De afgelopen drie nummers van Link Magazine stond steeds vrouwen op de cover. Geheel toevallig, en nooit eerder voorgekomen in de twintig jaar dat het blad bestaat. ‘Die nummers zijn zeker helemaal uitverkocht’, reageren acht topvrouwen uit de industrie schertsend. Op een mooie avond schuiven ze aan voor een diner-met-discussie bij de Link-uitgevers in de Ginkelse Hoeve in Drunen. Het wordt een feest van herkenning. Allerlei oorzaken van het tekort aan vrouwen op de werkvloer gaan over tafel. Anekdotes worden gedeeld. En er wordt uitbundiger gelachen dan bij welk Link-rondetafelgesprek dan ook. ‘Bij mijn eerste FME-bijeenkomst stonden mannen echt op mijn badge te staren. Alsof ze wilden vragen: “Zeg, meisje, met wie ben jij meegekomen?”‘
- ‘Veel mannen dachten dat één van mijn broers het zou gaan doen. Zo werkt dat vaak in onze technische wereld.’
- ‘Het old boys network vindt het fijn dat er vernieuwing is.’
- ‘We hoeven alleen maar onszelf te zijn, met al onze competenties, kwaliteiten en rarigheid. Ingewikkelder is het niet.’
- ‘Het komt erop aan dat papa’s én mama’s de techniek als mogelijkheid opperen.’
‘Wat maakt mij het uit dat ik ergens de enige ben in een rode jurk’
Marloes Kepser, directeur-eigenaar van toeleverancier in de metaal Kepser in Cuijk (80 medewerkers, onder wie 3 vrouwen), vertelt halverwege de avond dat ze vaak off-piste skiet. Dat off-piste skiën kent tal van officiële regels en gedefinieerde risico’s. ‘Eén van de risico’s is dat een vrouw meegaat. Waarom? Omdat mannen zich dan als macho’s gaan gedragen. Dat kan de groep in gevaar brengen.’ Nee, doe normaal, niet te geloven, dat is absurd, reageren de anderen aan tafel. Het klinkt als iets uit de vorige eeuw. Marloes Kepser trekt zich er ook niets van aan, ze skiet lekker mee. Ze werd ruim twee jaar geleden directeur bij het familiebedrijf, nadat haar vader Chris onverwacht overleed. ‘Ik vind het prima met al die mannen, ik ben ertussen opgegroeid, voor mij hoeven er niet per se vrouwen bij. Weinig kans trouwens, want die solliciteren zelden of nooit bij ons.’
Van de apenrots af
Nou ja, los van dat skiën: het klopt natuurlijk wel dat mannen zich anders gaan gedragen met vrouwen in het gezelschap. En dan veelal in positieve zin. Ze verlaten spontaan hun apenrots. Alleen al als er één vrouw bij komt staan, verandert het gesprek, hoorde Roelien Attema van mannen om haar heen. Ze is hoofd research & development bij het Nederlands instituut voor radioastronomie Astron in Dwingeloo (180 medewerkers, 60 daarvan, onder wie 4 vrouwen, doen onderzoek naar nieuwe generaties radiotelescopie). ‘Het is een ware mannenwereld. Ik floreer er heel goed in.’ Ze vertelt een anekdote. De vrouwen aan tafel hebben er deze avond in Drunen allemaal wel een paar paraat: ‘Ik had een toeleverancier op bezoek, we kenden elkaar nog niet. “Ik vind het zó leuk dat een vrouw hier hoofd r&d is, ik wilde meteen met je kennismaken. En nu zie je er nog eens leuk uit ook.” Wat moet je daar nu op zeggen?’
‘In IJsland hebben ze een vrouwen- én mannenquotum. Daarmee haal je dat zwaktebod-idee eraf’
Nina Wessels, manager operations assembly & manager logistics bij NTS Norma (zo’n 300 medewerkers in Hengelo, onder wie 20 vrouwen), leverancier van mechanische onderdelen en hightech mechatronische samenstellingen, heeft meerdere teams onder zich. ‘Ik mag met bijna elk teamuitje mee. Dat vinden ze gezelliger, met een vrouw erbij. Ik functioneer heel goed tussen al die mannen. In ons management komen langzaam meer vrouwen, in de productie blijft het lastig. We zoeken ook niet specifiek.’
