ABN AMRO: Productie levensmiddelenindustrie onder druk

0

Door de flink gestegen prijzen van supermarktproducten neemt de vraag naar voedingsmiddelen af. Tegelijkertijd staat druk op het aanbod doordat grondstoffen schaarser worden. Minder vraag en schaarser aanbod zorgde voor een lichte afzetdaling voor levensmiddelenindustrie vorig jaar.

Dit jaar verwacht ABN AMRO eveneens een afname van de productie, met lagere productievolumes voor vleesverwerkers, drankenindustrie en broodfabrikanten.

In 2022 daalde de productie van de levensmiddelenindustrie met circa 1 procent. De volumes bij vleesverwerkers daalden met zo’n 2 procent en de zuivelproductie nam met 3 procent af. De lagere productievolumes zijn het gevolg van een haperend aanbod en een lagere vraag. Zo lag het melkaanbod naar de zuivelfabrieken begin 2022 nog relatief laag en daalde ook de veestapel.

De lagere vraag naar voedingsmiddelen komt doordat consumenten minder kopen in supermarkten en voedingsspeciaalzaken. De consumentenverkoop via deze kanalen nam met 5 procent af. Hoewel de vraag vanuit de horeca explosief toenam heeft dit de daling bij de supermarkten niet volledig kunnen compenseren. Dit komt doordat supermarkten en voedingsspeciaalzaken verreweg de belangrijkste afnemers van de levensmiddelenindustrie zijn.

Daling zet door in 2023

Op alle vlakken nam de supermarktverkoop af. Zo daalde de verkoop van vlees volgens cijfers van onderzoeksbureau IRI in 2022 met 9 procent, de verkoop van zuivel met 6 zuivel, de verkoop van verse groente met 4 procent en van vers fruit met 7 procent. Deze dalende trend lijkt zich verder voort te zetten. In het eerste kwartaal van 2023 daalden de volumes in de supermarkt verder; opnieuw met circa 5 procent.

De daling van de supermarktverkoop heeft verschillende oorzaken. Allereerst vindt een correctie plaats doordat veel consumenten vanwege het sluiten van de horeca tijdens de pandemie bovenmatig veel via het retailkanaal kochten. Maar de correctie is een stuk dieper dan verwacht. In het eerste kwartaal van dit jaar liggen de supermarktverkopen 2 procent lager dan in het eerste kwartaal van 2019. Dat momenteel minder wordt verkocht dan voor de pandemie, wordt veroorzaakt door de flink gestegen prijzen van voedingsmiddelen. Consumenten letten door de lagere koopkracht niet alleen op prijs, maar kopen ook minder, zo blijkt uit onderzoek van ABN AMRO. Consumenten die minder kopen geven aan minder snacks, drank, vlees en vis te kopen. Een groot deel van de consumenten geeft aan hun koopgedrag aan te passen nu boodschappen duurder zijn geworden. Ze geven aan minder voedsel te verspillen, eenvoudigere gerechten te koken en met minder vlees of vis te koken. Zowel vlees als vis zijn relatief dure producten, die bovendien ook nog eens sterk in prijs zijn gestegen. De gemiddelde prijs van voedingsmiddelen lag in april 15,6 procent hoger dan april vorig jaar.

Een daling van de verkoopvolumes in supermarkten betekent voor veel levensmiddelenbedrijven een lagere afzet. Dit geldt niet voor leveranciers die vooral aan de horeca leveren. De volumes bij restaurants en fastfoodbedrijven stegen in 2022 namelijk explosief. Ook in de eerste maanden van dit jaar stijgen de uitgaven nog. Daarmee lijkt een structurele beweging plaats te vinden waarbij naar verhouding meer aan de horeca wordt gespendeerd dan in supermarkten en voedselspeciaalzaken. Consumenten blijven graag hun geld uitgeven aan een fastfood- of restaurantbezoek, maar letten in de supermarkt extra op de kleintjes. In 2022 zorgde de toename van horecabezoeken dan ook voor een flink hogere drankverkoop. Drankfabrikanten produceerden in 2022 maar liefst 15 procent meer dan in 2021.

