In zijn inmiddels befaamde rapport ‘The future of European competitiveness’ bepleit Mario Draghi een aantal maatregelen om de productiviteit van Europa te verhogen. De voormalige ECB-topman wil naar één Europese financiële markt, wil digitalisering en deregulering, inzetten op decarbonisatie en circulariteit én het aangaan van partnership met resource-rich nation om de toeleverketens zeker te stellen van kritische grondstoffen en onderdelen. In dit artikel becommentariëren wetenschappers en een bankman het wensenlijstje van Draghi. ‘China en de VS hebben geen strenge mededing-wetgeving en dus is het voor de ondernemingen daar veel eenvoudiger een grote wereldspeler te worden die mondiaal kan concurreren.’
Minder regels, maar meer Europa, trots en strategie
Op het moment van het interview ligt het netwerk van de TU Eindhoven alweer een paar dagen plat, een maatregel van de IT-beheerders van de universiteit om verdere schade door een cyberhack te voorkomen. Een inbraak uitgevoerd wellicht in opdracht van een ons niet-welgezind land. In dat geval wordt de setting van het gesprek met Remco Dijkman bepaalt door de geopolitieke spanningen die ook het onderwerp zijn. Dijkman is professor Information Systems en hij richt zich met zijn onderzoek in het bijzonder op data-driven optimization of business processes en betrokken bij het ESCF. In die rol is hij betrokken bij Collchain, een project geïnitieerd door Link Magazine, om voor de hightech industrie samenwerkingsmodellen te ontwikkelen. Modellen die niet uitsluitend – traditioneel – gericht zijn op meer snelheid en efficiency, maar ook rekening houden met de dynamiek van de geopolitieke omgeving waarin hightech bedrijven opereren. De kans op hacks door vijandige landen maakt onderdeel uit van die dynamiek.

‘Dat die geopolitieke veranderingen jou als ondernemer gaan overkomen, dat garandeer ik’, verzekert Remco Dijkman. Foto: Bart van Overbeeke
Strategische leveranciers?
Gegeven die geopolitieke dynamiek moet Europa, zo benadrukte voormalig ECB-president Draghi vorig jaar in een inmiddels veelvuldig aangehaald rapport, zijn productiviteit vergroten. Wat hem betreft doet Europa dat onder meer door toeleverketens van kritische grondstoffen en componenten veilig te stellen. Juist dat laatste vraagt om de samenwerkingsmodellen waar Dijkman c.s. aan werken. Modellen die – gevoed met de juiste en correcte gegevens – de ondernemer een antwoord kunnen geven op deze essentiële vragen, aldus Dijkman: ‘Wie zijn mijn strategische leveranciers? Wie leveren mij de kritische componenten of materialen zonder welke ik niet kan leveren?’
ERP: alleen korte termijn
Nu bieden grote softwareleveranciers als SAP en Oracle reeds geavanceerde ERP-systemen om snel te analyseren waar precies dat kritische pad zit. ‘Maar die kunnen nog niet verder kijken dat de korte-termijneffecten voor de eigen business, zijn niet in staat naar de bredere implicaties op de lange termijn te kijken.’ Dat is ook niet zo vreemd, want ERP-klanten hebben daar tot nog toe ook niet om gevraagd. ‘Ondernemers hebben veelal niet de mentaliteit om naar die lange termijn te kijken en daar consequenties aan te verbinden. Terwijl de huidige tijd dat vraagt. NXP bijvoorbeeld moest op instigatie van de VS zijn supply chain voor leveringen aan dat land volkomen gescheiden houden de supply chains die ook langs China voerden. Dat opsplitsen en optuigen van gescheiden informatiesystemen heeft het bedrijf ongetwijfeld heel veel tijd en geld gekost. Maar als je er rekening mee houdt dat dit soort grote geopolitieke veranderingen je zomaar kunnen overvallen, dan kost dat nog steeds geld, maar minder dan als je niet voorbereid bent. En dat die veranderingen je gaan overkomen, dat garandeer ik.’
