Vorig jaar lieten Nederlandse consumenten een slordige 20 miljard euro aan producten thuisbezorgen. Dat is 43 procent meer dan het jaar daarvoor, wat grotendeels komt door de coronacrisis en strenge overheidsmaatregelen. E-commerce bedrijven waren wereldwijd de grote winnaars en de logistieke wereld profiteerde mee, in de B2C én B2B. Wat zagen system integrator Inther Group, verpakkingsmachinebouwer Sparck Technologies (voorheen Quadient) en AI-softwareleverancier Fizyr gebeuren afgelopen tijd?
- ‘Klanten beseften dat ze niet anders konden dan toch te gaan investeren.’
- ‘De coronacrisis stuwt de omzet, maar heeft overduidelijk nadelige effecten op de supplychain.’
- ‘Opdrachtgevers verlangen bovendien veel kortere doorlooptijden.’
- ‘We hebben medewerkers ingezet van een partner die normaal alleen mee installeert.’
- ‘Bedrijven zetten veel strategischer op robotisering in.’
Inther Group: ‘In 2020 zaten we op 22,5 miljoen, dit jaar op ruim 50 miljoen’
Aan het begin van de coronacrisis stond Inther Group, Sparck Technologies en Fizyr exact dezelfde verrassing te wachten. Nadat eerst de markt vrijwel helemaal instortte, veranderde dat na een paar maanden compleet. ‘Klanten beseften dat ze niet anders konden dan toch te gaan investeren’, zegt managing director Stefan Kleijngeld van Inther Group in Venray (300 medewerkers, verwachte omzet dit jaar 50 miljoen euro). ‘Toen hebben we duidelijk gemaakt dat we capaciteit konden inplannen voor hen als ze het snel aangaven. En dat ze anders achteraan moesten sluiten.’
Fizyr in Delft (26 medewerkers, omzet vertrouwelijk) was aanvankelijk voorzichtig met investeringen en nieuwe mensen aannemen, zegt ceo Herbert ten Have. ‘Het was echt schrikken. We hebben bijvoorbeeld de grote Italiaanse brillenproducent Luxottica als klant. Daar lag alles compleet stil. Maar vervolgens zeiden alle bestaande klanten dat ze weer volle bak doorgingen. Bovendien kwamen er ineens nieuwe klanten bij.’
‘Als ik naar de oplopende levertijden in de markt kijk…’
De e-commercebusiness groeide voor de coronacrisis natuurlijk al enorm, met tientallen procenten per jaar. ‘Tel daar rustig nog een procent of tien corona-effect bovenop’, zegt Piet Fellinger, purchasing director bij Sparck Technologies (240 medewerkers, jaaromzet 40 miljoen euro) in Drachten. Bedrijven investeren steeds sneller en meer in hun logistieke systemen. ‘Daarbij willen ze toekunnen met minder mensen op de werkvloer vanwege corona en ook omdat het steeds lastiger is om mensen te vinden. Dan helpt het als je een machine kunt neerzetten die maar 10 procent van de menskracht nodig heeft vergeleken met handmatig verpakken.’
Meer dan duizend dozen
Sparck Technologies was tot voor kort de Nederlandse tak van de Franse Quadient-holding. Standard Investment uit Amsterdam kocht de Nederlandse producent van hightech inpakmachines voor ruim 20 miljoen euro en gaat nu voor verdere uitbouw. De nadruk komt te liggen op de continu variabele verpakkingsmachines (cvp’s) die pakketten in warehouses snel en met zo weinig mogelijk verpakkings- en opvulmateriaal van de band laten rollen. Klanten zijn onder meer Boots, Cdiscount en bol.com. Die laatste kocht zeven jaar geleden de eerste cvp. De allernieuwste machine, de CVP Everest, kan tot 1.100 dozen per uur maken. De tak voor envelopvulmachines wordt komende jaren langzaam maar zeker door Quadient overgenomen. Piet Fellinger: ‘We gaan onze portfolio voor automated packaging solutions vast verder uitbouwen, maar we willen eerst drastisch uitbreiden met onze bestaande machines. Dat gaat nu als een speer. De ceo van Quadient focust vooral op de digitale kant, er was minder oog voor de machinebouw. Nu kunnen we daar vol voor gaan. In een verpakkingsmachine zit zóveel kennis en kunde: die ontwikkeling en productie moet je niet allemaal willen uitbesteden.’