Net mannen
De krachtige vrouwen aan tafel vinden het fantastisch om eens een avond vrijuit te kunnen spreken over wat ze meemaken in de industrie: over alle mooie ontmoetingen en projecten, over de vooroordelen, de beperkingen (‘die leggen we onszelf soms ook op’) en de noodzakelijke veranderingen. Het percentage vrouwen in zowel managementfuncties als de operatie is gering in de Nederlandse industrie. Slechts 10 procent van de medewerkers met een echte ‘techbaan’ is vrouw. En de vrouwen die werken in de techniek, tsja, dat zijn net mannen, wordt er geroepen. De vrouwelijke directeuren en managers aan tafel kunnen hartelijk lachen om die rare hersenkronkel.
‘Ik wil ook in mijn werk vrouw kunnen zijn’, zegt Manon Pijnenburg. ‘Dan zien ze mij, dan ben ik blond, dan heb ik mijn best gedaan voor de spiegel. Nou en?’ Manon Pijnenburg is hr- en marketingmanager bij hightech machinefabrikant AAE in Helmond 350 medewerkers, onder wie zo’n 65 vrouwen). Ze kreeg om dezelfde verdrietige reden als Marloes Kepser ineens een grotere rol in het bedrijf: haar vader William overleed drie jaar geleden. ‘Ik heb het geluk gehad dat ik al een tijdlang aan mijn vaders zijde mocht staan. In het begin vond ik het best eng om aan tafel te zitten bij alleen maar mannen van zijn leeftijd. Ik heb toch niks te vertellen, ik kom net kijken, dacht ik. Die gesprekspartners bleken echter ook maar gewoon mensen.’ Ik heb wél iets toe te voegen als jongere en als vrouw, besloot ze. ‘Mannen waarderen het dat ik een andere inbreng heb dan ze gewend zijn, anders kijk en vragen stel die niemand anders meer durft te stellen. Het old boys network vindt het fijn dat er vernieuwing is.’ Ze merkt nu vooral respect, al moest ze voor zichzelf wel de nodige drempels over. AAE koos destijds voor een nieuwe, externe directeur voor het familiebedrijf, omdat Manon en haar twee broers er nog niet aan toe waren om die positie op zich te nemen en het zeer emotionele tijden waren. ‘Maar ik heb onlangs tegen de medewerkers openlijk uitgesproken dat ik op termijn directeur van AAE wil worden. Hiervoor hebben we een vier- tot achtjarenplan gemaakt.’
Wow, wat stoer, reageren de vrouwen aan tafel. ‘Ik vind het heel spannend’, beaamt Manon Pijnenburg. ‘Sommige vrouwelijke collega’s verwachtten dit niet, met name omdat ik recent moeder ben geworden. “Wat ga je toch doen, je kunt toch ook relaxter leven, zonder al die verantwoordelijkheid?”, zeiden ze. En veel mannen dachten dat één van mijn broers het zou gaan doen. Zo werkt dat vaak in onze technische wereld. Maar gelukkig vinden de meesten het vooral ook heel gaaf. Onze huidige directeur Frank Mulders is nu mijn mentor van wie ik veel kan leren de komende jaren.’
Genoeg bagage
Er is best wel wat nodig om vrouwen in managementposities te krijgen, weten de deelnemers aan tafel. Een man die ergens de baas kan worden, twijfelt niet. Die begint gewoon en komt er na een tijdje wellicht achter dat hij er toch niet zo goed in is. Vrouwen kunnen eindeloos twijfelen. Doe ik anderen niet tekort, heb ik genoeg bagage, moet ik niet eerst bewezen hebben dat ik dit aankan, redeneren ze. Vrouwen zeggen daarom misschien te snel ‘nee’ tegen een kans. Blijf stimuleren om die baan toch te nemen als je denkt dat iemand het kan, klinkt het aan tafel. Vraag het nog een keer en nog een keer. Dat kan vrouwen het benodigde zetje geven.
Judith Vermeulen, directeur/eigenaar van Vekon Besturingstechniek in Made (25 medewerkers onder wie 4 vrouwen), leveranciers van besturingskasten en -systemen, startte het bedrijf 26 jaar geleden samen met haar vader. Hij ging net na de eeuwwisseling met pensioen. ‘Pas de laatste tijd treed ik heel veel naar buiten. Laat mij maar lekker binnen de organisatie mijn gang gaan, heb ik jarenlang gedacht. Dat ben je op een gegeven moment zelf ook beu. Ik weet waar ik het over heb, dacht ik op een dag. En ik ga het de wereld vertellen ook. Wat maakt mij het uit dat ik op een bijeenkomst de enige ben in een rode jurk.’
Roelien Attema: ‘We hoeven alleen maar onszelf te zijn, met al onze competenties, kwaliteiten en rarigheid. Ingewikkelder is het niet. Ga vooral geen rol spelen.’ Vrouwen moeten het gewoon doen, we moeten naar buiten treden, zegt Marloes Kepser. ‘De eerste keer dat ik op een FME-bijeenkomst was, stonden er allemaal grijze mannen op mijn badge te staren alsof ze wilden vragen ‘Met wie ben jij hier?”‘ Niks van aantrekken.
