Platform Elektrificering van Link Magazine te gast bij Tobroco-Giant.

0

Tobroco-Giant in Oisterwijk produceert steeds meer elektrische machines. De Nederlandse markt wil er wel aan, maar in landen als België en Duitsland gaat het moeizaam. Dat maakt niet uit, ze zullen op een gegeven moment overal ter wereld wel moeten, zegt directeur-eigenaar Toine Brock. Zijn bedrijf in onder meer wielladers en verreikers zit in een enorme groeispurt. Onlangs nam Brock de leden van het Platform Elektrificering van Link Magazine mee door zijn immer uitdijende organisatie.

Directeur-eigenaar Toine Brock: ‘Onze productie in Oisterwijk is megacompact en -efficiënt, dat is uit nood geboren, we betalen iets van 230 euro per vierkante meter grond.’

– ‘Vanwege de aangescherpte Europese regelgeving zijn we alles vanaf 2019 gaan re-engineeren’
– ‘Elektrificering lijkt zo simpel maar het is complex.’
– ‘We zitten in een spagaat, want er is nog geen push om te elektrificeren.’
– Elektrificering biedt nieuwe businesskansen en is beter voor de wereld.

DGA Toine Brock van Tobroco-Giant: ‘Waarom ik in Oisterwijk wil blijven? Omdat ik hier vlakbij woon’

‘Een onderneming leiden is puur een kwestie van organiseren, meer is het niet’, zegt Toine Brock nuchter, en hij loopt alweer verder door de enorme hallen van zijn bedrijf in constructie- en landbouwmachines. Met zijn mts-diploma op zak begon hij Tobroco-Giant 25 jaar geleden bij zijn ouders thuis in de stal in Haaren, samen met zijn vrouw Caroline met wie hij ongeveer even zo lang getrouwd is. Hij wil zoveel mogelijk laten zien aan zijn gasten. ‘Net als op de boerderij doen we hier in de buurt ook aan ruilverkaveling. We hebben continu meer vierkante meters nodig. “Zouden jullie niet willen verhuizen?”, vraag ik de buren dan. We ruilen van grond of gebouw op het industrieterrein.’ Overal aan de noordkant van het spoor is Tobroco-Giant aan het bouwen en nog is er productieruimte tekort. Direct naast het bestaande pand verrijst een nieuwe hal, met twee bouwlagen van elk 6.500 vierkante meter en parkeerruimte voor 250 auto’s op het dak. Aan nóg een hal wordt gewerkt. The sky is the limit.

‘Hier op het industrieterrein doen we ook aan ruilverkaveling’

Vorig jaar verkocht het bedrijf zijn 25.000ste machine en kwamen er iets van 4.200 machines uit de productie. Dit jaar moeten dat er 5.750 zijn, volgend jaar 6.600 en dat loopt op tot 11.400 in 2025. De orderportefeuille voor 2022 zit al mudjevol. De wielladers, skid steer laders, verreikers en aanbouwdelen worden geleverd aan sectoren als de agro, infrastructuur, bouw, intern transport en de overheid. De omzet zit nu op 120 miljoen euro. Kijk er niet raar van op als hij ooit een half miljard euro gaat aantikken, zegt Brock. De markt in de VS lijkt momenteel wel onverzadigbaar. ‘We zitten daar niet in de agro, daarvoor zijn onze machines te klein, maar wel veel in het bosbeheer. En weet je wat er gebeurt als er in Florida een orkaan in aantocht is? Onze loaders worden in bunkers onder de grond gezet. Wanneer de orkaan overgetrokken is, komen ze eruit en is het opruimen maar.’

Johan van der Kamp, manager r&d: ‘We willen met drie elektrische aandrijfsystemen het hele assortiment afdekken. Het ene prototype is een logisch gevolg van het andere. ’Foto’s: Kees Beekmans

Oersterke mieren

Tobroco-Giant staat voor ‘Toine Brock Constructie – Gigantic Ant’: een mier kan vijftig keer zijn eigen gewicht dragen. De machines zijn eveneens oersterk. De inkoop, ontwikkeling, assemblage en sales gebeuren nu vanaf de steeds grotere campus in Oisterwijk. Er zijn inmiddels 750 dealers in 60 landen. In 2013 begon het met de productie van aanbouwdelen en chassis in Eger in Hongarije. Drie jaar later opende een verkoopvestiging in Des Moines, Iowa, in de VS. Inmiddels is die ook alweer te klein en is het bedrijf verhuisd naar Cedar Falls. Ook in Hongarije wordt momenteel gebouwd: in Füzesabony moet volgend voorjaar 8.000 m2 werkvloer gerealiseerd zijn. Toine Brock: ‘We hebben een tijdje veel in China gedaan totdat ze alles kopieerden en we de hele boel teruggehaald hebben.’