De installed base begint aardig te groeien, wereldwijd staan zo’n 80 machines bij gerenommeerde klanten. Dit jaar komen er enkele tientallen bij. ‘We willen over een jaar of drie toegroeien naar honderd machines per jaar. We zitten onder meer in Nederland, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, en zijn begonnen met het opnieuw optuigen van een stevig internationaal netwerk nu we uit de Quadient-groep zijn.’
Kantje-boord
Sparck Technologies is samen met zijn partners ook druk met het opschalen van de productie. Fellinger: ‘In het begin kochten we losse onderdelen, toen subassemblies, nu ook complete modules. We besteden relatief veel uit in Nederland. De coronacrisis stuwt de omzet, maar heeft overduidelijk nadelige effecten op de supplychain. Transportkosten zijn hoger dan ooit, containers staan ineens op andere plekken dan gewenst.’ De verpakkingsmachines zitten vol elektronica. ‘We sturen forecasts uit en horen terug dat tijdig leveren niet kan. Het kost veel energie om de continuïteit te waarborgen. Er zijn veel kantje-boord-situaties.’
Groeistrategie
Inther Group is in de afgelopen kwart eeuw uitgegroeid tot een systeem integrator voor complexe intralogistieke systemen voor vooral fijnmazige distributie vanuit warehouses. In het begin lag de nadruk op het eigen Warehouse Execution System (Inther LC), maar nu wordt naast software ook de bijbehorende high-end hardware geleverd. Inther Group heeft veel klanten in de farmacie (zoals de farmaceutische groothandels Pluripharm en Uniphar), de foodprocessing en ondernemingen die hun fysieke winkel combineren met e-commerce zoals Zeeman, Estée Lauder en HEMA. Een jaar of drie geleden is een duidelijke groeistrategie ingezet. De complete organisatie is daar verder voor klaargemaakt en dat is maar goed ook, want die groei gaat – onder meer door de coronacrisis – harder dan voorzien. ‘In 2019 zaten we op 18 miljoen euro, in 2020 op 22,5 miljoen, dit jaar op ruim 50 miljoen en in 2025 gaan we voor 100 miljoen’, aldus Stefan Kleijngeld. Er zijn meer projecten, maar de projecten worden bovenal ook steeds groter en complexer.
Logistiek was lang een ondergeschoven kindje, aldus Kleijngeld. Maar dat is verleden tijd: klanten willen steeds sneller, steeds beter. De groei in e-commerce geeft uitdagingen in hun dagelijkse operatie. Intralogistieke systemen zijn al complex, maar de markteisen nemen alleen maar toe. Eén stuk of een paar stuks picken komt steeds vaker voor. Klanten willen absolute flexibiliteit, gezien de wereldwijde onvoorspelbaarheid van de markt. Wie voorheen vooral in de fysieke winkeldistributie zat, stoomt vol op naar e-commerce. Kleijngeld: ‘Opdrachtgevers verlangen bovendien veel kortere doorlooptijden. We hebben recent een 20 miljoen euro plus-systeem afgeleverd. Kon je daar vroeger misschien twee jaar over doen, tegenwoordig is dat een jaar.’
Resident engineers
Met klant HEMA zet Inther Group al sinds 2017 in op e-commerce, met aparte intralogistieke systemen en aparte distributiecentra voor de online verkoop en de toevoer naar de winkels. De gedane investeringen betalen zich nu uit. Let wel, in de coronapandemie zat het verkoopvolume iedere dag op ‘Black-Fridayniveau’, weet Kleijngeld. Wat HEMA over een aantal jaren aan omzet uit e-commerce wilde bereiken, is nu al gehaald. ‘We hebben echt wel wat aanpassingen op hun systemen moeten doen. Vanuit de softwarekant kunnen we processen optimaliseren, zonder meteen heel veel hardware bij te pluggen. Wij ondersteunen onze klanten 24/7 en hebben waar nodig resident engineers om downtime te voorkomen en continue pieken aan te kunnen. Dat is best even schakelen voor alle partijen; we hebben bijvoorbeeld medewerkers ingezet van een partner die normaal alleen mee installeert.’
