Industrie 4.0 krijgt hoe langer hoe meer een invulling die economische krijtlijnen verzet. En het mkb moet meedoen. Dat was half juni in het Belgische Turnhout de boodschap van een studiedag in OMC (Open Manufacturing Campus). Sirris (collectief onderzoekscentrum van en voor de Belgische technologische industrie) en Flanders Make (door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd strategisch onderzoekscentrum voor de maakindustrie) waren mee van de partij.
Binnen Industrie 4.0 vinden we in de literatuur vier assen: (1) horizontale integratie, (2) verticale integratie, (3) end-to-end engineering, en (4) ‘first time right’. Bedrijven leven in een wereldcontext. Industrie 4.0 vergt daarom een horizontale integratie, oftewel het ‘vernetten’ van bedrijven met hun klanten en toeleveranciers. Walter Auwers ,
businessunitmanager advanced manufacturing bij Sirris: ‘Nieuwe producten en diensten ontstaan niet meer ‘in het geheim’, in de r&d-afdeling. Ze komen voort uit ideeën van en door samenwerking met klanten en toeleveranciers. Wie met het gepaste idee de kortste time-to-market haalt, wint de economische profit.’
‘Er zijn veel interessante technologieën, het waarom blijft echter de belangrijkste vraag die u zich moet stellen’
Kortste doorlooptijd en laagste productiekosten worden enkel gehaald in verticaal geïntegreerde fabrieken. ‘De toekomst is: overal sensoren en deze cloud van data verwerken tot informatie. Deze informatie gebruiken en afficheren, zodat de operators en intelligente machines weten wat er gebeurt en wat ze moeten doen. Mens en machine laten samenwerken, waarbij elk doet waar men sterk in is: de mens in flexibiliteit, de machine in kracht en repetitiviteit.’
Transparantie
Binnen Industrie 4.0 is de ‘end-to-end’ engineering belangrijk, aldus Auwers. ‘De markt heeft specifieke wensen. Dat vergt producten met massa’s individuele varianten. Maar deze puzzel van varianten moet, om optimaal op elkaar te kunnen inspelen, bij de ontwikkeling bewust gerealiseerd worden. En omdat milieu belangrijk is, moet de variantenopbouw bijdragen tot hergebruik of recyclage.’ Klanten individuele producten verkopen, het vergt ook bakens verzetten in productie. ‘First time right’ is essentieel. Dat betekent niet enkel ‘geen rework’, maar ook ‘klanten de juiste variant aanleveren’. ‘Eenstuksserieproductie vereist transparantie op de productievloer: het afficheren waar je mee bezig bent, het in-time instrueren van operators en machines, predictief en adaptief sturen en controleren.
Industrie 4.0, ook voor het mkb?
Maar hoe dit introduceren in de kmo (kleine of middelgrote onderneming)? Auwers: ‘In de literatuur vindt men massa’s mooie termen rond Industrie 4.0. Spreek vandaag met collega’s hierover en je ziet vooral gefronste wenkbrauwen. Blijf er over spreken en je zal zien dat er nieuwe ideeën en oplossingen op de maat van uw bedrijf ontstaan. Zo kom je in de Industrie 4.0-mentaliteit. Ook moet je connectiviteit stimuleren met toeleveranciers, met andere plants die gelijkaardige dingen fabriceren. Niet zozeer om de goedkoopste te vinden, maar vooral om het niveau van uw eigen productie op te meten en permanent te verbeteren. Bedenk hierbij dat de business gaat om kostprijs, doorlooptijd, kwaliteit en betrouwbaarheid. Er zijn veel interessante technologieën, het waarom van wat u doet blijft echter de belangrijkste vraag die u zich moet stellen.’