De hoofdvestiging is en blijft in Oisterwijk. ‘Waarom? Ik wil hier blijven, omdat ik hier vlakbij woon.’ De grond in Hongarije mag dan met 5 euro per vierkante meter bijna voor niks zijn: de assemblage gebeurt in Brabant, deels met arbeidsmigranten voor wie Tobroco-Giant huisvesting huurt en bouwt.

‘Onze productie in Oisterwijk is megacompact en -efficiënt, dat is uit nood geboren, we betalen iets van 230 euro per vierkante meter grond. Het brengt onze proces- en optimalisatie-engineers alleen maar op heel goede ideeën.’ Zo zijn twee productievloeren boven elkaar gebouwd, met een groot magazijn in het midden dat beide etages kan beleveren. De bovenste vloer kan 2 miljoen kilo gewicht aan. De productie van een machine start op de begane grond. De machine-in-aanbouw loopt door de productiestraat, gaat verder op de eerste etage en komt kant-en-klaar weer naar beneden. Daar beproeven testrijders de machine tot het uiterste om te kijken of alles goed vast zit en werkt. Voor die procesoptimalisatie heeft Brock wel eens een extern bureau in de arm genomen, maar dat doet hij niet meer: hij en zijn mensen weten zelf het beste hoe het kan. ‘We willen lange, doorgaande lijnen zien in de productie. We kunnen nu allerlei modellen tegelijkertijd door die productiestraten leiden. Diesel, elektro, maakt niet uit.’

Toine Brock(L): 25.000ste machine vorig jaar was – toevallig – ook een elektrische: de G2200E X-TRA. Foto Tobroco-Giant

Alles re-engineeren

Op een gegeven moment is Tobroco-Giant helemaal in de elektrificering gedoken en dat leidde in 2019 tot de introductie van een eerste elektrische loader. Die 25.000ste machine vorig jaar was – toevallig – ook een elektrische: de G2200E X-TRA. Deze speciale feesteditie met opvallende groene kleuren werd geleverd aan E-Hartog Bouwmaterieel in Montfoort, het onderdeel van dealer Den Hartog Bouwmaterieel dat focust op de verkoop en het onderhoud van elektrische machines.

‘Met de komst van de aangescherpte Europese Stage V-regelgeving voor dieselmotoren in non road mobile machinery zijn we alles vanaf 2019 gaan re-engineeren’, zegt Johan van der Kamp, manager r&d bij Tobroco-Giant. ‘En we zijn meteen gaan kijken naar elektrisch aangedreven machines.’ Inmiddels ligt er een roadmap tot 2025 om alle modellen te gaan elektrificeren, met veelal 48 volt (of hier en daar 96 volt) lithium-ion accu’s.

‘Van onze modellen 2200 en 2500 Elektrisch verkopen we er nu al zo’n 350 stuks per jaar. Alles is modulair. We willen met drie elektrische aandrijfsystemen het hele assortiment afdekken. Het ene prototype is een logisch gevolg van het andere.’ De volumes moeten veel verder omhoog, maar de prijs is nu al relatief gunstig, aldus Van der Kamp. ‘De goedkoopste versie van de concurrent is snel 15.000 euro duurder.’

Tobroco-Giant moest echt leren elektrificeren, zeggen Brock en Van der Kamp. ‘Het lijkt zo simpel maar het is complex. Onze machines huppelen de hele dag, ze rijden over van alles en nog wat heen, er is veel speling en je wilt geen kortsluiting. Van de uitgeleverde elektrische loaders komt minder dan 5 procent retour voor reparatie, dus dat is een goed teken.’

Spagaat

Volgens Brock is er al bijna 1 miljoen euro aan r&d-geld gestoken in die elektrificering. ‘We zetten vol in op elektrisch, hoewel dat nu nog allemaal min of meer extra is. We zitten in een soort spagaat, want er is nog helemaal geen push om te elektrificeren. De Nederlandse markt doet dat – mede door wetgeving en door beschikbare subsidies – op zich wel, maar begint verzadigd te raken. Landen als België en Duitsland moeten er nog niks van weten, dus de grote vraag is wanneer de markt echt wat gaat doen.’