Betalen voor data
Om te zorgen dat ERP-systemen over de keten heen, met een brede blik naar de lange termijn kunnen kijken, is er voor AI een belangrijke rol weggelegd. De grote ERP-leveranciers en ook Dijkmans vakgroep is doende kunstmatige intelligentie in te zetten om samenwerkingsmodellen te optimaliseren. Maar intelligent of niet, dit blijven IT-systemen die volkomen afhankelijk zijn van de juistheid en volledigheid van informatie. ‘Het in de keten delen van informatie wordt nog altijd ingewikkeld gevonden. Je hoort vaak: “Als ik jou mijn data geef opdat jij jouw klanten beter kunt bedienen, wat krijg ik daar dan voor terug?” En terecht: data heeft waarde en daar moet dus gewoon voor betaald worden. Ja, de grote oem’ers eisen nu nog vaak die informatie gewoon op. Maar in werkelijk strategische partnerships wordt ook met deze belangen van leveranciers rekening gehouden.’
Vertrouwen
Dijkmans ‘persoonlijke observatie’ is dat die wederkerigheid in het eigen Eindhovense hightech ecosysteem wel voor elkaar is. ‘Dat komt vooral doordat mensen hier elkaar kennen. Ze werken eerst voor KMWE of VDL om hun collega’s daar later, vanuit een betrekking bij ASML of ThermoFisher, weer tegen te komen.’ Maar die persoonlijke band, erkent hij, is er niet met partners in Oost-Europa, de VS of Azië. ‘Daarom zijn er de internationaal erkende en bewaakte certificeringsprogramma’s, op technisch en organisatorisch vlak. In feite zijn die gebaseerd op de notie: ik vertrouw die leverancier, omdat die vertrouwd wordt door die certificeringinstantie. Met blockchaintechnologie kun je als afnemer nog meer zekerheid krijgen dat alle proceshandelingen ook helemaal conform de certificeringsvereisten zijn uitgevoerd. Maar dan nog heb je te maken met menselijk handelen.’ Als mensen fouten maken – al dan niet met opzet – heeft de data geen waarde.
Trots op van-dichtbij
Daarom is er in zijn optiek nog een tweede mentaliteitsverandering nodig: het vertrouwen in en de trots op wat van dichtbij komt. ‘In Nederland en Europa is alom de houding: wat van ver komt is lekkerder. Terwijl we in Europa ook heel veel te bieden hebben waar we trots op kunnen zijn. Ja, de grondstoffen en processen die door de supply chain gaan komen vaak van ver, maar de informatiesystemen die die leveringen mogelijk maken zijn ook veelal van Europese makelij. Van bijvoorbeeld SAP, een Duits bedrijf.’ Hij wil maar zeggen: ook door juist van Europese systemen gebruik te maken moet Europa zijn strategische autonomie borgen.

Temeer daar de overheid de netcongestie zelf heeft veroorzaakt door netbeheerder Tennet geen investeringsvrijheid te geven: ‘Investeringen die niet direct zouden worden terugverdiend mochten niet worden gedaan.
Maar dat vergt wel dat de publieke financiering van AI-onderzoek versterkt wordt. ‘Momenteel zijn we in Europa de strijd om het AI-marktleiderschap aan verliezen.’ Dat besef leeft inmiddels in de politiek gelukkig wel: AI is ‘sexy’. Een connotatie waarvan Remco Dijkman voor de financiering van zijn eigen onderzoekswerk dankbaar gebruikt maakt: ‘Feitelijk doen wij hier onderzoek naar logistiek, maar omdat AI een van de tools is, kunnen wij hier goed draaien.’
Snelle decarbonisatie
Om de strategische afhankelijkheid van de ons niet-welgezinde landen te verkleinen moet Europa wat Draghi betreft ook inzetten op decarbonisatie en circulariteit. Als het gaat om het verlagen van de CO2-emissies zijn er in Nederland de afgelopen al flinke stappen gezet, betoogt René Kleijn, industrieel ecoloog en hoogleraar Resilient Resource Supply aan de Universiteit Leiden. ‘De snelheid waarmee de energietransitie de afgelopen jaren vorm heeft gekregen is ongekend. Ongeveer de helft van de elektriciteit komt in Nederland nu al van hernieuwbare bronnen.’ Dat die elektrificatie zo’n vlucht heeft genomen heeft alles te maken met de duidelijkheid van de businesscase: de zon en de wind zijn gratis dus investeringen in zonnepanelen en turbines worden snel genoeg terugverdiend.
Netcongestie
Hét probleem voor de verdere elektrificatie is momenteel de netcongestie. Een oplossing is flexibilisering door de grote verbruikers als de chemische industrie, doordat die de processen afstemmen op de vraag en het aanbod van stroom uit de omgeving. ‘Maar dat vergt wel financiële prikkels en dan is toch de overheid aan zet.’ Temeer daar de overheid de netcongestie zelf heeft veroorzaakt door netbeheerder Tennet geen investeringsvrijheid te geven: ‘Investeringen die niet direct zouden worden terugverdiend mochten niet worden gedaan. Dus is er veel te laat geld gestoken in het versterken van het net’, aldus Kleijn, die in dit verband pleit voor veel meer grensoverschrijdende hoogspanningsverbindingen.
