Defensie wil met slimme technologie effectiever en efficiënter worden. Daartoe nodigt het industriële partijen uit om in een open, langdurige samenwerking tot innovaties te komen, zonder dat die direct de meter laten draaien. De Europese aanbestedingsregels zouden voldoende ruimte bieden om de investering in dat meeontwikkelen terug te verdienen. De industrie ziet dat anders: besluit Defensie de technologie aan te schaffen, dan moet de meeontwikkelende ondernemer bij de aanbesteding gewoon in de rij aansluiten.
- Met de Smart Base-aanpak sneller tot innovaties komen, maar ook goedkoper.
- ‘Wij weten als Landmacht nog niet precies wat we willen.’
- ‘Als bedrijven echt met ons zaken willen doen, zijn problemen rond bijvoorbeeld beveiliging, traceability en screening altijd oplosbaar.’
Aanbestedingsregels bieden Nederlandse industrie te weinig ruimte
Ruim 700 mkb-bedrijven hebben zich sinds begin februari aangemeld. Toen lanceerde de Koninklijke Landmacht het Smart Base-programma, met een oproep aan ondernemers zich te melden met ideeën die dat krijgsmachtonderdeel ‘smarter’ maken. Waarmee brigadegeneraal Hans Damen bedoelt: een organisatie die op missies ver weg, op ‘onaangename plaatsen’, in staat is zo effectief en efficiënt mogelijk te opereren. ‘Dat kan van alles zijn. Als wij tentdoek zouden hebben dat zonne-energie opwekt, scheelt dat de mankracht die nu nodig is om diesel aan te voeren. Dan kun je meer mensen inzetten voor het uitvoeren van de missie zelf.’
Sneller innoveren
Inmiddels hebben die ruim 700 kennismakingen zo’n 170 ideeën opgeleverd. Daaruit wordt nu een selectie gemaakt, aan de hand van bijeenkomsten met de betrokken bedrijven waarin met engineers van diverse disciplines in alle openheid wordt nagedacht over oplossingen. ‘Zo denken we met engineers van Machinefabriek Boessenkool na over de mogelijkheden van een drone waarmee je gewonden of militairen uit een mijnenveld snel kunt afvoeren. En een groepje jonge officieren heeft de Internet of Things Academy van KPN en RDM Makerspace bezocht om via een makerspace-platform met engineers van diverse bedrijven te sleutelen aan het technisch concept van een vertaalhelm. Wordt de drager in Afghanistan in het Pashtun aangesproken, dan wordt dat direct vertaald in het Nederlands en andersom.’
De Smart-Base-aanpak betekent niet dat de betrokken ondernemingen direct de meter kunnen laten draaien, aldus brigadegeneraal Hans Damen. ‘Voorheen waren wij in veel ontwikkeltrajecten toch een beetje het varken dat met de kip een ham & egg-company runde.’
Of uit deze ideeën uitwisselingen concrete producten komen, staat nog helemaal open, aldus Damen. ‘Wij weten als Landmacht nog niet precies wat we willen; dat hangt ook af van wat er technisch mogelijk is. Daar moeten die meetings antwoord op geven. Gelukkig bieden de nieuwe Europese aanbestedingsregels meer ruimte om samen met bedrijven ideeën te onderzoeken, zonder dat we de uit-engineering en productie ervan per se Europees moeten aanbesteden. Die regels bieden, eufemistisch uitgedrukt, nog genoeg uitdagingen, maar er zijn mogelijkheden om dat te doen met het bedrijf waarmee het idee ontwikkeld is. Zo kunnen we veel sneller tot oplossingen komen. Noodzaak, onze tegenstanders zijn niet gehouden aan sterk vertragende aanbestedingsregels.’