Tobroco-Giant heeft een goede partner aan Jungheinrich wat de accu’s betreft. Daar werkt een compleet team aan het verbeteren ervan. ‘Dat is het voordeel van werken met grote bedrijven, ze verbeteren producten relatief langzaam maar wel goed. Daardoor blijven we concurrenten voor.’ Bij Bosch Rexroth loopt nu een pilot met een shovel van Tobroco-Giant die manloos rijdt. En er zijn meer studies gaande naar nieuwe modellen, al dan niet elektrisch. Ook wil het bedrijf steeds meer aan verhuur doen, onder andere via Boels.

Verder nam Tobroco-Giant onlangs Ulbo Machinery in Zwolle over. Dat ontwikkelt en produceert verdichtingsmachines zoals trilplaten en trilstampers onder de merknaam Samac. Tobroco-Giant wil zijn klanten met die overname nog meer bieden op het gebied van compact materieel. Ook Samac doet alles in eigen beheer en staat bekend om zijn kwaliteit en streven naar elektrificering. Zo werkt Samac aan een elektrische trilplaat en trilstamper. Deze komen begin 2022 op de markt.

Papierloos

Tobroco-Giant produceert alles op klantorder. Er zijn nu rond de 50 verschillende modellen (diesel of elektrisch) van 750 tot 6.000 kg en van 20 tot 76 pk, en iets van 200 verschillende aanbouwwerktuigen als puinbakken, graafarmen, mestvorken, cirkelmaaiers en sneeuwschuivers. Het aantal variaties is groot. Bij iedere machine kopen klanten gemiddeld drie van die aanbouwdelen. De productie is configure-to-order en geheel papierloos oftewel PIP, paperless in production. Er hangen iets van 200 computers in de productielijn, met opdrachten en instructies in naar keuze Nederlands, Pools of Engels. Een medewerker scant een QR-code en op het beeldscherm verschijnt wat er moet gebeuren. ‘Ons ultieme doel is om de mensen uiteindelijk helemaal te laten werken aan de hand van ‘LEGO-blokkentekeningen’ die we configureren in de Windchill PLM-software.’

Vorig jaar verkocht Tobroco-Giant zijn 25.000ste machine en kwamen er iets van 4.200 machines uit de productie.

Grote fanbase

Het bedrijf is zeer actief op social media. 87.000 fans volgen het bedrijf via Facebook, Instagram, Twitter en LinkedIn. ‘80 procent van onze leads komt via Facebook. We zitten er bovenop’, aldus Brock. Voor die fans is er ook een webshop waar tassen, sweaters en petten met bedrijfslogo te koop zijn. Plus een schaalmodel (1:32) van de G4500 TELE met knikbesturing, in speciale Tobroco-Giantverpakking.

De coronacrisis heeft duidelijk gemaakt dat online presenteren werkt in sales. Dus is een experience center in aanbouw om klanten op afstand naar machines en toepassingen te laten kijken. Tobroco-Giant gaat voortaan zo weinig mogelijk meer naar beurzen toe. ‘Laat klanten op afstand meekijken of naar ons toekomen, we boeken een prachtig hotel in Oisterwijk voor ze.’

Wij-gevoel

In Nederland zijn er nu zo’n 360 medewerkers, in Hongarije 100 en in de VS 12. ‘Kijk, die jongens met die rode T-shirtjes zijn de teamleiders’, zegt Brock tijdens de rondleiding. Die hebben speciale trainingen gevolgd om hun collega’s te begeleiden en direct te signaleren als iemand niet lekker in zijn vel zit. In de fabriekshal zijn wat ruimtes waar ze dan rustig kunnen praten. ‘Wij zijn uit op groei, innovatie en kwaliteit. En kwaliteit is bij mij vooral ook menselijk ondernemerschap. Ik wil betrokkenheid. We zetten hier samen de schouders eronder. Als iemand zegt: “Het is bij Tobroco”, zeg ik “Nee, het is bij óns.” Ik wil een wij-gevoel.’