Circulariteit: businesscase ontbreekt
Evengoed zijn er de afgelopen jaren flinke decarbonisatie-stappen gezet. Op het terrein van circulariteit geldt een heel ander verhaal. Nederland wil in 2050 een volledig circulaire economie zijn en reeds in 2030 50 procent minder verbruik van primaire grondstoffen, aldus het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023 – 2030. ‘Maar op dat terrein ontbreekt juist die duidelijke businesscase.’ Een elektromotor van een EV-auto, zo illustreert Kleijn, bevat magneten met een waarde van een paar honderd euro. ‘Wil je die nu uit een EV-auto halen dan kost dat een paar uur. Zou je die auto meer circulair gaan ontwerpen, zodat je die er sneller uitkrijgt, dan zou de restwaarde van de auto daardoor wat stijgen. Maar de autobouwer verkoopt de auto en heeft daar dus niets aan. Netzomin als de automobilist. Die laat zich echt niet verleiden tot aanschaf door het argument dat de eigenaar van de derdehands ooit een hogere restwaarde vangt.’

De Makers Top 100 goed voor 102 miljard omzet en 300.000 banen.
Link naar De Makers Top 100
Virgin te goedkoop
Ook in dit geval ligt de bal bij de overheid. Die moet de businesscase aantrekkelijker maken, bijvoorbeeld door te verplichten dat in batterijen of kunststoffen een bepaald percentage recyclaat zit. Om zo een sterk tegenwicht bieden aan de aanbieders van virgin materialen die vooralsnog te goedkoop zijn omdat de impact van de winning op het milieu niet in de prijs ervan is verdisconteert, verduidelijkt Kleijn. ‘Het gebruik van recyclaat hangt nu nog veel te sterk af van klanten die zich willen onderscheiden met duurzaamheid. Maar in heel veel gevallen is dat niet aan te orde.’ De Europese Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR) is qua bijmengverplichting voor verpakkingen een goede eerste aanzet tot een aantrekkelijke businesscase.
Verplicht eigenaarschap
Circulariteit zou ook gebaat bij businessmodellen waarin de fabrikant zijn producten niet verkoopt maar de eigenaar blijft. ‘Dan wordt een hogere restwaarde door circulair ontwerpen wél interessant. Daartoe zou de overheid kunnen verplichten. Opleidingen industrieel ontwerpen in Nederland geven hun studenten voldoende circulaire kennis mee, maar de industrie vraagt daar nog niet naar. Een bedrijf als Philips heeft voor zijn medische scanners wel een refurbishment-programma, maar veel verder dan dat type van initiatieven gaat het nog niet. Het is wachten op overheidsmaatregelen die circulaire businessmodellen aantrekkelijker maken.’
Batterijrecycling
Voor autobatterijen is dat echter niet nodig. De materialen daarin verwerkt hebben al gauw een waarde van enkele duizenden euro’s. Daarom zal de batterijketen wel gaan voldoen aan de EU Sustainable Battery Regulation, verwacht Kleijn. Deze regelgeving verplicht dat in 2027, afhankelijk van de grondstof, tussen de 50 en 90 procent van de batterij terugwinbaar is. De EU-landen zouden op dat vlak wel veel beter moeten samenwerken, stelt de Leidse hoogleraar. Nu zijn met name de auto-producerende landen als Duitsland en Frankrijk doende een eigen batterijrecyclingketen op te zetten. Maar die herwinningsprocessen worden efficiënter en goedkoper als ze grootschaliger worden. ‘En dat zou de overheid moeten sturen, om te voorkomen dat elk EU-lid een eigen, in-efficiency recyclingketen gaat opbouwen en dat China in Europa massaal afgedankte batterijen gaat opkopen.’
