Ruim tien jaar na de overname is Océ ook in naam helemaal ingebed in het Canon-conglomeraat. Als Canon Production Printing benut het tegenwoordig de buying power en de logistieke vermogens van het concern om zich ook in tijden van tekorten te voorzien van onderdelen en vervoerscapaciteit. Op de werkvloer – waar het one piece flow-principe geldt – is de Japanse invloed eveneens terug te vinden, in drastisch kortere doorlooptijden. En r&d heeft zijn voordeel gedaan met de kennis die Tokyo had van ‘druppelgedrag’.
‘Op het gebied van druppelgedrag hebben we veel van elkaar geleerd’
‘Wij besteden op een ander niveau uit dan bijvoorbeeld ASML’, weet Dick Moerkens. Veel componenten worden in standaardvorm toegeleverd, op specificatie van Canon Production Printing. Voor de kritische modules, met een hogere kostprijs en een langere doorlooptijd – zoals de ‘drum’, een complex gietstuk dat zorgt voor het snel transporteren en drogen van bedrukt papier – wordt de inbreng van de toeleveranciers al in de ontwikkelfase meegenomen. Om tijdig afspraken te maken over het borgen van de kwaliteit. Maar ook om helderheid te krijgen over de maakbaarheid en de testbaarheid. ‘Dit type van modules wordt model-based ontworpen zodat we, al voordat de complete printer is gebouwd, kunnen nagaan of die module daarin naar behoren zal werken. Over de kwaliteit, test- en maakbaarheid van dergelijke modules maken we al in een vroeg stadium afspraken met onze toeleveranciers.’
One piece flow
Eenmaal in productie geldt voor de componenten – zeker voor de duurdere – dat ze niet dagenlang op de werkvloer mogen blijven wachten voordat ze geassembleerd worden, vervolgt de senior vice president Manufacturing & Logistics van Canon Production Printing. In dat kader heeft Canon vijf jaar geleden een begin gemaakt met het one pieceflow-principe. In 2016 was het streven dat eind dat jaar 70 procent van de onderdelen en submodulen een plek had in die systematiek. Dat betekent dat toeleveranciers onderdelen in kleine hoeveelheden aanleveren. Op afroep van een assemblagemedewerker legt een picker die onderdelen vervolgens single-piece en op bouwvolgorde op een kitkar die automatisch door een AGV (automatic guided vehicle) naar de assemblagelijn wordt gebracht. ‘Alle lijnen zijn nu zo, ze zijn uniform ingericht. Verdere verbeteringen worden nog steeds doorgevoerd, aangezien de lean-filosofie gebaseerd is op continuous improvement. We zijn nooit klaar: het kan altijd beter. Wij voeren dan ook duizenden kleine verbeteringen per jaar door, veelal door de operators zelf geïdentificeerd, in het team besproken en uitgevoerd.’ Anno 2021 is dit ‘de standaardwerkwijze waaraan alle assemblagelijnen voldoen’, formuleert Moerkens. ‘Daardoor is de doorlooptijd van de VarioPrint 6000, de lijn digitale printers die we hier al vanaf 2006 produceren, sindsdien met 70 procent verkort.’
Efficiëntere supply base
Het rendement is verhoogd door het eigen personeel en de toeleveranciers te stimuleren hun prestaties voortdurend te verbeteren, maar ook door het aantal leveranciers te optimaliseren. ‘Deze optimalisatie heeft ervoor gezorgd dat het aantal leveranciers, 700 in 2016, niet verder is gegroeid, ondanks de introductie van een aantal grote nieuwe printers zoals de ProStream, Colorado en LabelStream, en de introductie van complexe eigen inkten en nieuwe printkoppen. Wij sourcen elektronica bijvoorbeeld nu bij een beperkter aantal, passende leveranciers.’ Daarbij wordt gebruik gemaakt van de inkoopkracht en logistieke kracht van het omvangrijke Canon-concern (omzet 2020: US$ 29,7 miljard). ‘Het afgelopen jaar hebben we dankbaar gebruik gemaakt van die buying power, van de kostenvoordelen en de toegang tot schaarse onderdelen die dat biedt. En ook de logistieke kwaliteiten van het hoofdkantoor hebben we benut. Die zorgen ervoor dat er, ondanks de huidige tekorten aan containers, voor ons toch altijd wel de benodigde vervoerscapaciteit beschikbaar is.’ Ook is de suppliers base niet gegroeid doordat het bedrijf bepaalde activiteiten weer zelf is gaan doen. ‘Zoals plaatwerk. Voor de prototypebouw hebben we die activiteit altijd in huis gehouden en we zetten die nu ook in voor het produceren van specifieke kleine series. Zelf produceren biedt ons de snelheid en flexibiliteit die markt vraagt.’