Bij eigen leest blijven
Inther Group kreeg door de coronacrisis ineens ook heel andere klanten op zich af, zoals pakketbedrijven die danig omhoog zaten en sorteersystemen wilden. Kleijngeld: ‘Dat is verleidelijk, maar we blijven bij onze leest. We hebben andere partijen aanbevolen, al zaten die natuurlijk ook aardig vol. We concentreren ons echt op de warehouse solutions en moeten daarin zorgvuldig keuzes maken.’ Het bedrijf heeft een sterk toelevernetwerk. Ook dat is anders opgebouwd: van voorheen 300 toeleveranciers zijn er nu iets van 40 strategische partners, voor subassemblages, soms voor complete machines. ‘We hebben op dit moment minimale problemen in onze supplychain, maar als ik naar de oplopende levertijden in de markt kijk… We staan pas aan het begin van de impact ervan, vrees ik.’ Er is ook onzekerheid over de aanwas van nieuwe mensen. ‘We hebben veertig vacatures openstaan, daarom zetten we nog sterker in op employer branding.’
Visueel brein
Bij Fizyr, een spin-off van de TU Delft, kunnen zo zes nieuwe mensen beginnen gezien de onstuimige groei. De AI-software van Fizyr wordt wereldwijd gebruikt om met robots parcels te picken uit bulk, om te (de)palletiseren en om containers te ontladen. Het bedrijf focust op de logistieke markt en werkt samen met zo’n twintig system integrators: dat zijn bedrijven zoals Vanderlande en Inther Group met hun green-field-projecten, en klanten als AWL met veel brown-field-projecten gericht op bestaande installaties bij pakketdiensten en e-commercebedrijven. Het aantal partners groeit gestaag.
Logistiek was voorheen moeilijk te automatiseren met robots, omdat er veel variatie in zit. Elk doosje, elk zakje is anders. Herbert ten Have: ‘Onze computervisionsoftware, het visuele brein van de robot, kan omgaan met allerlei variaties in grootte, vorm, kleur, materiaal en manier van opstapeling. Het systeem segmenteert, classificeert en bepaalt de optimale manier van oppakken.’
Strategischer inzetten op robots
Er zitten veel klanten in de pijplijn, aldus Ten Have. Soms is Fizyr wel twee jaar bezig met een potentiële klant. ‘Vaak heeft die het eerst zelf geprobeerd en zelf software ontwikkeld. Dat is prima, dan weten ze precies waar de problemen liggen en waarderen ze ons des te meer. De meeste concurrenten van ons weten 80, 85 procent van de items te picken. Maar stel dat je één op de tien objecten níet kan picken, dan moet daar toch weer een mens bij. Wij zitten dicht tegen de 100 procent. De beperking zit ’m vaak in de gripper, niet in de software.’
Door de coronacrisis heeft de omzet tijdelijk een tik gehad omdat implementaties hier en daar vertraagd zijn. ‘Maar het langetermijneffect is dat bedrijven veel strategischer op robotisering inzetten. Ze zien dat het tekort aan medewerkers structureel is en hebben nu al enorme uitdagingen om te kunnen leveren. Bij een Coolblue, een bol.com, wordt veel online gekocht en ook weer teruggestuurd. Alle retouren moeten ook weer behandeld worden.’ De businesscase is duidelijk, robots kunnen steeds meer in de logistieke afhandeling, magazijnen worden er geschikt voor gemaakt.
Meer kapitaal
Tegelijkertijd is er sterke concurrentie in computervisionoplossingen. Ten Have schat het op een stuk of twintig partijen wereldwijd, waarvan er veel in Amerika zitten. ‘Het is een pittige markt. Sommige concurrenten verbranden tientallen miljoenen dollars per jaar om onze technologie te benaderen, ze zetten hun systemen in eerste instantie soms zelfs gratis weg bij klanten.’ Vorig jaar zorgde Value Creation Capital uit Bilthoven voor een nieuwe investering in Fizyr. Dat draagt bij aan een verdere internationale groei. ‘Wij hebben bewezen dat we geld kunnen verdienen in deze markt. Wij hebben de beste technologie en een trots en gedreven internationaal team. En we doen het echt samen met de system integrators.’