Grip op kritieke grondstoffen De Europese Unie hoopt met de inwerkingtreding van haar Critical Raw Materials Act vorig jaar, meer grip te krijgen op het mijnen, raffineren en recyclen van kritieke grondstoffen en het contracteren voor de lange termijn van leveranciers ervan. Wat de implementatie betreft zou de EC een voorbeeld moeten nemen aan de Japan Organization for Metals and Energy Security (JOGMEC), stelt Kleijn. Waarbij wel in gedachte gehouden moet worden dat China een hele grote voorsprong heeft op Europa met het bouwen van batterijen en zonnecellen. ‘Het is dan de vraag of het zin heeft de grondstoffen daarin zelf terug te winnen om daarmee vervolgens zelf nieuwe batterijen en cellen te gaan produceren. Dan is het beter – en dat geeft Draghi ook aan – in te zetten op technologieën waarin wij reeds sterk zijn. In semicon-productietechnologieën, fotonica, waterstoftechnologieën of misschien wel nieuwe energieopslagsystemen op basis in ijzerpoeder. Dan hebben we wat uit te ruilen.’ Disruptieve technologieën dus, bij uitstek het werkveld van universiteiten. ‘Dus moet de overheid niet bezuinigen op onderzoek, maar daar op basis van een langetermijnvisie meer in investeren.’
Grote wereldspeler
De meeste beleidsmakers in Brussel bepleiten al decennia ‘vrije marktwerking’. Maar juist binnen de EU worden bedrijven eerder afgeremd. Terwijl ze in China en de VS juist gestimuleerd worden, constateert Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie van de ABN Amro. Draghi bepleit deregulering en Swart heeft wel een voorbeeld van wat minder streng kan: ‘In 2019 verhinderde eurocommissaris voor mededinging, Margrethe Vestager, met de EU Merger Regulation in de hand, een fusie van de treindivisies van Siemens en Alstom. Want het ontstaan van een zo grote treinenbouwer zou die teveel marktmacht geven en zorgen voor hogere prijzen. Maar’, aldus de bankman, ‘het zou ook hebben gezorgd voor de grote schaal die je hard nodig hebt om op de wereldmarkt te concurreren. China en de VS hebben dergelijke strenge wetgeving niet en dus is het voor de ondernemingen daar veel eenvoudiger zo’n grote wereldspeler te worden.’

Kamervragen van NSC aan het kabinet, Artikel Link magazine 26 juni 2024 ‘Bijmengnorm is wegjaagnorm’
‘Bent u bekend met de publicatie ‘Bijmengregels jagen Nederlandse kunststofindustrie naar buitenland’ in Link Magazine?’ En ‘Wat is uw reactie op de geuite zorgen van de kunststofindustrie dat hiermee een ongelijk speelveld in de EU ontstaat?’ Het zijn twee van een hele reeks vragen die NSC-Tweede Kamerleden Olger van Dijk en Femke Zeedijk begin mei indienden bij Micky Adriaansens, demissionair minister van Economische Zaken en Klimaat, en Vivianne Heijnen, demissionair staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Antwoorden zijn er nog niet. De minister heeft uitstel van antwoord gevraagd, omdat de materie zo complex is. Houd daarom de site van Link Magazine in de gaten: daarop berichten we als er wel een reactie is. Reactie op de vragen
Geen nationale koppen
Er moeten niet alleen Europése regels worden afgeschaft, uitgesteld of afgezwakt worden, ook de nationale koppen daarop. Een goed voorbeeld is wat Swart betreft de Nederlandse plasticnorm die bijmengen van recyclaat oplegt, sneller en met een hoger percentage dan de eerder genoemde Europese PPWR. ‘De Nederlandse markt is veel te klein. Daarvoor gaan producenten hun processen echt niet aanpassen. De grote schaal van de Europese interne markt wordt juist aantrekkelijk als daarvoor overal, volgens dezelfde regels, geproduceerd kan worden.’ Medio maart werd bekend dat in enkele maanden tijd is het aantal faillissementen van Nederlandse recyclingbedrijven is gestegen van zes naar elf, goed voor bijna een kwart van de recyclingcapaciteit. Een belangrijke oorzaak is het goedkope virgin plastic van buiten Europa. Ook recyclingbedrijven elders in Europa hebben last van de hoge energieprijzen. Euric, de Europese koepelorganisatie van recyclingbedrijven, pleit daarom voor anti-dumping-regels, noodfinanciering en een lager btw-tarief. Vervolgens wil het de verplichte bijmenging van recyclaat in nieuwe producten naar voren te halen, maar dan wel in de hele EU.
