Gekeuter

0

Onlangs was ik op een bijeenkomst van de eierketen: broederijen, eierverwerkingsmachinebouwers, kennisinstellingen, eierhandelaren, voerfabrikanten en natuurlijk de legpluimveeboeren. Het ging over het op- en inrichten van een openinnovatieplatform, geïnspireerd door de samenwerking zoals die op de High Tech Campus Eindhoven plaatsvindt. Waar ontwikkeld wordt aan innovatieve producten en processen in open samenwerking tussen kleinere en grotere technologische bedrijven. Zou die openheid niet ook wat voor de eierketen zijn, was de vraag. Wat een van de aanwezige boeren de opmerking ontlokte dat de eierketen een ‘bijzondere’ sector is. Immers, zo was zijn ervaring, zodra een samenwerking lijkt te leiden tot iets waar een van de partners in zijn eentje geld mee denkt te kunnen verdienen, trekt die zich razendsnel terug op zijn eigen thuisplaat, om daar de verdere ontwikkeling in beslotenheid te voltooien.

Later in die sessie werd een mogelijke verklaring geopperd waarom legpluimveeboeren die competitieve houding in hun sector zo ‘bijzonder’ vinden: toen ze nog niet elk de scepter zwaaiden over 100.000 kippen, maar – met per boerderij enkele honderden dieren – slechts wat aan keuterden, waren boeren nog bereid elkaar te helpen; zomaar, gratis en voor niets. De investeringen die boeren tegenwoordig doen zijn enorm gestegen, om in weerwil van alle te treffen fijnstof-, dierenwelzijn- en mestmaatregelen toch nog een leuke marge te maken. Van weersomstuit zijn ze ‘ondernemender’ geworden – en minder bereid elkaar zomaar te helpen. Puur ‘Darwin’.

Echter, ‘bijzonder’ is die darwinistische karaktertrek allerminst. In elke industriële sector kom je vrijwel uitsluitend ondernemers tegen die graag willen samenwerken, maar wel op de keiharde voorwaarde dat ze er beter van worden. Bij voorkeur nog een ietsje meer beter dan hun partner(s). Want in de ‘globale’ wereld is geen ruimte meer voor gekeuter. In deze uitgave een verslag van een gesprek met een Nederlandse machinebouwketen die verkeert in de storm van de razendsnelle Chinese consumentenelektronicasector – waar miljoenen in productiecapaciteit worden geïnvesteerd zonder enige zekerheid dat er ooit geld mee verdiend kan worden. Deze keten weet zich te handhaven door zich heel darwinistisch op te stellen. Al verwoordt Masévon-sales director Elgar van der Bij het een stuk diplomatieker: ‘Het mooie aan deze samenwerking is, vind ik, dat iedereen er ook direct vol gas voor gaat zodra er een order binnenkomt. Dat elk bedrijf, zonder discussie, meteen gaat doen wat van ze verwacht wordt. Dat waar het zo goed in is.’

Daar zijn de verhalen in de juni-uitgave van Link Magazine weer van doordesemd: innoverend samenwerken slaagt door gemeenschappelijk en eigen belang te laten sporen. Dat heeft de Nederlandse industrie in de vingers. Niet voor niets is ons land volgens het Zwitserse IMD weer gestegen naar de mondiale top-vijf van concurrentiekracht. Toch blijken er nog steeds organisaties die zich boven deze ‘natuurwetten’ verheven voelen. Professor Fred van Houten, met wie in deze Link een interview bij gelegenheid van zijn emeritaat, stelt begin juni in de Twentse krant Tubantia, over het fondswervingsgedrag van de gemeentes in zijn regio: ‘Het verschil tussen Brabant en Twente is dat ze in Brabant eerst samen geld ophalen en dan ruzie gaan maken. In Twente doen we het andersom.’

Martin van Zaalen
Hoofdredacteur Link Magazine

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl
@martinvanzaalen
#linkmagazine

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Geverifieerd door ExactMetrics