Noodzaak om serieus te verdienen
Dat er zo weinig vrouwen in de industrie rondlopen, heeft er wellicht mee te maken dat de noodzaak voor veel vrouwen in Nederland om te werken en serieus te verdienen minder groot is, gooit Judith Vermeulen in de groep. ‘In een land als Tsjechië zie je veel meer vrouwen in de techniek. Om het te kunnen redden, moeten ze simpelweg een beroep hebben dat goed betaalt.’
‘Zegt een collega: “Ik dacht dat het wel handig was als jij de uitnodigingen verstuurt.” Zeg ik: “Oké, want?!?”‘
In de industrie is fulltime werken bovendien nog vaak de norm, vullen anderen aan. Dat verandert wel langzaam. Er komen meer mogelijkheden voor flexibele werktijden en parttime werken. Dat moet wel, het is de wens van steeds meer mannen en vrouwen, zeker van de jongere generaties. Een aantal deelnemers aan tafel werkt drie, vier dagen per week. Ook leidinggevende functies kunnen parttime als je het goed regelt. Dat een mens 24/7 beschikbaar moet zijn, geloven ze niet. ‘Ik voel me creatiever nu ik vier dagen per week werk’, zegt Carolien Meijer, moderator van het rondetafelgesprek en manager strategic marketing bij Bronkhorst High-Tech in Ruurlo (650 medewerkers, redelijk wat vrouwen door het vele precisiewerk), producent van onder meer massa- en volumeflowmeters en drukregelaars. ‘Vaste structuren en regeltjes werken niet meer. Mensen hebben behoefte aan een persoonlijke benadering, man of vrouw. Stem af op hun wensen. Ga dat avontuur aan.’
Bij NTS Norma hangt nog wel de prikklok bij de deur, zegt Nina Wessels. Ze vindt het maar niks. ‘Die prikklok is nodig voor urenregistratie, maar het maakt wel dat medewerkers aan strakke tijden gebonden zijn.’ Het is een gevecht tussen het inspelen op persoonlijke wensen van medewerkers en tegelijkertijd zorgen dat de machines optimaal bezet zijn en kunnen doordraaien.
Monteurs lezen voor
En natuurlijk is er nog die overbekende reden voor het magere percentage vrouwen in de industrie: de instroom van meisjes in technische opleidingen schiet zwaar tekort. Bijna iedereen aan tafel doet aan techniekpromotie en biedt bijvoorbeeld bedrijfsbezoeken voor scholieren. Judith Vermeulen: ‘Ik ben actief in de werkgroep Instroom van Fedet, de federatie elektrotechniek, en ik maak me heel erg druk om die instroom. Ik geloof sterk in diversiteit. Bij Vekon hebben we nu welgeteld één vrouwelijke productiemedewerker die besturingskasten bouwt. Een tweede is net begonnen: een vrouw die BBL-Elektrotechniek doet en werken en leren combineert.’ Vermeulen doet veel voor Girlsday, waarop technische bedrijven hun deuren openen voor meisjes van 10 tot 15 jaar oud. Ze heeft lokaal een netwerk opgebouwd dat jaarlijks meedoet. Vanuit de overtuiging dat alle kinderen op heel jonge leeftijd al kennis moeten maken met werken in de techniek, laat Vermeulen een stel monteurs in de komende Landelijke Voorleesweek voorlezen in kleuterklassen. Ze heeft al een lijst met geschikte boeken. Het prentenboek ‘Hé, wie zit er op de wc?’, zou iets voor een installatietechnicus kunnen zijn. Er zijn ontelbare mooie initiatieven en potjes om meer meisjes in technische beroepen te krijgen. Maar het is vaak al te laat, vrezen de vrouwen aan tafel. Het vak techniek moet vast onderdeel van het lesprogramma zijn en dan zonder twijfel meteen vanaf groep 1 in het basisonderwijs.
Influencer
Nu gaat het vaak al vroeg mis op tv en in boeken: de politieagent is een man, de verpleegster is een vrouw. Meiden roepen allemaal dat ze juf willen worden. Of caviaverzorgster. Vermeulens bonusdochter Yentl wil heel hip online influencer worden, liet ze weten. Ze hield vorig jaar op eigen initiatief een spreekbeurt over meisjes in de techniek. Judith Vermeulen was helemaal trots. Zo’n meisje heeft thuis een rolmodel, dat missen andere kinderen node.