Mkb’ers niet te klein
Producten worden slimmer en nemen steeds meer zelf beslissingen. Om te kunnen antwoorden op de klantnoden, vergt productie een andere aanpak, aangepast aan ‘seriegrootte één zonder efficiëntieverlies’. En net als de producten is de productietechnologie niet zomaar off-the-shelf aan te kopen. Dirk Torfs, ceo van Flanders Make: ‘Door de multidisciplinariteit kan het mkb onmogelijk alle knowhow zelf in huis
hebben. Ze moeten op zoek naar het betaalbaar vergaren van technologie en hiervoor netwerken – niet enkel met andere mkb’ers. Bij Flanders Make is de aanwezigheid van mkb’ers en grote bedrijven binnen de onderzoeksprojecten ongeveer fifty-fifty. Dit creëert een goede lerende omgeving.’ Daarnaast geldt: interdisciplinair rondkijken. ‘Beslissers en onderzoekers moeten netwerken met collega’s uit hun discipline, maar ook kruisbestuiving zoeken uit en kennis delen met andere marktsegmenten.’
En dat brengt ons bij de bedrijfscultuur. Maarten Andriessen, ex partner bij BDO (audit, accountancy en consultancy): ‘Mkb’ers moeten bewust aan een Industrie 4.0-bedrijfscultuur werken. Innovatie is het sleutelwoord: het antwoord op klantvragen, waarbij creativiteit, businessoriëntatie en financiële aspecten samengaan. Dus geen synoniem van alleen creativiteit. Creatieve mensen hebben geen affectie met kpi’s, marketing of verkoop…, noch klanteisen, productierestricties… Innovaties doen lukken, dat vergt teamwork en een ‘story telling’-bedrijfscultuur: doelen en realisaties vertellen tegen elkaar. Dus weer vernetten: iedereen laten praten met iedereen. En alles digitaliseren om de werking te ondersteunen en zichtbaar te maken.’
Geëigende locatie
Het is niet zonder reden dat de studiedag plaatsvond in OMC (Open Manufacturing Campus) in Turnhout. OMC is gevestigd in een deel van de vroegere bedrijfsgebouwen van de
Philips lampenfabriek, ooit het r&d- en productiecentrum voor de hogedrukgasontladingslamp. Vandaag is het een tanende fabriek die systematisch afslankt en mensen ontslaat. Maar OMC deed er de ‘Industrie 4.0’-lamp aan. Directeur Marc Corthout: ‘OMC Turnhout is gegroeid vanuit personeelsleden die de lokale knowhow wilden redden door deze te verzilveren binnen de nieuwe industriële trends. Het werd een ‘bedrijvencentrum met knowhow-ondersteuning’, een ecosysteem voor starters met productie-ideeën. Flexibiliteit in ruimte, unieke knowhow en (test)instrumentatie (van de vroegere fabriek, zowel management-knowhow als licht- en lasertechnologie) wordt er ter beschikking gesteld om Industrie 4.0-meerwaarde te realiseren. OMC heeft de ambitie ‘de meest productieve vierkante kilometer in hightech en life sciences’ te creëren.’
Vandaag zijn er twaalf bedrijven binnen OMC Turnhout gevestigd, waaronder het Nederlandse Luxexcel, vorig najaar uitgeroepen tot meest innovatieve start-up in Nederland. Het bedrijf kreeg 7,5 miljoen euro groeikapitaal van de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV en wil hiermee in Turnhout zijn 3D-inkjettechnologie opschalen voor het zonder nabewerking produceren van brillenlenzen. Oprichter Richard van de Vrie: ‘We hebben voor vestiging in OMC gekozen wegens de
synergie die we er vonden.’ Zo werd er een cleanroom gebouwd door het in OMC gevestigde ABN (moderne cleanroomtechnologie met ‘online’-onderhoud door de bouwer). Luxexcel kan desgewenst beroep doen op de lichtkennis en meettoestellen van de vroegere Philips-fabriek (vandaag ondergebracht in OMC-starter Absolem ProLab). Met zijn nieuwe generatie machines kan OMC Eye-tec ondersteunen, een starter die van vertegenwoordiger van machinebouwers is geëvolueerd naar hightech integrator voor de farmacie. En er zijn ter plaatse managementsteun en shared services beschikbaar, aangeboden door het in OMC aanwezige Randstad Professionals. Lokale networking van gehalte en een afspiegeling van de Industrie 4.0-netwerkgedachte.