De kersverse Amerikaanse president Donald Trump heeft forse Amerikaanse importheffingen aangekondigd: voor Europese producten kunnen die oplopen tot maar liefst 20 procent. Of die uitspraken zo letterlijk moeten worden genomen was voorafgaand aan zijn inauguratie gissen, maar nadat hij begin februari tarieven van 25 procent voor Mexico en Canada bekendmaakte en liet weten dat Europa ‘absoluut’ volgt, hoeft niemand zich meer illusies te maken. Ook Nederlandse ondernemers niet. Productie vestigen in de VS kan een antwoord zijn, maar Bart Houdijk richt zich dan liever op Zuid-Amerika. Dick van der Lee schat de Nederlandse hightech zo hoog in dat die – tarieven of niet – goed kan concurreren met de Amerikaanse. En Hans Willemsen heeft al het nodige geopolitieke leed geleden en prijst zich nu gelukkig met zijn productievestiging in Kentucky.

Kijken veel ondernemers wereldwijd met zorg naar de tweede termijn van Trump, Hans Willemsen van WILA ziet juist kansen: ‘Omdat we produceren in de VS.’ Foto: WILA
– ‘Onze local4local-strategie maakt ons minder gevoelig voor eventuele tariefmuren.’
– ‘Een productievestiging opzetten kost jaren.’
– ‘Laten we vooral de samenwerking zoeken met de Amerikanen.’
– ‘Ik kan me niet voorstellen dat Trump zijn eigen industrie gaat schaden.’
In zijn eerste presidentstermijn gaf Trump in het kader van zijn America First-campagne zijn fiat aan een protectionistisch handelsbeleid. Ook startte hij een reshoring-programma, gericht op het terughalen van zoveel mogelijk producerende industrie uit China en Europa. Dat was pech voor WILA, vertelt dga Hans Willemsen, want de mondiale kapitaalgoederenindustrie koelde daardoor stevig af. De fabrikant van gereedschapssystemen voor het bewerken van plaatmetaal had net in het Chinese Taicang zijn toolingfabriek uitgebreid. Een faciliteit voor de productie van kantpersgereedschappen, hooggeautomatiseerd naar het voorbeeld van de flow shop in de eigen hoofdvestiging in Lochem.
‘Een half jaar minder business, dat zou ons wel raken’
De Amerikaanse geopolitieke besluitvorming resulteerde onder meer in hogere importtarieven. Onder Joe Biden werd deze strategie doorgezet. Daardoor werd de tooling uit China te duur om in de VS te kunnen concurreren. Halffabricaten naar Europa verschepen en daar completeren zodat ze als ‘Europees product’ naar de VS geëxporteerd konden worden, bleek een oplossing die WILA meer inzet zou kosten dan het business opleverde. Vervolgens werd de Chinese economie ook nog eens hard geraakt door de pandemie en zetten plaatverwerkers er hun investeringen in automatisering op een nog lager pitje. Reden voor WILA om in 2022 de productie van China over te hevelen naar de VS.
Vertraging
Een deel van de productiemachines werd verscheept naar de VS, de rest naar Lochem. De boot naar Europa liep vertraging op in de Rode Zee vanwege beschietingen door Houthi-rebellen. Het schip op weg naar de VS kwam stil te liggen voor het Panamakanaal toen dat gestremd raakte door droogte. ‘Gelukkig hadden we ons goed voorbereid, voldoende voorraad aangelegd zodat we onze klanten konden blijven beleveren. Toen we na maanden weer konden gaan draaien, waren we net zo’n beetje door onze voorraden heen’, bevestigt Willemsen.
Dat niet alle equipment uit China meteen naar Amerika werd verscheept, had ook alles te maken met de handelsoorlog, verklaart Willemsen. De Mazak-bewerkingsmachines had WILA laten bouwen bij de dochter van Mazak in China, LG Mazak. Daardoor waren dit “made-in-China machines”, die bij invoer in de VS met extra hoge tarieven werden belast. ‘Daarom hebben we deze Mazaks naar Lochem gestuurd. Daar draaien ze nu in onze nieuwe toolingfabriek. Voor onze productie in de VS hebben we bij onze Europese leverancier nieuwe Mazaks gekocht en die verscheept naar Amerika.’
Inflation Reduction Act
De nieuwe fabriek staat in Louisville (Kentucky), een regio die bij uitstek moet gaan profiteren van Inflation Reduction Act (IRA)-subsidies van Biden. Willemsen: ‘Zo’n verhuizing betekent niet alleen het verplaatsen van machines, maar vraagt ook een herstructurering van de financiering van miljoenen euro’s. Dit is gelukt door samenwerking van Rabobank Nederland, Rabobank Shanghai en de Amerikaanse tak van de Rabo. Die stelde minder strenge financieringsvoorwaarden, dankzij de IRA, waardoor er veel geld beschikbaar is.’