Veel van elkaar geleerd
De invloed van de Japanse moeder is niet alleen terug te vinden op de werkvloer en in het supplychainmanagement, maar ook bij r&d, aldus Moerkens die zelf vier jaar lang op de vestiging in het Duitse Poing leiding heeft gegeven aan de r&d-afdeling. ‘Al vrij snel na de overname van Océ door Canon in 2010 ben ik regelmatig naar Tokyo gegaan om daar samen te werken aan de ontwikkeling van de digitale inkjettechnologie. Want ook zij hadden, voor de large format graphics-machines die Canon ontwikkelt en produceert, ruime ervaring met die printtechnologie. Canon gebruikte weliswaar een ander type inkjet, maar had evengoed te maken met de uitdagingen om inktdruppeltjes van enkele picoliters van de juiste kleur op exact de juiste plaats te krijgen, op papier dat met een snelheid van meer dan honderd meter per minuut voorbijraast. Zonder dat de druppels gaan vervloeien. Op het gebied van druppelgedrag en droogtechnologie hebben we veel van elkaar geleerd, afwisselend in de rol van interne klant en interne leverancier.’
Standaardisering
Wat nu typisch Japanse technologie is in de printers die in Venlo geëngineerd en gebouwd worden, vindt Moerkens lastig om te duiden. ‘Het zit ’m meer in de verdere standaardisatie. We hanteren nu hier de Canon Standard for Production Printing waaraan je de printers toetst. Het gaat om technische standaarden die vastleggen welke stoffen, motoren, sensoren en mechatronica we kunnen gebruiken voor welke toepassingen, maar ook om praktische zaken zoals wanneer een rand of een hoek te scherp is om niet af te ronden. Die nieuwe standaarden zijn echt een samensmelting van Canon- en Océ-standaarden.’
‘De pandemie heeft de behoefte aan digitaal afhandelen en lokaal printen alleen maar versterkt’
Personalisatie
Zo ingebed in die grote, wereldwijd vernetwerkte Canon-organisatie kijkt Moerkens met afgewogen optimisme naar de toekomst. Het afgelopen kwartaal lag de omzet van Canon Inc. 7,7 procent hoger dan in het eerste kwartaal van vorig jaar. ‘Toen gingen we de coronacrisis net in, nu komen we er net uit. Wat dat betreft zijn die cijfers dus wel goed vergelijkbaar.’ Of die groei zich doorzet, hangt volgens hem af van de groei van het aandeel ‘digitaal’ in de mondiale printmarkt. Die markt was in 2019 ongeveer 820 miljard dollar groot, waarvan 83 procent ‘analoog’ (offset) en dus 17 procent digitaal. ‘Digitaal groeit met 3 procent richting 2023’, duidt hij het wat abstract. ‘Dat die groei doorzet, daarover zijn wij optimistisch. Immers, personalisatie is de trend. Onze nieuwste cutsheet iX-printers kunnen 320 losse A4-vellen per minuut bedrukken, elk vel desgewenst met andere content en van een andere papiersoort. Met name in de VS groeit het digitaal printen van gepersonaliseerd marketingmateriaal – collaterals – hard door. En webshops houden geen dure boekenvoorraad meer aan, maar boeken worden op bestelling, on demand, geprint en de volgende dag bezorgd. De pandemie heeft die behoefte aan digitaal afhandelen en lokaal printen alleen maar versterkt.’
Focus op digital printing
Per 1 januari van 2020, tien jaar na de overname door Canon, is de naam Océ definitief uit het Nederlandse industriële landschap verdwenen en gaat het bedrijf verder onder de naam Canon Production Printing. Door alle printactiviteiten onder één noemer te brengen wil het concern ‘meer merkeenheid creëren’ en daarmee zijn marktpositie versterken. Het voormalige Océ-deel, met vestigingen in Venlo, Duitsland, Roemenië, Singapore en Australië, legt zich helemaal toe op digitale cutsheet en continuous feed printing met inkjettechnologie voor de grote volumes en voor grootformaat display graphics. Voorts levert het de workflow-software om de verschillende printopdrachten te beheren en de printers te koppelen aan ERP-systemen. In Venlo werken zo’n 1.800 mensen, wereldwijd heeft Canon Production Printing ongeveer 2.800 mensen in dienst.