Europese en Nederlandse defensiebedrijven hebben zeer beperkt inzicht in hun keten, zo blijkt uit onderzoek van Berenschot. Maar wat als een essentieel – kritisch – onderdeel of materiaal niet geleverd wordt, al dan niet door overmacht? Dan kan die tank of munitie, dat vliegtuig, radarsysteem of fregat niet geleverd of onderhouden worden. Terwijl de veiligheidssituatie in Nederland en Europa een snelle levering aan het oorlogsfront zeer urgent kan maken. Wat nodig is, is gedetailleerd inzicht in wie wat levert, dual sourcing, meer circulair ontwerpen en vermindering van de grote afhankelijkheid van de VS. ‘Meer Europese controle over de defensieketen’

Nick Hageraats,
Gebrek aan inzicht in kritieke grondstoffen en te grote afhankelijkheid van VS
Defensiebedrijven weten vaak alleen wie hun eigen leveranciers zijn: vrijwel uitsluitend Amerikaanse en Europese partijen. Waar ze hun materialen en onderdelen inkopen is meestal ook bekend, maar wat er verder in de keten gebeurt blijft een mysterie. Terwijl (kritische) grondstoffen, (sub)componenten en elektronische onderdelen zoals chips van buiten Europa komen, met name uit Zuidoost-Azië en China. Daarnaast zijn Amerikaanse leveranciers niet erg transparant over hun keten, hanteren ze strenge exportregels en leveren ze vaak traag. Dit alles brengt risico’s met zich mee voor onze veiligheid.
Leveringszekerheid nu een issue
Nick Hageraats, strategieconsultant bij Berenschot, schreef in opdracht van de ministeries van Economische Zaken en van Defensie het rapport ‘Afhankelijkheden, risico’s en maatregelen ten aanzien van het gebruik van kritieke grondstoffen en materialen binnen de Defensie Industrie Strategie-gebieden’. Daarin legt hij uit hoe dat gebrek aan ketentransparantie is ontstaan. Telefonisch licht hij toe: ‘Uitbesteders zijn geïnteresseerd in just in time uitlevering tegen de hoogste kwaliteit en – nog belangrijker – de laagste prijs. Leveringszekerheid was nooit een issue, want nooit een probleem. Dat werd het pas voor het eerst post-corona, toen China niet meer kon leveren en ook het Suezkanaal nog eens geblokkeerd raakte.’
3 procent grondstoffen Europees
Ketentransparantie is sindsdien een onderwerp geworden, vooral in de defensie-industrie. Vandaar de onderzoeksvraag van de ministeries van Economische Zaken en Defensie, waarvoor bijna 300 Nederlandse bedrijven actief in de defensie- en veiligheidssectoren zijn ondervraagd. Het rapport geeft in detail weer waar welke materialen en grondstoffen vandaan komen. Slechts 3 procent van het totaal gewonnen volume aan kritische grondstoffen komt uit Europa, 43 procent uit China, waar ook veel verwerking plaatsvindt, onder andere in de elektronica. Geavanceerde halfgeleiders komen voornamelijk uit Zuidoost-Azië, met name van het Taiwanese TSMC. Op de lange termijn worden vooral tekorten aan koper en lithium verwacht. Nederlandse bedrijven importeren zelf zeer beperkte hoeveelheden kritische grondstoffen. Ze importeren (sub)componenten of complete systemen waarin deze stoffen worden verwerkt.

Masterclass Smart Customization / Configure to Order 8 mei en 6 november 2025. Aanmelden john.vanginkel@linkmagazine.nl
Verminderen afhankelijkheid VS
Met name oem’ers en eerstelijns toeleveranciers hebben relatief beperkt zicht op de waardeketen. Hoe verder upstream Nederlandse defensiebedrijven zich in de waardeketen bevinden, hoe beter zicht er is.
Het merendeel (81 procent!) van het materieel gebruikt door het Nederlandse Ministerie van Defensie wordt geïmporteerd uit de Verenigde Staten. Elektronica uit de VS is onderhevig aan allerlei beperkingen: de VS willen sommige elektronica, als motoren en encoders voor positiebepaling, alleen onder zeer strenge voorwaarden exporteren. Het betreft toepassingen met name voor het lucht- en ruimtevaartdomein, voor onder andere de F35. Voor veel bedrijven is dit een belangrijke drijfveer om minder afhankelijk te worden van Amerikaanse toeleveranciers, aldus het rapport.
Maatregelen?
Nu in kaart is gebracht waar precies in de keten de kwetsbaarheden liggen, waar de levering te afhankelijk is van één partij uit een niet-Europees land, is de vraag welke maatregelen genomen kunnen worden? ‘Gaan we bijvoorbeeld investeren in eigen Europese lithiummijnen of grote voorraden aanleggen om onze bevoorrading van batterijen veilig te stellen? Hoe zinvol is dat als we in Europa nog geen batterijproductiecapaciteit hebben?”, vraagt Hageraats zich af. ‘Het is beter om te investeren in het versterken van de relatie met grondstoflanden om het aanbod te diversifiëren, zoals afgesproken in de European Critical Raw Materials Act.’ Ook pleit hij voor investeren in r&d om ontwerpen robuuster en circulairder te maken, geschikt voor de toepassing van verschillende en ook herbruikbare componenten en materialen met een langere levensduur, van verschillende leveranciers. ‘En in het certificeren van meerdere leveranciers. De meeste onderzochte bedrijven doen nu aan dual sourcing.’ Maar eerst moet volgens Hageraats gedetailleerd inzicht worden verkregen in welke kritische grondstoffen precies in welke (sub)componenten worden verwerkt en wat hun herkomst is.