De keuze voor Louisville was ook ingegeven door de goede logistiek – met name dankzij de DHL-hub ter plaatse – en de lokale arbeidsmarkt: die is ruimer en daardoor goedkoper dan die in Washington, met goede mogelijkheden om mensen op te leiden. ‘Natuurlijk moet je nog steeds goed zoeken om de juiste mensen aan je te kunnen binden. Maar ze zijn er. En ik proef er veel vitaliteit, nieuwe energie doordat verloren gegane industrie wordt teruggehaald. De IRA heeft een vergelijkbare uitwerking op de regio als het Marshallplan had op Duitsland na de Tweede Wereldoorlog. Duitsland kon met dat geld zijn platgebombardeerde industrie compleet nieuw opbouwen en zo een voorsprong nemen op de rest van Europa.’
Europese tariefmuren
Kijken veel politici en ook ondernemers wereldwijd met zorg naar de tweede termijn van Trump, Willemsen ziet juist kansen. ‘Omdat we nu produceren in de VS. Wij hanteren een local4local-strategie en daardoor zijn we veel minder dan andere bedrijven gevoelig voor eventuele tariefmuren. Ja, in reactie zal Europa die ook moeten optrekken, om de eigen industrie te beschermen. Van daaruit kan er weer onderhandeld worden over de terugkeer naar mondiaal lagere importtarieven.’
Een productievestiging in de VS is voor Bart Houdijk niet aan de orde. Wel heeft Royal Houdijk een servicelocatie in Atlanta. ‘Vooralsnog een betrekkelijk kleinschalige vestiging, maar die kostte al veel energie. Je moet mensen aanstellen, partners vinden, etc. Een productievestiging opzetten kost jaren.’ Aldus de directeur van de Vlaardingse bouwer van koekjeshandlingmachines, gevraagd naar te zetten stappen als de Amerikaanse handelstarieven ook voor zijn business hoog uitpakken. Eerder zou hij dan zijn prijs aanpassen. ‘In de VS zelf hebben wij geen echte concurrentie, die komt daar met name van machinebouwers uit Europa. Verlagen die hun prijzen, dan zullen wij dat ook moeten doen. Ik denk dat dat kan door meer te gaan uitbesteden in Oost-Europa.’
Gerichte bescherming
Houdijk verwacht echter niet dat hij in die situatie zal belanden. ‘De Amerikaanse tarieven zullen niet generiek, maar veel meer getarget zijn, gericht op de bescherming van productie waarin de VS reeds een positie heeft. Onze machines vallen daar niet onder. Bovendien, onze Rockwell-besturingssystemen importeren we uit de VS. Het zou gek zijn als wij invoerrechten moeten gaan betalen voor apparatuur met veel Amerikaanse onderdelen.’
Houdijk exporteert ook veel naar Mexico, een land dat veel koekjes naar de VS uitvoert. ‘Ik denk niet dat die met hoge tarieven te maken krijgen. Mijn klanten daar zijn onder andere Mondelēz en PepsiCo, Amerikaanse bedrijven. We hebben een servicevestiging in Monterrey, een stad vol Amerikaanse bedrijven die produceren voor de VS. Die zouden flink gaan lijden onder tarieven. Ik kan me niet voorstellen dat Trump zijn eigen industrie gaat schaden.’
Geen tegenmaatregelen
Hoe dan ook is Houdijk geen voorstander van tegenmaatregelen door de EU. ‘De politiek moet er ook niet mee gaan dreigen. We zijn gebaat bij vrijhandel. Dus de Europese politiek zal het gesprek met de Amerikanen moeten aangaan, moeten praten, polderen om tot deals te komen.’ Op de suggestie of Europa dan moet gaan subsidiëren, analoog aan de IRA, reageert hij wat schamper: ‘Dat subsidies in de VS wel werken om bedrijvigheid aan te trekken of te helpen innoveren, komt doordat de toegang ertoe er veel laagdrempeliger is. De EU is bij het verstrekken extreem bureaucratisch en vrijwel onbereikbaar voor het mkb.’

‘Als een Amerikaans hightechbedrijf bij ons bestelt, heeft hij het net zo snel binnen als wanneer hij het in de VS uitbesteedt’, stelt Dick van der Lee van Supplyingparts. Foto: Thomas Vugs
Mocht er een heuse handelsoorlog uitbreken, dan gaat Houdijk dus niet met productie naar de VS. Eerder versterkt hij zijn activiteiten in Europa en Zuid-Amerika. ‘Daar hebben wij reeds een sterke klantenbasis en een goede naam. We zullen dan daarop focussen.’
Voor nu rest hem ‘de kat uit de boom te kijken’, af te wachten waar de regering-Trump daadwerkelijk mee komt. Net als zijn grote klanten in Mexico en de VS. ‘Zij maken mogelijk een pas op de plaats, eerst zes maanden niet of minder investeren. Een half jaar minder business, dat zou ons wel raken.’ Maar dat ze overstappen naar Amerikaanse concurrentie daar is hij echt niet bang voor. ‘Die grote multinationals hechten te zeer aan kwaliteit, aan de betrouwbare, snelle en foutloze processen die wij leveren.’

De Makers Top 100 goed voor 102 miljard omzet en 300.000 banen.