Oneerlijke concurrentie voorkomen
Ook zijn er terreinen waarop juist éxtra Europese regulering nodig is, betoogt Swart. Om nu eindelijk eens de oneerlijke concurrentie te voorkomen veroorzaakt door de staatssteun die buiten de EU verstrekt wordt. ‘Wim van der Leegte had in 2019 helemaal gelijk toen hij zich in het Financieele Dagblad opwond over concurrerende Chinese bussenbouwers die staatssteun ontvingen, maar wel ongehinderd in de EU konden inschrijven op aanbestedingen. Dat mag natuurlijk niet meer mogelijk zijn en moet beantwoord worden, met eigen staatssteun of handelstarieven.’ Dat kwartje blijkt nu in Brussel te zijn gevallen. Eind februari kwam de eurocommissaris Wopke Hoekstra met zijn Clean Industrial Deal, een industrieplan om Europese bedrijven bij aanbestedingen voorrang te geven.

‘Wim van der Leegte had in 2019 helemaal gelijk toen hij zich in het Financieele Dagblad opwond over concurrerende Chinese bussenbouwers die staatssteun ontvingen’, Albert Jan Swart. Dat kwartje blijkt nu in Brussel gevallen. Foto: Hannie Verhoeven
Energie en kapitaal
Oneerlijke concurrentie wordt ook veroorzaakt door de hoge energieprijzen in Europa, vervolgt Swart. ‘De elektriciteitsprijzen zijn zo hoog omdat ze voor zestig procent gebaseerd zijn op de hoge prijs van gas. Terwijl tegenwoordig 80 procent van de stroom afkomstig is uit de goedkopere hernieuwbare bronnen en kernenergie. Dus kunnen de prijzen omlaag.’ De hoge prijzen zijn ook het gevolg van energiebelasting die lidstaten heffen. Samen met het industrieplan presenteerde de commissie daarom een ‘actieplan voor betaalbare energie’. Daarin wordt een Gas Market Task Force voorgesteld die in actie moet komen als het goed functioneren van gasmarkten in het gedrang is.
Wat Draghi betreft wordt niet alleen de Europese energiemarkt hervormd, maar ook de Europese kapitaalmarkt. Swart: ‘Want ook op dat terrein is Europese schaal nodig. Dus zorg dat banken in heel Europa leningen kunnen verstrekken, op exact dezelfde voorwaarden. Door verschillende toepassing van regels zorgen de nationale toezichthouders zorgen nu voor hogere kosten en barrières om in andere EU-lidstaten zaken te doen’, haalt hij Draghi aan.’

Link magazine special 2025: Theme: Towards a more competitive Netherlands and Europe. Read this edition digital.
Miljarden voor AI
En met de voormalig ECB-voorman bepleit Swart dus vergroting naar Europese schaal, ook op het terrein van AI. Medio februari meldde de Franse president Macron een investering van 109 miljard euro in de ontwikkeling van AI, geld van private investeerders (als Thales) en de Franse overheid. ‘Maar dit is geld dat dan louter in Frankrijk landt terwijl – zo bepleit ook Draghi – de Europese landen niet tegen elkaar op moeten bieden. Ze moeten juist samen Europese kampioenen creëren die mondiaal kunnen concurreren.’ Niet toevallig liet de EC-voorzitter Ursula von der Leyen een dag na Macron weten dat haar commissie 50 miljard euro investeert in AI. Dat komt bovenop een programma van 150 miljard van 68 samenwerkende Europese bedrijven, waaronder vanuit Nederland onder meer ASML, Adyen, Philips en Cradle. Maar overigens ook – weer – aangevuld met geld van Amerikaanse venture capital-investeerders als Blackstone en KKR.
Strategisch investeren
Juist vanuit Brussel zou nog veel meer staatssteun moeten komen, vindt Swart. ‘Ook omdat Europa inzet op decarbonisatie en circulariteit. Dat kost het bedrijfsleven extra geld, zeker als straks de gratis ETS-rechten vervallen. Er moet aldus Draghi jaarlijks 750 tot 800 miljard euro extra vrijkomen, daarvoor, maar ook voor een nieuwe technologie als fotonica, voor versterking van het onderwijs – het aanleren van technologische skills – en het versterken van de toeleverketens. In lijn met wat de VS en China doen moet veel meer strategisch ingezet worden op het laten slagen van bepaalde technologieën. In China is wél volop ingezet op de ontwikkeling van batterijen en de laadinfrastructuur. Daardoor verliest de Europese automotive nu terrein met EV’s.’ Geld voor dergelijke ontwikkelingen moet komen uit Brussel, maar ook – veel meer dan nu – uit private bronnen. ‘Daarvoor zou het ook helpen als de Europese consument minder zou sparen en meer belegt, juist in Europese aandelen.’