Industrie in juni iets minder negatief over exportorderpositie

0
De exportorderpositie van de industrie is in juni iets verbeterd vergeleken met mei. 34 procent van de exporterende producenten beoordeelde in juni de omvang van hun exportorders als klein, tegenover ruim 5 procent die hun orderboek als groot beoordeelde. Per saldo komt daarmee het oordeel van de producenten uit op -29 procent. In mei oordeelde per saldo 31 procent van hen negatief over de exportorderpositie. Dit meldt het CBS op basis van de maandelijkse Conjunctuurenquête Nederland, waarin ondernemers een inschatting geven over ontwikkelingen en verwachtingen voor hun bedrijf.
In februari, toen het coronavirus zich ontwikkelde tot een wereldwijde pandemie, was het aantal positief en negatief oordelende exporterende producenten nog nagenoeg in evenwicht. Het grootste deel (64 procent) oordeelde toen dat de omvang van de exportorderpositie normaal was voor de tijd van het jaar. In de maanden daarna verergerde de coronacrisis, namen de buitenlandse orderontvangsten af en oordeelden steeds meer ondernemers negatief. In mei bereikte het oordeel met per saldo -31 procent de laagste stand in elf jaar. Tijdens de financieel-economisch crisis die begon eind 2008 bereikte de exportorderpositie van de industrie in april 2009 het dieptepunt met per saldo 38 procent producenten die het exportorderboek als te klein beoordeelden.

Uiteenlopende ontwikkelingen bij grootste exportsectoren

Alle sectoren binnen de industrie beoordeelden hun exportorderpositie in juni per saldo als negatief. Het minst negatief was de farmaceutische industrie (-2 procent) en het meest negatief de producenten van leer- en schoenproducten (-76 procent). Bij de twee grootste exportsectoren in de industrie verbeterden in juni de vooruitzichten voor afzet naar het buitenland. De voedingsmiddelenproducenten gingen in juni uit van een exportorderpositie van per saldo -17 procent, tegenover -22 procent in mei. De verbetering in de elektrotechnische industrie was nog iets groter. Bij de overige drie uit de top vijf exportsectoren verslechterde het exportbeeld, het meest bij de aardolie-industrie en de chemische industrie. Bij de machine-industrie stabiliseerden de exportvooruitzichten.

Voedingsmiddelenindustrie en elektrotechnische industrie grootste aandeel in industriële export

De export van de industrie  is jaarlijks goed voor 80 procent van de Nederlandse export van goederen. De voedingsmiddelenindustrie en elektrotechnische industrie zijn elk goed voor 18 procent van de industriële export. Inclusief de chemische industrie (16 procent), de machine- industrie (10 procent) en de aardolie-industrie (9 procent) zorgt de top vijf van industriële exporteurs voor 70 procent van de export van de industrie.

Beeld verwachting economisch klimaat sterk verbeterd

In juni nam het aantal ondernemers in de industrie dat per saldo negatief is over de ontwikkeling van het economisch klimaat sterk af vergeleken met de peilingen in april en mei. Wereldwijd versoepelen landen hun maatregelen in de bestrijding van het coronavirus waardoor bedrijven weer meer kunnen handelen. Was in april en mei per saldo nog respectievelijk 66 en 46 procent negatief, in juni was dit saldo geslonken tot 19 procent. Van de top vijf industriële exportsectoren verbetert het oordeel over het verwachte economisch klimaat het meest in de aardolie-industrie, gevolgd door de chemische industrie. De minste verbetering treedt op in de  elektrotechnische industrie.

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Geverifieerd door ExactMetrics