‘Wow, hier wil ik werken!’
De gedroomde locatie voor het ecosysteem van hightech toeleveringsbedrijven in de regio Eindhoven; ontworpen op basis van ‘factory of the future’-concepten die ‘first of a kind’ in de wereld zijn – met de modernste productiemiddelen, -processen en shared facilities; in een parklandschap waar het voor bedrijf en personeel goed toeven is. En waarvan (ook) anderen zeggen: ‘Wow, hier wil ik werken!’ Dagdroom? ‘Nee, dat die Brainport Industries Campus er gaat komen, wordt steeds waarschijnlijker.’
Medio oktober, tijdens het jaarcongres van Brainport Industries – het cluster van eerste-, tweede- en derdelijns hightech bedrijven –, gaf Edward Voncken, ceo van KMWE, een presentatie over de Brainport Industries Campus-in-wording. KMWE, dat op de huidige locatie in Eindhoven uit zijn jasje begint te groeien, wordt de eerste bewoner van de campus. Diverse andere partijen overwegen serieus om daar naartoe te gaan, zegt John Blankendaal, directeur van Brainport Industries. ‘Animo is er, zeker.’
Snel op- en afschalen
Volgens hem heeft de Brainport Industries Campus bewoners dan ook veel te bieden. Hij wijst op de trend dat oem’ers in het ‘low volume, high mix, high complexity’-wereldje, waarin de Brainport-regio op wereldschaal sterk presteert, steeds meer (module)ontwikkeling neerleggen bij hun first tiers – die op hun beurt meer klussen dieper in de supply chain wegzetten. ‘Dat vergt van de toeleversector meer kennis en kunde – en dan helpt samenwerking in de keten. Ook omdat uitbesteders dat verlangen. Een Carl Zeiss, dat cruciale modules levert voor de machines van ASML, besteedt de ontwikkeling en productie van submodules als het maar even kan uit aan geïntegreerde toelevernetwerken.’
Ander punt: in die volatiele hightech markt is snel schakelen noodzaak. Het BI Campus-concept faciliteert dat, legt Blankendaal uit. ‘De campus biedt bedrijven maximale flexibiliteit om ruimtelijk op- en af te schalen, om mee te veren met het werkaanbod. Heb je meer of minder ruimte nodig? In het flexibele concept dat we in samenwerking met partijen als Stam + De Koning Bouw en VolkerWessels (bouwer en ontwikkelaar van de eerste fase, red.) nu doorontwikkelen, is dat soepel te realiseren. Mede omdat wordt uitgegaan van één gebouwencluster van twintig hectare (naar uiteindelijk ongeveer zestig hectare, red.), waarin de bewoners voor zichzelf houden wat ze niet willen delen en samen doen waar dat tot ieders voordeel strekt.’
Geen hogere tco
Artist’s impressions geven een indruk van hoe dat eruit gaat zien, of zou kunnen zien. Een grote hal met twee etages: boven de productieruimten, op maaiveld vrij baan voor de logistiek – met, als het even kan, automatisch geleide voertuigen (agv’s). Een ‘atrium’ voor de shared facilities en projecten die de bedrijven samen met onderwijs- en kennisinstellingen uitvoeren. In een park van in totaal tweehonderd hectare, aan de noordwestkant van Eindhoven – aan de A2 en nabij Eindhoven Airport.
Wat je daarop niet ziet, is dat er gewerkt wordt met de modernste apparatuur, die 24/7 productie mogelijk maakt – en dat duurzaamheid (energiebesparing) deel uitmaakt van het concept. Wat het gaat kosten om daar te zitten?’ John Blankendaal kan – of wil – dat in dit stadium niet kwijt. ‘Maar zeker geen Amsterdam Zuidas-huurbedragen. Dat laten de marges in de hightech toelevering niet toe. En gaan de bewoners iets meer betalen dan nu, dan verdienen ze dat ruimschoots terug door de flexibiliteit, de faciliteiten en entourage die de campus gaat bieden – zoals op de High Tech Campus Eindhoven (de r&d-campus, waar productie buiten de scope valt, red.). De total cost of ownership zal niet hoger liggen.’
Door samenwerking groeien; dat is de bottomline. En meer – ook buitenlandse – partijen naar het Eindhovense trekken, dat ook. ‘Aan de marktkant moet de Brainport Industries Campus internationaal herkend en erkend worden als een plek waar oem’ers een ijzersterk netwerk vinden om producten te ontwikkelen en realiseren. En aan de menskant moet het een plek worden waarvan jong talent zegt ‘hier wil ik werken’ en training krijgt in het omgaan met de modernste apparatuur – in factories of the future. Kortom een icoon voor de maakindustrie.’