Minister Henk Kamp van EZ sluit niet uit dat het bedrijfsleven meer moet meebetalen aan de financiering van het Nederlands metrologisch instituut VSL. ‘Daarbij geldt de onafhankelijke positie van VSL als uitgangspunt.’ Wat, als het aan de minister ligt, blijft staan is de bezuiniging op het instituut: de komende drie jaar vijftien procent minder budget. VSL-directeur Albert Dalhuijsen is teleurgesteld. ‘Daarmee komt de continuïteit van VSL in gevaar.’ De bezuiniging betreft een huidige overheidsbijdrage van een kleine tien miljoen euro; nog eens plusminus vijf miljoen euro wordt door de klandizie opgebracht. Wel gaf de minister aan het budget voor volgend jaar gelijk te houden aan dat van dit jaar, ‘om de dienstverlening aan het bedrijfsleven op het huidige niveau te houden’. De minister heeft VSL eerder gevraagd om een plan dat duidelijk maakt wat de gevolgen zijn van de saneringen. Dat plan heeft EZ inmiddels binnen en zal, aldus Kamp, ook met het bedrijfsleven worden besproken.
Een oplossing ziet de minister in meer samenwerking tussen de nationale metrologische instituten in Europa, leidend tot het uitwisselen van hun standaarden. Nederlandse bedrijven zouden voor het kalibreren van bepaalde innovaties naar bijvoorbeeld het Duitse ijkwezen, de Physikalisch-Technische Bundesanstalt (PTB), moeten uitwijken. Nederlandse bedrijven gaven al aan daarin weinig vertrouwen te hebben. ‘PTB geeft toch vaak voorrang aan opdrachten van Duitse klanten waarmee ze vertrouwd zijn. Dat verlengt onze time-to-market’, aldus André Boer van Krohne. Op Kamervragen daarover zegt de minister: ‘De signalen dat buitenlandse (Nederlandse) bedrijven worden achtergesteld bij het metrologisch laboratorium in Duitsland zijn mij bekend. (…) Ik zal onderzoeken of, en zo ja hoe, dienstverlening op Europees niveau haalbaar is.’
Dalhuijsen is teleurgesteld: ‘De grootste winst is dat toegezegd wordt om het bedrijfsleven te betrekken. Dat is nieuw. Maar hoe dat zal gebeuren is nog onbekend. En voor de rest is er weinig tot niets veranderd. Conclusie is dus dat de minister vooralsnog gewoon vasthoudt aan de geplande taakstelling. Van uitstel of afstel van de taakstelling is geen sprake. Het geld moet blijkbaar ergens anders vandaan komen. Kortom, het probleem is nog niet van de baan. In diverse brieven aan de minister hebben het bedrijfsleven en onze raad van deskundigen juist aangedrongen op uitstel van de bezuinigingen. Mijns inziens een zeer belangrijke voorwaarde.’