Onderhanden werk

De nieuwbouw vordert in Oisterwijk. Brock maakt zich wel zorgen over de supplychain als de aantallen te produceren machines zo snel stijgen. ‘Sommige toeleveranciers leveren alleen maar minder in plaats van meer. Als we een machine voor 95 procent kunnen bouwen, kunnen we niet afleveren. Normaal hebben we hier zo’n 12 miljoen euro aan onderhanden werk staan, nu is dat vele miljoenen meer.’ En hij loopt met flinke pas weer door met zijn gasten naar de hal waar een buffet van de lokale cateraar klaarstaat. Er is even tijd voor discussie over elektrificering. ‘De technologie is er, maar je moet je klant nog helpen met zijn keuzes’, klinkt het uit de zaal. En: ‘Stem je businesscase goed af op de markt.’

Dat businessmodel is nu misschien alleen nog maar goed in te vullen als de overheid met regels over de uitstoot komt of met beboeting bij diesel. We moeten naar zero, weet iedereen aan tafel. ‘De volumes zijn nu nog klein, maar als we die aanzwengelen, ontstaat momentum.’

De fabriekshal telt twee productievloeren boven elkaar, met een groot magazijn in het midden dat beide etages kan beleveren.

Roadmap richting zero emissie

De deadlines uit het klimaatakkoord van Parijs (om te beginnen 49 procent minder uitstoot van broeikasgassen in 2030 dan in 1990) komen steeds dichterbij. Dat betekent nogal wat, ook voor de zware vaar- en voertuigen. Waar moet de industrie op inzetten? Op elektrificering van de drivetrain, op brandstofmotoren? Hebben bedrijven een concrete roadmap? Wat zijn de kansen en knelpunten voor de maakindustrie?

De deelnemers van het Platform Elektrificering waren zo onder de indruk van wat ze zagen, dat uitgebreid discussiëren over elektrificering er niet van kwam. Wel hadden ze van tevoren een vragenlijst ingevuld, die inzicht biedt in hun visie op dit thema.

Zo heeft de ene helft een duidelijke roadmap klaarliggen richting zero emissie voor hun productassortiment, de andere helft deels. Sommige bedrijven zien duidelijk commerciële kansen en concurrentievoordelen, andere laten zich leiden door strengere wetgeving. Ze zetten vooral in op elektrificering en vooralsnog minder op brandstoftechnologie. Veel partijen zijn al bezig met de elektrificering van hun kranen, trekkers, bussen, vrachtwagens en andere heavy duty voertuigen.

De voordelen van elektrificering zijn volgens de deelnemers evident: zo zorgt het onder meer voor minder uitstoot, minder geluid, lagere brandstofkosten, meer verkoop, meer kennisopbouw in nieuwe markten en een lagere Total Cost of Ownership. Producenten spelen in op wat hun klanten willen en scheppen uitdagend werk voor jong technisch personeel. Elektrificering biedt nieuwe businesskansen en is beter voor de wereld.

Vanzelfsprekend zijn er ook nadelen. De markt moet overtuigd worden dat het kan en niet stug vast blijven houden aan diesel. Er moet gewerkt worden aan volwassen systemen. Duidelijke, internationale regelgeving ontbreekt, net als voldoende technisch personeel. De componenten zijn nog te prijzig vergeleken met die van dieselmotoren en er is onzekerheid over de daadwerkelijke transitie.

Ton van Mol Holst Centre

De deelnemers geven aan dat hun roadmaps onder meer gericht zijn op het ontwikkelen en bouwen van een efficiënte aandrijflijn, het ombouwen van bestaande machines en het aanbieden van meer typen 100 procent elektrisch. Ze willen heel goed kijken of overschakelen op waterstof iets voor hen is. De voordelen van waterstof zien de meeste deelnemers nog niet helemaal. Misschien is het iets op langere termijn. Waterstof kan ideaal zijn voor hoogvermogentoepassingen, waarbij het steeds weer opladen van accu’s niet ideaal is. Maar brandstofcellen kenmerken zich volgens de respondenten nu nog door een laag rendement. De infrastructuur voor waterstof is beperkt. De techniek staat nog in de kinderschoenen en de prijs per kWh is nog relatief hoog.

Batterijtechnologie: doe er je voordeel mee

Willen we veel minder CO2-uitstoot in onze samenleving, dan moeten we alle aandacht richten op batterijtechnologie. Aldus Ton van Mol, managing director van TNO, Holst Centre, onafhankelijk onderzoeks- en innovatiecentrum opgezet door imec en TNO.

