is belangrijk, wel het doel, namelijk onze ondernemingen.”

Het nieuwe competentiecentrum Machinebouw & Mechatronicacentrum in West-Vlaanderen bestaat niet uit één gebouw maar uit het samenspel van meerdere componenten op verschillende locaties, telkens geënt op de meest relevante kennispartner. Vanuit haar campus in Brugge initieert KU Leuven twee innovatielabs die focussen op Cyber-Physical Systems (CPS) in het kader van Industrie 4.0. (netwerken die virtuele en fysieke wereld verbinden) en de ultimate factory (slimme producten in slimme productieomgevingen). In het technologielab in Kortrijk verdiept Howest zich in toepassingen van virtual and augmented reality in de M&M-sector. Eveneens in Kortrijk blijven de applicatielabs van Sirris en UGent rond slimme en flexibele productie, assemblage en slimme productieaansturing, vertaalonderzoek verrichten voor concrete toepassing van technologieën in het productieproces. Samengevat stoelt het M&M-centrum op een gecoördineerde en intense samenwerking tussen de kenniscentra KU Leuven, UGent, Sirris en Howest, waarbij elk zijn unieke expertise inbrengt.
Concreet wordt met het EFRO-project bijvoorbeeld geïnvesteerd in een Innovatielabo Industrie 4.0 Machine waar machines van de toekomst op duurzaamheid en veiligheid getest kunnen worden of in de ontwikkeling van een reële en gesimuleerde omgeving van een flexibele assemblage-omgeving en de uitwerking van een conceptfabriek Industrie 4.0. en een proeftuin virtual and augmented reality.

Het project “Machinebouw en Mechatronica centrum West-Vlaanderen” werd ingediend in het kader van de GTI West-Vlaanderen binnen het EFRO Vlaanderen programma. Sirris, KU Leuven, Howest, de POM West-Vlaanderen en TUA West werken samen om het project te realiseren. De totale projectkost bedraagt 4.270.521 euro. Minstens 700.000 euro hiervan wordt met provinciale middelen toegereden. Het project rekent daarnaast op 1,7 miljoen Europese steun van EFRO en Vlaams minister Muyters kende ruim 850.000 euro toe uit het Hermes-fonds.
Dankzij de GTI vloeit er in eerste instantie 20 miljoen euro aan Europese middelen naar West-Vlaanderen. Deze som fungeert als hefboom om in totaal minimaal 50 miljoen euro in onze West-Vlaamse economie te injecteren. Elk project vult daarbij een deel van de totale industrieversterkende puzzel in.

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Verified by ExactMetrics