Anti-Submarine Warfare Fregatten. Impressie defensie.
Samenwerking nodig
Er moet ook meer samenwerking komen tussen defensiebedrijven en Europese defensieorganisaties. Maar dit is nog niet vanzelfsprekend in het defensiedomein. Terwijl de halfgeleiderketen – van productieapparatuur tot chips – een wereldwijd ecosysteem is, is defensie veel meer nationaal georganiseerd. Duitsland maakte zijn eigen type tanks, het liefst met alleen Duitse leveranciers, Frankrijk hetzelfde, maar dan het liefst met een volledig Franse toeleveringsketen. ‘Samen kostenefficiënte, aanbodzekere ketens opzetten vergt een andere aanpak en andere keuzes’, bevestigt Hageraats.
Vraag en inkoop bundelen
‘De oorlog in Oekraïne heeft duidelijk gemaakt dat het ontwikkelen, bouwen en onderhouden van de vele verschillende typen tanks, vliegtuigen en kanonnen en de munitie daarvoor niet bijster economisch is. En, belangrijker, het staat snelle toelevering aan het slagveld en effectief gebruik daar in de weg. Tegelijk leeft in veel Europese landen, ook in Nederland, nog altijd de wens een eigen defensie-industrie te behouden. In Nederland is die nu goed voor zo’n 22.000 banen binnen ongeveer 1000 bedrijven. Een tussenoplossing is vraagbundeling en daarvoor samen inkopen, als Nederland en Duitsland nu al doen. Voor de door beide landen bestelde Anti-Submarine Warfare Fregatten wordt 70 procent samen ingekocht op de Europese defensiemarkt.’
Langetermijncontracten
De vraag blijft: wie gaat er betalen voor een grotere leveringszekerheid? Want dit vereist het continue onderhoud van grote informatiestromen door de waardeketens heen, wat veel tijd kost, net als herontwerp en dual sourcing om afhankelijkheid van één leverancier in een ‘derde land’ te voorkomen. Bedrijven willen die investering alleen doen als ze weten dat ze die terugverdienen met langetermijncontracten voor de bouw en het onderhoud van systemen. Dat is ook een van de bedoelingen van Defport, in het najaar gelanceerd door minister van Defensie Ruben Brekelmans, legt Hageraats uit. Het gaat om een publiek-private samenwerking tussen de Nederlandse defensie, kennisinstellingen en industrie, gericht op de ontwikkeling en productie van systemen waarmee Nederland voor de lange termijn het verschil kan maken binnen Europa.

Link magazine februari/maart 2025. Thema: Artificial Intelligence als onderdeel van je processen. Vraag exemplaar op met de ranking van De Makers Top 100. Vraag een exemplaar aan bij Mireille.vanginkel@linkmagazine.nl
Niet langer de laagste prijs
In dit kader schreef de minister eind januari in een brief aan de Tweede Kamer dat Defensie ‘een nieuwe cultuur’ nodig heeft: ‘De heersende risicomijdende, beheersingsgerichte mindset – ontstaan in tijden van bezuinigingen – moet plaatsmaken voor een cultuur gericht op groei, door kansen te benutten en flexibiliteit te tonen.’ Hageraats: ‘Dit betekent dat producten snel, betrouwbaar en van hoge kwaliteit geleverd moeten worden, maar dat geaccepteerd wordt dat dit waarschijnlijk niet meer tegen de laagste prijs is.’
‘Geopolitieke premie’
Een hogere prijs waarin een ‘geopolitieke premie’ is opgenomen. ‘De geopolitieke verschuivingen door de opkomst van autocratieën en de herverkiezing van Trump, oorlog op Europees grondgebied, snelle technologische ontwikkelingen en steeds verdergaande hybride dreigingen die onze samenleving ondermijnen, maken het noodzakelijk om de strategische afhankelijkheid van spelers buiten het Europese Defensiedomein te verminderen’, aldus minister Brekelmans in zijn brief aan het parlement.
In het Trump-tijdperk geldt blijkbaar het recht van de sterkste. Nederland koopt namelijk het overgrote deel van zijn defensiematerieel in de VS. Niet voor niets schrijft Hageraats: ‘Focus op het behouden en mogelijk aantrekken van specifieke defensiekritische bedrijven (naar Nederland of de EU) en zorg voor een stevige verankering, zodat er meer Europese controle is over de keten.’