Remanufacturing was het thema van het Captain’s Diner, georganiseerd door onder meer BOOST Smart Industry. Zo’n nieuw begrip in de industrie laat zich in gesprekken makkelijk verweven met activiteiten als re-use, refurbishment en servitization. Dus ging het, zowel in de verhalen van de sprekers van Hencon en Kaak als in de gesprekken aan de tafels, over al die onderwerpen, vaak gelijktijdig. Daarbij viel het begrip ‘duurzaamheid’ betrekkelijk weinig. Want daarmee hoeven activiteiten die de ecologische footprint verkleinen niet langer gemotiveerd te worden. Het management van de Nederlandse hightech heeft ze inmiddels alom erkend als interessante verdienmodellen. De vraag is vooral: hoe benut je die het beste?
‘Beter, goedkoper en sneller geleverd dan nieuw’
Remanufacturing is het terug op de markt brengen van een gebruikt product of productonderdeel. Dat in een staat en met een positionering, die past bij het merk dat de oem’er voert. Veelal gaat het om het upgraden van onderdelen zodat ze voldoen aan de hogere eisen van deze tijd en de wensen van de klant. Aldus de definitie van een begrip, dat centraal stond in een editie van Captain’s Diner dat medio september plaatsvond in Zutphen. Het diner werd georganiseerd door het samenwerkingsplatform voor Oost-Nederlandse maakbedrijven BOOST en ontwikkelingsmaatschappij Oost-NL plus enkele partners, waaronder Link Magazine. Voorzitter van de avond was Arjan Ester, die als directeur van Aebi Schmidt (producent van veeg- en zoutstrooimachines) twintig jaar geleden een van de pioniers was met servitization. Tegenwoordig is hij directeur van Archest, een rol waarin hij bedrijven ondersteunt in de ontwikkeling en implementatie van – onder meer – een remanufacturing-verdienmodel.
Want een verdienmodel is het vrijwel altijd, zo maakt de eerste inleider, Niels van Olffen, meteen duidelijk. Sterker nog, in zijn praktijk van Maaklos, dat maakbedrijven helpt een “circulair verdienmodel op te bouwen, specifiek door te versnellen op het thema remanufacturing”, is hij ‘nooit anders tegengekomen’. Hij benadrukt dat het belangrijk is om de opbouwwerkzaamheden onder te brengen in een aparte projectgroep om verstoring van de andere bedrijfsprocessen, vaak nog gericht op de ontwikkeling en productie van nieuwbouw, te voorkomen. Extern expertise inhuren kan daarbij geen kwaad, maar helemaal uitbesteden is geen goed idee. Want je moet wel zelf remanufacturing-kennis opbouwen, die je in je service en ontwikkeling kan inzetten.
Commitment van de top
En het initiatief mag komen uit de organisatie, maar er moet wel commitment zijn van het management dat de nodige middelen ter beschikking stelt. Een andere tip die Van Olffen zijn gehoor met nadruk meegeeft, is te kiezen voor het remanufacturen van dát product of onderdeel uit je assortiment waarvoor een markt is. ‘Waarvoor bijvoorbeeld een potentiële klantengroep bestaat die je nu nog niet bedient, maar met een lager geprijsd, gebruikt en duurzaam aanbod juist wel. Uiteraard zonder dat dit afbreuk doet aan je imago en business als high-end leverancier’, haalt Van Olffen een paar van de zeven stappen aan waarin de ‘route naar remanufacturing’ het beste kan worden afgelegd (zie kader).