Ook goedkoper
Sneller tot innovaties komen, maar ook goedkoper: de Smart Base-aanpak betekent niet dat de betrokken ondernemingen direct de meter kunnen laten draaien. ‘Voorheen waren wij in veel ontwikkeltrajecten een beetje het varken dat met de kip een ham & egg-company runde. Van ons werd toch altijd het meeste commitment gevraagd. Natuurlijk is de total cost of ownership van een pantservoertuig, met alle bijzondere specificaties en werkomstandigheden, lastiger te voorspellen dan van een gewone vrachtwagen. Maar de afspraken die wel gemaakt konden worden, werden niet goed in een contract gegoten. In die inkooptrajecten zijn we slimmer geworden, een andere houding kunnen we ons financieel niet meer veroorloven. Natuurlijk hoeven bedrijven hun ontwikkelwerk niet voor niets te doen, maar het is geen kwestie van uurtje-factuurtje. Het valt mij op dat vooral de grotere bedrijven begrijpen dat ze enig risico moeten nemen. Zoals 3M, dat met ons meedenkt over een oplossing voor de gepantserde ramen van de Bushmaster, die niet in de hitte in Mali – tot 65 graden Celsius – ondoorzichtig mogen worden.’
Gemeenschappelijke belangen
Aanleiding voor het Smart Base-programma was de oproep, anderhalf jaar geleden, van FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming aan Defensie om voor smart technologieontwikkeling meer de samenwerking te zoeken met de Nederlandse industrie. Maar de werkelijke start lag drie jaar eerder, toen vijf grote leveranciers van krijgsmachtmaterieel – Thales, KraussMaffei, Van Halteren Metaal, Rheinmetall en Scania – zich en bloc beklaagden over de moeizame samenwerking met vooral de Landmacht. ‘Niet zo vreemd, want juist die deed en doet zaken met heel veel vaak buitenlandse oem’ers. Juist daarom zijn we niet meegegaan met het idee om met alleen die vijf een gezamenlijk shared service center in te richten. Wel was het de start van samen veel leuke dingen doen’, drukt Damen het wat verhullend uit.
Met ‘leuk’ bedoelt hij: ‘alles wat niet meteen keihard commercieel is, maar veel meer gericht op het onderhouden van een langdurige relatie, gebaseerd op gemeenschappelijke belangen – en gericht op kennisdelen en logistieke en onderhoudsproblemen oplossen. Voorbeeld: wij kampen, net als de industrie, met personele krapte. Jonge technische mbo’ers zijn moeilijk te vinden, terwijl wij op dat niveau wel veel 55-plussers hebben. Het kan dan goed werken als schoolverlaters bij ons werkervaring opdoen, begeleid door die ervaren krachten, waarna wij ze stimuleren hun loopbaan te vervolgen bij een van onze partners.’ Momenteel loopt een uitwisselingsproject met onder meer Rheinmetall, bouwer van het pantservoertuig Boxer, waarbij monteurs over en weer ervaring opdoen. ‘Onze mensen krijgen in een vroeg stadium kennis van de tientallen hightech systemen in een voertuig waaraan ze later het onderhoud doen, Rheinmetall vergroot zijn capaciteit aan ervaren monteurs.’ Heel anders is het Syntas-project waarin de Landmacht met onder meer Universiteit Twente, NLR en Thales werkt aan een systeem dat op missie spare parts kan 3D-printen. Die technologie speelde ook bij de ontwikkeling van de Vector, samen met Team De Rooy Iveco, bekend van de Dakar-rally. ‘Dat voertuig voor het transport van commando’s bevat vijftig procent minder onderdelen. Zo zijn alle assen identiek en, net als de voor- en achtertrein, uitwisselbaar.’
Krokodillentranen
Zo kan Hans Damen ‘nog veel meer’ projecten noemen die lang vóór Smart Base van start zijn gegaan met eveneens als doel het defensieapparaat smart te maken – door langdurig, intensief en risicodragend samen te werken binnen de ruimere mogelijkheden die de nieuwe aanbestedingsregels bieden. Maar is het voor mkb-bedrijven vaak niet een te grote belasting om het hele certificeringstraject te doorlopen dat werken voor Defensie vereist? Damen: ‘Ondernemers die daarover klagen, huilen vaak krokodillentranen. Afhankelijk van wat er precies wordt toegeleverd, worden eisen gesteld aan bijvoorbeeld de beveiliging en traceability van de processen, screening van personeel of de financiële stabiliteit van de leverancier. Maar als bedrijven echt met ons zaken willen doen, zijn die problemen altijd oplosbaar.’