Het digitale productpaspoort (DPP) is verplicht gesteld door de Europese Ecodesign for Sustainable Products Regulation (ESPR) en speelt een sleutelrol in de overgang naar een circulaire economie. In samenwerking met een aantal bedrijven, onderwijs- en onderzoekinstanties, juridische specialisten en belangenorganisaties publiceerde de internationale FIDES-beweging onlangs een position paper waarin het nog een stapje verder zette: trusted digitale productpaspoorten (tDPP’s).
Maar eerst nog even de vraag: wat is een DPP precies? ‘De informatie in een digitaal productpaspoort omvat onder meer de herkomst van materialen, de samenstelling van het product en gedetailleerde reparatie- en onderhoudsinstructies’, antwoordt Yvo Hunink, oprichter van Regen Studio en een van de schrijvers van het FIDES-paper. ‘Daarnaast biedt het inzicht in de recycleerbaarheid en milieu-impact, zoals de CO₂-uitstoot. Door deze functies biedt het DPP aanzienlijke voordelen.’
Er onderscheiden zich steeds meer verschillende soorten DPP’s. ‘Zo zien we bijvoorbeeld decentralised DPP’s, tokenized DPP’s en verifiable DPP’s’, somt Hunink op. ‘Deze termen dekken volgens ons echter niet de lading van wat een DPP zou moeten brengen om digitaal vertrouwen te waarborgen. Daarom introduceren wij de term trusted DPP’s, afgekort als tDPP’s. We zien dat niet als een losstaand concept, maar zien de overige DPP-soorten daarin samenkomen. Want tDPP’s zijn in de regel decentraal en verifieerbaar. Dit biedt echter ook ruimte om verder te kijken dan louter de technische fundamenten.’
TDPP’s zijn ontworpen volgens open, gedecentraliseerde en permissieloze architecturen, waarbij soevereine digitale identiteiten voor personen, organisaties en objecten de basis vormen. ‘Het doel is dat data zoveel mogelijk transparant, veilig en toegankelijk blijven voor alle stakeholders, en worden afgeschermd indien nodig. Dit versterkt digitaal vertrouwen, ondersteunt de circulaire en duurzame waardeketen en draagt bij aan een speelveld waarin machtsconcentraties worden voorkomen.’
Door tDPP’s kunnen ook nieuwe businessmodellen worden ontwikkeld, voorbij aan wat de regelgeving voorschrijft. Om tot tDPP’s te komen zijn er drie strategische horizonnen opgesteld. Tot 2027 ligt de focus op interoperabiliteit, standaardisatie en compliance. In de drie jaar daarna schuift de nadruk naar de volledige integratie van decentrale digitale identiteiten voor (rechts)personen. Vanaf 2030 ligt de focus op het creëren van toegevoegde waarde die voorbij eisen van de wetgeving gaat, via het introduceren van autonomie. ‘Dit door het tDPP als de digitale identiteit van een object te beschouwen en het ontstaan van zelf-organiserende ecosystemen daaromheen toe te staan’, aldus Hunink.
In het opgestelde position paper staan tot slot ook criteria voor de relevantie van tDPP’s om zo duidelijk te maken dat uitgebreide tDPP’s bij enkele contexten interessant zijn, waaronder levensduurverlenging en claims op duurzaamheid en fraudepreventie. ‘Deze criteria helpen bij de identificatie van productgroepen waarvoor tDPP’s grote waarde kunnen toevoegen. Dit met name in sectoren die sterk gereguleerd zijn of waar complexe betrokkenheid van belanghebbenden noodzakelijk is’, legt Hunink uit. ‘Het bijeenbrengen van de ecosystemen van digitale identiteiten en DPP’s is essentieel, maar alleen mogelijk in breed gedragen samenwerking. Initiatieven zoals FIDES faciliteren deze samenwerking door een neutrale omgeving te creëren waarin het delen van kennis, interoperabiliteit en innovatie centraal staan.’