Sales director Simon Arends van Hencon wijst een ander voordeel aan voor de klant waarop de remanufacturing-businesscase bij zijn onderneming is gestoeld: bij beschikbaarheid van alle benodigde onderdelen is de levertijd drie tot vier maanden in plaats van de gebruikelijke twaalf. Hencon is een wereldwijde speler in de ontwikkeling van interne transportoplossingen voor de mijnbouw, bosbouw en de aluminiumindustrie. De aluminiumtak uit Ulft bouwt per jaar zo’n 35 grote nieuwe, altijd klantspecifieke machines. Daarnaast biedt het, inmiddels al meer dan 20 jaar, remanufacturing. In dit geval van machines die veelal zeven tot tien jaar dienst hebben gedaan onder zware omstandigheden in aluminiumsmelterijen wereldwijd.
Vaak beter dan nieuw
Remanufacturing betekent bij Hencon het vervangen van alle slijtdelen waaronder de hydrauliek, het updaten van de elektronica en de software, het reviseren dan wel opnieuw opbouwen van de rest incluis het zandstralen en opnieuw coaten van het chassis en carrosserie. Daarbij wordt het staal dus hergebruikt. ‘Dat alleen al zorgt ervoor dat 30 tot 40 procent van de machinewaarde opnieuw wordt ingezet’, benadrukt Arends.
Het eindresultaat is een machine met nieuwe functionaliteiten die tegen “75 à 80 procent van de nieuwprijs” kan worden verkocht. ‘Een maximale prijs, want als die hoger wordt dan gaat de klant liever voor nieuw.’ Dat ofschoon de machine er niet alleen weer als nieuw uitziet en functioneert, maar ook “vaak zelfs beter is dan nieuw”, aldus Arends. ‘De machine wordt voorzien van de nieuwste technologie, waardoor die bijvoorbeeld veel minder diesel verbruikt. Voordat we aan de slag gaan, horen we de klant uit over zijn ervaringen met de machine. Over wat vaak stuk is gegaan. Dat stelt ons in staat om die onderdelen nog degelijker uit te voeren. Daarom kunnen wij er een twee keer zo lang garantie op geven als op nieuw.’
‘De besturingstechnologie vervangen we vrijwel altijd. Maar wel pas nadat de klant is bevraagd over diens plannen’, duidt Gudo Ebbers van Kaak een belangrijke driver van remanufacturing. Foto: Kaak
Eerst verder standaardiseren
Dat remanufacturingswerk houdt Hencon strikt gescheiden van de nieuwbouw en vergt veelal een ander type monteurs. ‘Want niet iedereen vindt het leuk aan de slag te gaan met een smerige machine’, duidt Arends terwijl hij een foto laat zien van grote grijs-bestofte machine die tien jaar dienst heeft gedaan.
Relatief wordt nog niet heel veel ingezet op remanufacturing: in de afgelopen twintig jaar zijn er ruim dertig machines geremanufactured, op een installed base van ruim 600. ‘Om er meer te gaan doen, moeten we eerst onze nieuwbouw op een hoger niveau modulariseren en standaardiseren. Dat zal het remanufacturen sterk vereenvoudigen, maar dat is ook een complexe transitie waarvoor we nog wel enige jaren nodig hebben.’
Brood as a service
Na het hoofdgerecht is het de beurt aan Gudo Ebbers van Royal Kaak, die op het bovenliggende aggregatieniveau van remanufacturing insteekt. De managing director global service zet uiteen wat de wereldleider in complete industriële bakkerijoplossingen doet op het gebied van service sinds het deze activiteit in 2018 volledig heeft geïntegreerd in de mondiale bedrijfsstrategie. Service wordt in alle bedrijfsonderdelen op uniforme wijze georganiseerd en uitgevoerd, met de noodzakelijke support van bovenaf. Inmiddels valt onder die noemer een veelheid aan activiteiten in diverse stadia van ontwikkeling, zo toont een slide van een zeer breed geschakeerd stroomdiagram. Van upgrades & retrofits en remote service tot condition based service. ‘Brood as a service, zover zijn we nog niet.’
