Bijna zeventig klanten van Trumpf woonden medio september in Hengelo (Ov) de presentatie van de TruPrint 1000 en, voor grotere werkstukken, de 3000 bij. Twee poederbed 3D-metaalprinten die ontwikkeld zijn op basis van zo’n vijftien jaar kennis van 3D-printing. Kennis die deels eind jaren negentig is opgebouwd, toen Trumpf een eerste poging waagde de productietechnologie op de markt te brengen. Het bleek toen, vertelt Jeroen Olde Benneker van Trumpf, nog te veel een hype. ‘Maar die is nu echt voorbij; 3D-printen wordt een bewerkingstechnologie die niet meer verdwijnt’, aldus de salesmanager, die meldt dat er wereldwijd inmiddels enkele tientallen TruPrint-machines zijn verkocht, met name aan de tandtechnische industrie in Europa en de VS. Dat juist die vooroploopt in het gebruiken, valideren en certificeren van deze technologie, is geen toeval; voor grote aantallen, kleine metalen producten, die elk net anders van vorm zijn, is 3D-printen een zeer geëigende productiemethode. Andere voordelen zijn volgens Gert van Wakeren, salesengineer van Trumpf, de besparing op gereedschappen als mallen, de grote vormvrijheid, het combineren van verschillende functies in één maakdeel en – doordat met het printen meerdere bewerkingsstappen tegelijk uitgevoerd kunnen worden – ook de snelheid.
De procesvalidering is in veel andere sectoren nog een omissie. Producten die geprint worden, zullen nauwkeurig gecontroleerd moeten worden door keuringsinstanties, omdat nog lang niet duidelijk is of het materiaal aan alle eisen voldoet. ‘Onze printers halen een dichtheid van 99,5 procent, maar voor bepaalde toepassingen zal zeker nog een warmtebehandeling nodig zijn’, erkent Van Wakeren. Ook de monitoring van de kwaliteit van het printproces, zodat dat achteraf volledig gecontroleerd kan worden, is nog een openstaande vraag. ‘Wij zijn daarmee bezig; in de volgende versie van de TruPrint wordt dat meegenomen.’ De TruPrint heeft een vanaf-prijs van 174.000 euro. Daarbij komen nog de kosten van de software van het Belgische Materialise, waarmee de CAD-files geïmporteerd en de printjobs gemanaged kunnen worden, plus de investering in randapparatuur voor onder meer de lucht- en oppervlaktebehandeling. Een hoop geld, maar door de efficiency van het proces kan de terugverdientijd toch heel kort blijken. ‘En als het 3D-printen gangbaarder wordt, zal de dekkingsgraad van de printer toenemen’, denkt Olde Benneker. Dat laatste is nog wel een probleem, zo blijkt tijdens de discussie waarmee de middag wordt afgesloten. Veel opdrachtgevers van metaalbewerkers hebben nog niet de engineers in huis die juist voor 3D kunnen ontwerpen, zo blijkt. René Groothedde, projectleider 3D-printing van de hogeschool Saxion, vertelt dat het onderwijs daarin een belangrijke rol speelt. Aan die school is daarom recent het keuzevak ‘Ontwerpen voor 3D-printen’ gestart.
Henk Jansen, managing director van FMI Instrumed, dat fors in 3D-printen geïnvesteerd heeft, erkent dat een brede inzet in de hightech nog wel even op zich kan laten wachten. ‘Maar in de medische-technologiesector, waarin wij zitten, is die toepassing enorm aan het versnellen. Bijvoorbeeld voor het produceren van implantaten met een poreuze structuur is het een uitstekende technologie.’ Trumpf-directeur Menko Eisma erkent volmondig dat de 3D-printtechnologie nog een weg te gaan heeft. ‘Het is een markt met een grote potentie, maar er is nog veel werk te verrichten. Het kan nog jaren duren voordat de markt er helemaal klaar voor is. In de lucht- en ruimtevaart en de medische technologie kan het snel gaan. De algemene machine- en apparatenbouw en de toeleverende industrie zullen meer tijd nodig hebben. Maar 3D-metaalprinten kan ineens in een stroomversnelling komen, soms door ontwikkelingen die je niet kunt voorzien. Het lasersnijden bijvoorbeeld heeft een grote impuls gekregen van de zogeheten mannetje-vrouwtje-verbindingen. Die zijn met lasersnijden snel te maken, waardoor onderdelen gemakkelijk zijn vast te zetten. Aftekenen is niet meer nodig en het aflassen kan direct beginnen. Als zo’n soort praktische oplossing zich aandient voor 3D-printen, kan dat de acceptatie van die technologie enorm versnellen.’
Een tweede themamiddag staat gepland voor eind november/begin december.