Van Mol: ‘De batterijmarkt groeit, er wordt dit jaar wereldwijd meer dan 100 miljard euro in productiefaciliteiten geïnvesteerd, overal verrijzen gigafabrieken. Als er zoveel geld in gestoken wordt, weet je dat er iets te gebeuren staat. Dus doe er iets mee in de industrie.’ Europa is heel goed in complexe devices. ‘Dus zet op in op hoge-capaciteitstoepassingen, op meer power, op accu’s die langer meegaan terwijl ze ook nog goedkoop zijn.’

LionVolt. Foto LionVolt

Er valt nog wel wat te verbeteren, aldus Van Mol. Allereerst door het te zoeken in een optimaler batterijmanagementsysteem (BMS). ‘Hoe kunnen we elke batterij apart volgen als het gaat om temperatuur, capaciteit, hoe vol deze nog is.’ En hoe kunnen bovendien de batterijcellen zelf verbeteren? ‘Nu zit er veelal kobalt in, willen we dat? Voor een hogere capaciteit moeten we ook naar andere materialen kijken, silicium voor volgende generaties batterijen, lithium of hybride, iets in combinatie met zuurstof.’

Naar aanleiding van onderzoek van Holst Centre zijn spin-offs als LionVolt en LeydenJar opgezet. LionVolt is de ontwikkelaar van een revolutionair type batterij gebaseerd op solid state en 3D-technologie (en dus met veel meer oppervlakte). LionVolt is uniek met zijn 3D-batterijen: ‘Je rijdt er 800 kilometer mee, laadt ze in tien minuten op en ze gaan nooit kapot.’

LeydenJar werkt aan batterijen met een (nu al) 70 procent hogere energiedichtheid: de spin-off gebruikt puur silicium voor de anode, een onderdeel van de batterij, in plaats van het traditionele grafiet. Onlangs werd 22 miljoen euro opgehaald bij investeerders om door te groeien naar massaproductie tegen een concurrerende prijs.

Richard Smokers

Het is makkelijk gezegd, maar het zijn nog steeds heel moeilijke processen, benadrukt Van Mol: ‘Bij andere materialen krijg je andere issues, bijvoorbeeld qua accustabiliteit. Dus moet je onderdelen op nanometerschaal gaan beschermen, en dan op zo’n manier dat de elektrische eigenschappen niet beïnvloed worden.’ Dat leidde bij Holst Centre eerder al tot de uitvinding van de ALD-laag, wat staat voor atomic layer deposition. In een vacuümapparaat worden gassen in contact gebracht met een stilstaand materiaal. Met hoge precisie worden atoomdunne laagjes na elkaar aangebracht, om een materiaal sterk verbeterde eigenschappen te geven. ‘Dat is lastig bij grote accupakketten, want de productie kost meer tijd. Met onze technologie gaat dat nu duizend keer zo snel.’ Spin-off SALDtech maakt die machines.

Link magazine editie oktober/november thema 2021: Data is key hoe kan het mkb daar winst mee maken? Lees Link digitaal of vraag een exemplaar op: mireille.vanginkel@linkmagazine.nl’

Met de opwarming valt niet te spotten

‘De weg naar sustainable mobility’. Dat was de titel van de presentatie van Richard Smokers, principal advisor sustainable transport & logistics bij TNO, tijdens de bijeenkomst bij Tobroco-Giant. Smokers benadrukt nogmaals de impact van het klimaatakkoord van Parijs. ‘Met de doelstelling van maximaal anderhalve graad opwarming van de aarde zijn we er nog lang niet, terwijl we daar onze handen al aan vol hebben. De urgentie is hoog, we moeten echt versnellen, er valt niks te onderhandelen of te marchanderen.’ En als het gaat om het transport van de (nabije) toekomst: duurzame brandstof is mooi, maar daarmee is het niet klaar. ‘Dat is te simpel gedacht. Wat willen we: plan A met puur duurzame voertuigen of plan B waarbij we onze mobiliteit volledig anders organiseren, met bijvoorbeeld deelauto’s en Mobility as a Service? Kiezen is niet nodig. We hebben beide opties even hard nodig. Bij personenauto’s gaat de elektrificering al goed, bij de heavy duty voertuigen ligt het momenteel nog ingewikkelder.’

Johan van der Kamp was r&d manager ten tijde van de bijeenkomst bij Tobroco-Giant en is afgelopen maand begonnen als engineering leadmanager bij Ebusco, producent van 100 procent elektrische stads- en streekbussen.

 

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Geverifieerd door ExactMetrics