De service-activiteiten upgrades & retrofits omvatten wat Kaak doet op het terrein van remanufacturing, gericht op het opwaarderen van een bestaande machine naar de nieuwste stand der techniek. ‘De besturingstechnologie vervangen we bijvoorbeeld vrijwel altijd. Maar wel pas nadat de klant is bevraagd over diens plannen. Wil hij bijvoorbeeld de machine ook geschikt maken voor andere producten? Die gesprekken geven ons meteen een dieper inzicht in ontwikkelingen in de markt, zodat we daar tijdig op kunnen inspelen.’
Bill of materials
Een andere service-businesscase is het uitvoeren van een energiescan: ‘In de gesprekken over de uitkomsten kun je je deskundigheid aan de klant laten zien en je relatie verdiepen’, duidt Ebbers een toegevoegde waarde. Uit de scan, die gebruikmaakt van de vele sensoren op de machines, blijkt bijvoorbeeld dat heel veel bakkerijen energie verspillen door gewoontegetrouw meteen bij de start van de werkdag de oven aan te zetten. ‘Terwijl die pas wordt gebruikt als het deeg voldoende is gerezen.’ Met dat inzicht adviseert Kaak de klant, maar innoveert het ook. ‘In onze remanufacturings- en nieuwbouw zit nu besturing die ervoor zorgt dat die oven precies op het juiste en energiezuinigste moment aangaat.’
Kaak heeft in de 178 jaar dat het bedrijf bestaat een wereldwijde installed base opgebouwd van duizenden bakkerijmachines. ‘Welke machines met welke bill of materials we waar hebben staan, dat hebben we redelijk op orde. Voor de oude machines die dertig jaar geleden of eerder in de markt zijn gezet, geldt dat natuurlijk niet. We worden wel eens gebeld door de nieuwe eigenaar van een lijn uit de jaren negentig, niet voor onderhoud, maar voor de documentatie. Soms vragen we ons wel eens af of we onze machines niet te duurzaam hebben gemaakt’, aldus Ebbers met een grijns.
Korting voor data
Op de nieuwe machines die het bedrijf tegenwoordig in de markt zet houdt Kaak meestal wel nauwkeurig zicht. Liefst via een online verbinding, voor onder meer condition based service. ‘Afhankelijk van het type service-abonnement en de data die de klant aan ons online beschikbaar stelt, krijgt hij korting. Want hoe accurater die data, des te makkelijker het voor ons is om gericht en gepland onderhoud uit te voeren.’ Voor Kaak is het wel zaak in de data kaf van koren te scheiden. ‘Algoritmes helpen ons om alleen op de relevante alarmsignalen te reageren en te voorkomen dat servicewerk teveel gaat schuren in de organisatie. Nee, terughoudend om ons remote onderhoud te laten uitvoeren zijn onze klanten doorgaans niet.’
Aldus het betoog van Ebbers wiens brede service-verhaal overigens niet misstaan zou hebben in het thema van het volgende Captain’s Diner: servitization.
Link magazine oktober/november 2024. Thema: Data delen in de keten, cybersecurity en beveiliging. Vraag exemplaar op: mireille.vanginkel@linkmagazine.nl
De route naar remanufacturing in 7 stappen
Het Circular Value Center heeft een “route naar remanufacturing” ontwikkeld. Nadat er een projectgroep is geformeerd met mensen van de afdelingen sales, aftersales, ontwikkeling en productie moeten deze zeven stappen worden gezet:
1) Bepaal producten die in aanmerking komen voor remanufacturing;
2) Richt een retourlogistiek in en haal of koop je producten terug;
3) Beoordeel de binnengekomen producten en bepaal wat er moet gebeuren;
4) Reinig, repareer of vervang onderdelen waar nodig en verbeter waar mogelijk;
5) Zet het remanufactured product in de etalage en verkoop opnieuw;
6) Ontwikkel services die van belang zijn voor je klant en houd de vinger aan de pols;
7) Veranker en vermenigvuldig je succes en standaardiseer werkprocessen, operatie en aanbod aan je klant.
