Onderzoek van reichelt elektronik toont aan: vroege betrokkenheid van medewerkers en een overkoepelende strategie versterken het vertrouwen in artificial intelligence (AI) . De inzet van AI in Nederland zet zich onverminderd voort. AI heeft een enorme potentie, bijvoorbeeld in de maakindustrie en wordt vaak zelfs gezien als een wondermiddel. Bedrijven hopen met AI hun toegevoegde waarde te verhogen. Toch roept de inzet veel vragen op bij betrokkenen door een gebrek aan ervaring en zijn er heel wat obstakels bij implementatie. Het gebrek aan of slecht toegankelijke data maakt het ook lastiger voor bedrijven. Een recent onderzoek van reichelt elektronik biedt inzichten in de ervaringen van industriële bedrijven die AI al succesvol geïmplementeerd hebben.
Wat verwachten bedrijven van AI?
Meer dan de helft van de respondenten (56%) gebruikt AI in de productieomgeving. 38% van deze groep gebruikt AI over de hele linie. 18% maakt er slechts gedeeltelijk gebruik van. Het is opvallend dat bedrijven hun verwachtingen van AI nu veel beter kunnen formuleren dan een paar jaar geleden. De meest voorkomende reden (39%) voor AI-inzet is de productontwikkeling, gevolgd door procesoptimalisatie met 35%. Voor meer dan een derde (35%) is kwaliteitscontrole belangrijk en 32% van de respondenten geeft aan AI te introduceren met het oog op productiviteitsverhoging.
AI biedt kansen om zaken op nieuwe manieren aan te pakken. Toch is de technologie zelf zelden de oplossing die bedrijven zoeken. De toepassingsmogelijkheden blijven nog beperkt tot specifieke gebieden en moeten nog nauwkeurig afgestemd worden op specifieke functies of specificaties. Het ontbreekt veel organisaties aan een duidelijk begrip van wat ze exact met AI kunnen. Een overkoepelende strategie, in tegenstelling tot losse pilotprojecten, biedt hiervoor een oplossing. 65% van de respondenten geeft aan al zo’n overkoepelende strategie te hebben. Ongeveer een derde (31%) zegt dat ze tot nu toe alleen in AI-deelprojecten heeft geïnvesteerd.
Vinden bedrijven hun AI-projecten succesvol?
Om achter de implementatie te kunnen staan, is vertrouwen in de technologie noodzakelijk. Toch zijn de rekenmethodes waarmee AI tot resultaten komt niet altijd tot in detail te begrijpen. Dit gebrek aan inzicht schrikt sommige bedrijven af. Ondertussen is deze perceptie wel iets verbeterd omdat er meer cases en initiatieven zijn die de transparantie verbeteren.
Op de vraag of bedrijven die AI vijf jaar geleden al implementeerden dat met de huidige kennis op dezelfde manier hadden gedaan, reageerde slechts iets meer dan de helft met ‘ja’. 29% zou nu een aantal dingen anders aanpakken. 9% zou zelfs alles anders doen dan vijf jaar geleden.
Naast betere planning en een overkoepelende strategie gaven respondenten aan dat ze hun eigen medewerkers vanaf het begin meer zouden betrekken bij de processen. Door mensen eerder mee te nemen in de ontwikkelingen, kunnen ze meer vertrouwen in de technologie opbouwen.
AI over 4 tot jaar standaard in industrie
Met het oog op de toekomst vindt 80 procent van de respondenten het realistisch dat robots steeds meer taken van mensen zullen overnemen. Voor een derde van de ondervraagden is het duidelijk dat AI over vier tot zes jaar de standaard in de industrie zal zijn.
Het is wel belangrijk te beseffen dat AI slechts één van vele tools is. Statistische berekeningen of vectormodellen kunnen even bruikbaar zijn of misschien wel bruikbaarder voor machine learning. “Het gaat vooral om de inzet van de technologie die het best past bij een specifieke taak. Bij gebruik van AI is het zaak zeker te weten dat de nieuwe technologie naadloos aansluit bij de processen. En niet een extra proces is dat parallel aan bestaande processen loopt”, zegt Christian Reinwald, Hoofd Product Management & Marketing bij reichelt elektronik.
Over het onderzoek
De cijfers zijn verzameld door het internationale onderzoeksbureau OnePoll in opdracht van reichelt elektronik en omvatte 1.650 technologische besluitvormers van indsutriële ondernemingenin Europa, waarvan 250 uit Nederland.