De Nederlandse industrie bleef in april groeien, maar de dynamiek staat onder druk. Ondanks een lichte stijging van de productieomvang blijft de onderliggende vraag zwak, wat drukt op het vertrouwen en de investeringsbereidheid in de sector. De Nevi Inkoopmanagersindex (PMI) daalde van 49,6 in maart naar 49,2 in april – het laagste niveau in drie maanden.
Sinds juli 2024 verslechteren de bedrijfsomstandigheden vrijwel onafgebroken. Het aantal nieuwe orders daalde opnieuw, vooral door terughoudendheid in binnen- en buitenland, aangejaagd door geopolitieke onzekerheden en zwakke marktvraag. De sector investeringsgoederen bood nog enige compensatie, maar het totaalbeeld blijft fragiel.
Tegelijkertijd zorgde deze afzwakkende vraag voor minder druk op de toeleveringsketen. Levertijden stabiliseerden, voorraden werden bewust afgebouwd en de inkoopactiviteiten namen fors af. Daarmee daalde ook de kostendruk. Hoewel de prijzen voor grondstoffen en arbeid nog altijd stijgen, viel de inkoopprijsinflatie terug tot het laagste niveau van 2025 tot nu toe. Verkoopprijzen stegen wel, maar in bescheiden tempo.
Een opvallend signaal is het aanhoudende banenverlies. In april kromp het personeelsbestand voor de negende maand op rij, het sterkst sinds december 2023. Tijdelijke contracten werden niet verlengd en vertrekkend personeel vaak niet vervangen. Deze trend sluit aan bij recente cijfers van UWV, dat melding maakt van een forse toename in collectieve ontslagen – vooral bij mkb-industriebedrijven, maar ook bij grote spelers als Tata Steel en chemiebedrijven in het Rotterdamse havengebied.

Link magazine special 2025: Theme: Towards a more competitive Netherlands and Europe. Read this edition digital.
De oorzaak: hoge kosten voor energie, arbeid en grondstoffen, gecombineerd met een afwachtende houding in afzetmarkten wereldwijd. Protectionistisch beleid, zoals de Amerikaanse invoerheffingen onder president Trump, draagt bij aan de onzekerheid. Voor Nederlandse maakbedrijven is het effect indirect maar voelbaar: een aanzienlijk deel van de export via Duitsland komt alsnog op de Amerikaanse markt terecht.
ABN AMRO verlaagt daarom zijn groeiverwachting voor de industrie in 2025 van 4 naar 1 procent. Voor 2026 voorziet de bank wel herstel dankzij grote investeringen in Europese defensie en Duitse infrastructuur.
Toch blijft het sentiment broos. Het vertrouwen van inkoopmanagers in toekomstige productie nam in april verder af en staat historisch gezien op een laag niveau. Bedrijven richten zich nu vooral op kostenbeheersing en behoud van flexibiliteit.
Een mogelijke opsteker is het aangekondigde klimaat- en energiepakket van een half miljard euro. Mocht dit onderdeel uitmaken van de Voorjaarsnota, dan kan het verlichting bieden voor energie-intensieve sectoren zoals de chemie en staal. Tot die tijd blijft de industrie zoeken naar balans tussen kosten, capaciteit en continuïteit.