Misschien moeten we zichtbaarder worden, wat minder bescheiden, roepen de vrouwen enthousiast door elkaar heen. Ja, we zetten een eigen YouTube-kanaal op en gaan vloggen of TikTokken. Zolang er nog weinig moeders in de techniek werken, blijft het lastig. Uitgever Mireille van Ginkel van Link Magazine: ‘Het komt erop aan dat papa’s én mama’s de techniek als mogelijkheid opperen.’ Hoe meer vrouwen als rolmodel, hoe meer effect. Meisjes dachten vroeger nooit dat ze topvoetballer konden worden, ‘Oranje’ was mannen. Een minister was nooit een vrouw, maar altijd een grijze, witte man. Nu zijn topvoetballer en minister wel reële opties.
Quotum
Diane van Putten is directeur marketing bij Pilz Nederland in Vianen (‘met ook e-commerce, opleidingen en recruitment in mijn pakket’). Pilz Nederland (63 medewerkers onder wie 10 vrouwen) levert automatiseringsoplossingen voor een scala aan markten en heeft het ook lastig om vrouwen te vinden met een technische achtergrond. ‘We hebben één vrouwelijke techneut. Het onderwerp houdt me zeer bezig. Ik organiseer jaarlijks een seminar voor vrouwen over werken in de techniek. Het is lastig om de juiste knop te vinden om aan te draaien en hup, de instroom stijgt.’ Die week van de discussieavond is het vrouwenquotum een hot item in de media. ‘Maar dat gaat toch ook niet echt helpen?’
‘Ik weet het niet’, zegt Nadia Schutman van Bronkhorst High-Tech. Ze is verantwoordelijk voor human relations development. ‘Eerst vond ik een quotum stom. Dat is voor de zwakkeren, dacht ik. Maar in IJsland werkt het wel. Daar hebben ze een vrouwen- én mannenquotum, het gaat twee kanten op. Daarmee haal je dat zwaktebod-idee eraf. Ze streven overal naar 40/40 en de rest mag een bedrijf zelf invullen. In de jaren zeventig hadden ze al een vrouwelijke premier. Zoiets heeft een enorme impact op de samenleving.’
Allemaal thee?
Uitgever John van Ginkel doet die avond een deel van de bediening aan tafel: ‘Dames, dames, jullie willen zeker allemaal thee?’, roept hij na het diner, maar de vrouwen zijn te zeer in de discussie verdiept om hem van repliek te dienen. Carolien Meijer: ‘Quota lijken me niks. Het gaat niet om exacte percentages, het gaat om het stimuleren van diversiteit in de breedste zin van het woord.’ Ofwel: medewerkers moeten nooit het gevoel hebben dat ze eenlingen in de organisatie zijn. ’Ze moeten zich gerespecteerd weten om wie ze zijn en wat ze bijdragen.’
Daarom is het ook gevaarlijk om het over typisch vrouwelijke en mannelijke eigenschappen te hebben, zegt Roelien Attema. ‘Mannen zijn heel divers qua competenties en leiderschapsstijlen, vrouwen net zo goed.’ Astron is in zijn vacatureteksten meer gaan focussen op ‘zachte’ eigenschappen zoals samenwerking, teambuilder en communicatieskills. Ook wordt minder gewerkt met lijstjes eisen, zoals x-jaar werkervaring en y-opleidingsniveau. Mannen denken bij een match van zes van de tien eisen wellicht ‘Ik solliciteer’, terwijl vrouwen bij acht van de tien kunnen denken ‘Ik voldoe niet aan alles, dus ik solliciteer niet’. ‘Dat laatste herken ik en waardeer ik zeer’, aldus Attema.
Nina Wessels: ‘Ik vind het wel prettig te werken in een organisatie waar niet die 50/50-verhouding is, ik denk dat ik anders gillend gek zou worden. Het kan nooit allemaal gelijkgetrokken worden. Er zijn ook genoeg beroepen waar vrouwen van nature domineren.’
De vrouwen aan tafel zien het positief in. Er komt een tijd dat we denken: dat probleem van veel te weinig vrouwen op de werkvloer? Waar hadden we destijds in hemelsnaam over? Manon Pijnenburg: ‘Jonge vrouwen willen moeder zijn én voor hun werk gaan. Nieuwe generaties doen het beter dan ooit met hun werk-privé-balans.’ Het komt ooit goed. En de vrouwen aan tafel? Die willen nog wel eens vaker samen sparren, laten ze weten. Kleine bijvangst van de avond: de piepjonge bonusdochter/influencer-to-be van Judith Vermeulen heeft er een heel stel fans bij.