De automobielfabrikanten beleven zware tijden. De verkopen zakken in, vanwege onzekerheid bij het grote publiek dat wacht op de echte doorbraak van de elektrisch aangedreven, betaalbare auto. Een kwestie van tijd, meent Rupert Janssen van ingenieursbureau VIRO dat met verschillende grote fabrikanten werkt aan de transitie naar elektrisch rijden. ‘De accu is voorlopig nog de grootste bottleneck.’
Dipje in automotive raakt VIRO niet
De Europese autofabrikanten zitten op zijn zachtst gezegd in een dipje. De productie krimpt, duizenden werknemers verliezen hun baan. Tegelijk lopen bij de dalende omzetten en winsten de kosten op, de ontwikkeling van nieuwe, elektrische modellen vergt miljarden euro’s. ‘En toch hebben wij minder last van het dipje’, zegt Rupert Janssen, technisch-commercieel vestigingsleider bij VIRO in het Zuid-Limburgse Echt. ‘Ons ingenieursbureau ondersteunt oem’ers bij de transitie naar elektrisch rijden. Juist nu moet de slag gemaakt worden. Elke autobouwer wil de markt op met elektrische modellen, liefst zo snel mogelijk. Daarom wordt er minder bezuinigd op ontwikkelkosten, zelfs als de omzetten en winsten tegenvallen. Het klinkt controversieel, maar dat is het dus niet.’
Extra pand
In de VIRO-vestiging Echt is dat duidelijk te merken. Het bedrijfspand pal aan de A2 barst uit zijn voegen. Binnenkort start de bouw van een extra pand om ruimte te scheppen voor nog meer ingenieurs. ‘We werken hier al met ruim 280 mensen onder wie ruim 50 specialisten die zich uitsluitend bezighouden met e-mobility. Dat aantal zal de komende jaren zeker nog groeien. Gelukkig is het niet zo moeilijk om talent binnen te halen. Een aantal jaren geleden zijn we bewust naar het midden van de provincie verhuisd. Dicht bij de technische universiteiten van Eindhoven, Aken en Diepenbeek. En op korte afstand van klanten als VDL en DAF. Veel van onze mensen werken op locatie, omdat we vrijwel alle projecten in cocreatie met fabrikanten uitvoeren. Vanuit Echt zijn de reistijden aanvaardbaar en de verbindingen snel.’
Omslag
VIRO heeft elf vestigingen in Nederland, Oostenrijk, België en Duitsland. Er werken in totaal 750 mensen voor grote oem’ers in de industrie, werktuigbouwkunde en automotive. De Limburgse vestiging bestaat bijna 25 jaar. ‘In 1995 begonnen we in Maastricht met drie mensen’, herinnert Rupert Janssen zich, geboren en opgeleid in Oostenrijk en getrouwd met een Limburgse. ‘In Echt ligt het zwaartepunt onder andere op projecten voor vrachtwagen- en busbouwers. Ook deze fabrikanten willen de omslag maken naar elektrisch rijden. We zijn acht jaar geleden al gestart met een Automotive Electrical Routing-groep. Die is inmiddels uitgebreid met een speciale Automotive Hard- en Software-groep.’
Integrators
VIRO is geen systeemeigenaar. ‘Wij leveren geen producten en sleutelen evenmin aan motoren, transmissies, batterijen of andere essentiële onderdelen van een auto of truck. Ook hebben we geen productiefaciliteiten, in feite zijn we systeemintegrators. We bedenken en ontwerpen, uiteraard samen met de klant, bijvoorbeeld nieuwe typen vrachtwagens en bussen. Daarom zijn wij nu ook betrokken bij e-mobility voor trucks en bussen. Met software bouwen we het voertuig op de computer, inclusief alle onderdelen en modules. We zoeken uit hoe de nieuwe systemen in het voertuig geplaatst en gemonteerd moeten worden, de aandrijving, remmen, batterijen, stoelen, assen et cetera. In de toekomst willen we in Echt onze klanten ook een proof of concept en prototyping aanbieden. Een nieuwe dienst die het engineeringspakket completeert.’
‘Elektrisch aangedreven auto’s worden de standaard’
Kunnen de fabrikanten dat niet zelf? ‘Jawel, maar er is vaak behoefte aan ondersteuning van externe engineers nu de transitie naar elektrisch rijden gemaakt moet worden. Wij lopen al bijna 25 jaar mee in de automotive en hebben veel ervaring en expertise.’
Gemakkelijk is het niet, die transitie. Bij elektrische aandrijving verandert er veel in vergelijking met de verbrandingsmotoren. ‘Je hebt geen tank meer maar batterijen. De bekabeling is totaal anders. Net als de transmissie, het koppel en noem maar op. Het is lastig om niet te denken in oude patronen. Het is geen kwestie van de motor vervangen, het is een compleet nieuw concept. Eigenlijk moet je van scratch beginnen, een compleet nieuwe auto bouwen.’
Hindernissen
Elektrisch aangedreven auto’s worden de standaard, daar is Rupert Janssen heilig van overtuigd. Zeker voor de consument. Er zijn echter nog de nodige hindernissen te nemen. ‘De prijs bijvoorbeeld. Tesla bouwt natuurlijk prachtige auto’s, maar die zijn niet voor iedereen weggelegd. Het wachten is op een betaalbare middenklasser. Mét een acceptabele actieradius. Waarmee we bij de batterij terecht komen. Dat is nog altijd het grootste knelpunt voor veel mensen. Waar ligt psychologisch het omslagpunt? Bij 300 kilometer? Of bij 500 of 1.000? Gelukkig zien we zeker in Nederland steeds meer stations waar je snel elektrisch kunt tanken. Ook is er onzekerheid over belastingen en heffingen. Bepaalde voordelen worden weer geschrapt. Anderzijds worden vervuilende diesels steeds vaker geweerd of extra belast. Het is allemaal onduidelijk. Dat maakt kopers kopschuw en dus blijven ze nog rijden in hun huidige benzine- of dieselauto.’
Er is nog een factor die grote invloed heeft op de autoverkopen. ‘Jonge mensen zien de auto niet meer als een statussymbool. Ze willen er ook geen bezitten, alleen gebruiken. Mobiliteit verandert. Wel is er aandacht voor duurzaamheid. Die transitie komt er, zeker weten.’
Technisch veel mogelijk
Wanneer dan? Rupert Janssen verwacht de grote omslag binnen een jaar of vijf. ‘Technisch is veel mogelijk. Tesla doet tests met batterijen die 1 miljoen kilometer meegaan en slechts om de 1.000 kilometer opgeladen moeten worden. Het kán, maar ik begrijp dat de prijs van een accupakket enorm is. De vraag is ook of waterstof een optie is. Een beproefde brandstof, vooral voor vrachtwagens en bussen denk ik. Samen met VDL en DAF hebben we verschillende elektrisch aangedreven bussen en trucks ontworpen. Succesvol, maar ook hiervoor geldt dat de prijzen in vergelijking met traditionele voertuigen hoog zijn.’ De actieradius is eveneens een punt. Een oplossing zou het verwisselen van accupakketten bij tankstations kunnen zijn.
Meer dan genoeg opties om uit te werken, zoveel is duidelijk. ‘Klopt. Er wordt op veel borden tegelijk geschaakt. Voor onze engineers betekent dat continu werk en nieuwe uitdagingen. Er is nog heel veel te ontwikkelen.’