Link naar De Makers Top 100
Eerst kwaliteit, dan prijs
Dick van der Lee is er, naar eigen zeggen, niet de man naar zich heel druk te maken over de andere economische wind die met de komst van Trump uit de VS kan komen waaien. Dat heeft ook te maken met het businessmodel van zijn onderneming. Supplyingparts legt zich toe op het ontzorgen van hightech-uitbesteders bij het sourcen van met name hoogwaardige maakdelen en complexe samenstellingen. Van der Lee heeft daarvoor in het Eindhovense, de rest van Nederland een netwerk van hoogwaardige metaalbedrijven in zijn supply base. Daarmee bedient hij met name de in ons land gevestigde multinationale spelers, actief in mondiale markten als de semicon, de analytical en de medical. Markten waar het primair draait om time-to-market en kwaliteit, en pas daarna om prijs, zo duidt Van der Lee.
‘Per continent een ASML is niet realistisch’
‘Mocht Trump komen met importtarieven op de producten van mijn klanten, dan denk ik dat die zich vertalen in hogere prijzen voor de Amerikanen. Simpelweg omdat ze niet zonder ons kunnen. Want de Nederlandse niches zijn van huis uit veel beter in staat de hoogcomplexe, innovatieve hightech machines en apparaten te ontwikkelen en te produceren.’ Hij denkt ook niet dat zijn bedrijf door eventuele importtarieven minder kans maakt op Amerikaanse klandizie. ‘In Amerika ligt de supplychain veel verder uit elkaar en in elke staat kunnen andere belastingregels en wetten gelden. Hier in Nederland heb je een veelheid aan hightechdisciplines dicht bij elkaar. Als een Amerikaans hightechbedrijf bij ons bestelt, heeft hij het net zo snel binnen als wanneer hij het in de VS uitbesteedt.’ En beter van kwaliteit en niet duurder, zelfs niet als er importtarieven moeten worden betaald, zo stelt hij. ‘Ik ben laatst mee geweest op een handelsreis naar Chicago. De automatiseringsgraad binnen verspanende bedrijven is er beduidend lager dan hier. En het uurtarief ligt soms wel rond de 110 dollar, tegen gemiddeld 70 à 80 euro hier.’

Link magazine februari/maart 2025. Thema: Artificial Intelligence als onderdeel van je processen. Vraag exemplaar op met de ranking van De Makers Top 100. Vraag een exemplaar aan bij Mireille.vanginkel@linkmagazine.nl
Regionaal ingericht
‘Als Trump slim is, kiest hij enkel voor tariefverhogingen op die producten waarvoor ze zelf een competitieve industrie hebben, bijvoorbeeld de defensie-industrie. Een zeer grote industrie. Veel verspaners daar zijn dan ook helemaal ingesteld op de vereisten die die markt stelt.’ De Europese politiek moet daar vooral niet op reageren met het instellen van tarieven op brede productgroepen, stelt hij. ‘Doe het ook gericht, per productcode. Maar laten we vooral de samenwerking zoeken met de Amerikanen.’
Van der Lee sluit niet uit dat onder Trump veel markten regionaal zullen worden ingericht, local4local, maar juist in de markten waarin hij actief is, ziet hij dat niet gebeuren. De semicon en de analytical zijn en blijven mondiaal georganiseerd. Voor de chipproductie zullen de grote fabrikanten als Samsung en TSMC wel regionale vestigingen openen. Maar de Nederlandse hightech-niches, die de machines levert voor de productielijnen in deze fabs, kunnen alleen efficiënt en effectief zijn als ze de wereldmarkt kunnen blijven bedienen, met een globale supply base, analyseert Van der Lee. ‘Per continent een ASML is niet realistisch. En elektronische componenten bijvoorbeeld zullen uit Azië blijven komen. Als het daar tegen dezelfde kwaliteit goedkoper kan, kunnen de vrijkomende arbeidsuren hier weer worden ingezet voor r&d-activiteiten met meer toegevoegde waarde.’
‘Je legt me toch niets negatiefs over Trump in de mond, hè?’
Als je ondernemers voorafgaand aan de inauguratie van Donald Trump vraagt naar hun verwachtingen van zijn regering en hoe zij denken daar strategisch op in te gaan spelen, krijg je lang niet altijd antwoord. Want het blijkt een gevoelige vraag. Een bedrijf in de agrotech met Amerikaanse roots vindt dat het onderwerp ‘op dit moment niet bij hen past’ om vervolgens – ongevraagd – te verzekeren dat hun activiteiten in de VS ‘brede bipartisan support’ genieten. Een beursgenoteerde modulebouwer, gevraagd naar de reden van zijn weigering, houdt het afgemeten bij: ‘We waarderen je interesse, maar kiezen ervoor om niet op deze vraag in te gaan.’ En een ondernemer die wel openstaat voor een gesprek, bekruipt aan het eind ervan blijkbaar toch een ongemakkelijk gevoel: ‘Je legt me toch niets negatiefs over Trump in de mond, hè?’ Vrijheid van meningsuiting over de nieuwe Amerikaanse president is al ruim voor zijn aantreden geen vanzelfsprekendheid meer.