Ook uitvoervolumes stagneren

Naast de verkoop binnen Nederland is de export voor veel levensmiddelenbedrijven van belang. In 2022 werd voor circa 80 miljard euro aan voedingsmiddelen uitgevoerd. Een record, maar gecorrigeerd voor inflatie komt de uitvoer niet boven het niveau van 2021 uit. Ook de export van voedingsmiddelen lijkt dus onder druk te staan. Zo stagneerde de uitvoer van groente, fruit en vlees naar onder meer Duitsland. De oorzaken achter de gestagneerde uitvoer zijn divers. Voor groente en fruit geldt dat het aanbod lager ligt doordat er minder geproduceerd werd in de Nederlandse kassen. Voor vlees geldt ook een lagere productie en tegelijkertijd een lagere vraag. Zo aten Duitsers in 2022 7,5 procent minder vlees volgens het Duitse Productschap van Landbouw en Voeding (BLE). Een onverwacht sterke daling. De onvoorspelbare consument zorgt voor onzekerheid bij handelaren, exporteurs en producenten van voedingsmiddelen. Deze ondernemers zijn dan ook negatief over het economisch klimaat.

Koopkracht in 2024 nog niet hersteld

ABN AMRO verwacht dat door een blijvend lagere koopkracht en hogere prijs de druk op de supermarktvolumes dit jaar aanhoudt. De koopkracht daalt naar verwachting van het Centraal Plan Bureau (CPB) met nog eens 0,2 procent. Deze daling komt na een al flinke daling van 2,7 procent in 2022. De koopkracht herstelt naar verwachting in 2024, maar niet volledig. Onder de streep beschikken Nederlandse consumenten dus de komende jaren over minder koopkracht. Ook in veel belangrijke afzetlanden als het Verenigd Koninkrijk en Duitsland is dit het geval.

Prijzen supermarktprijzen blijven voorlopig hoog

De prijzen in de supermarkt blijven dit jaar en komend jaar nog relatief hoog. Dit wordt allereerst veroorzaakt doordat de prijzen voor veel agrarische grondstoffen zich nog op een relatief hoog niveau bevinden. Hoewel veel agrarische grondstoffen in prijs gedaald zijn sinds het hoogtepunt van vorig jaar, bevinden de prijzen zich nog flink boven het langetermijngemiddelde. De FAO-voedselprijsindex, die de gemiddelde prijs van een aantal agrarische grondstoffen weerspiegelt, bevond zich in maart vorig jaar op 160 punten. Nu ligt de index op 127 punten, nog ruim boven het langetermijngemiddelde van 105 punten. De prijzen voor grondstoffen als zuivel, granen en plantaardige oliën blijven dit jaar en volgend jaar volatiel als gevolg van zeer onzekere geopolitieke omstandigheden en extremere weersomstandigheden door klimaatverandering.

Ten tweede sijpelen prijsveranderingen met vertraging in de keten door. Deze vertraging bedraagt circa zes tot negen maanden, gemeten van de grondstoffenproducent tot aan de consument. De oorzaak van de vertraging is dat prijzen in de contracten tussen grondstoffenleveranciers en producenten en tussen producenten en supermarkten veelal voor een wat langere tijd worden vastgelegd. Wel is het zo dat deze contractperioden steeds korter worden, vanwege de enorme volatiliteit op de markten. Toen de prijzen aan het begin van de keten toenamen, duurde het even voor de supermarkten hogere prijzen moesten betalen en de consument dit merkte. Nu de prijzen aan de basis weer afnemen, geldt – andersom – precies hetzelfde.

Ten derde zijn er kosten die niet afnemen of juist harder stijgen. Zo ligt de prijs van verpakkingsmiddelen, zoals papier, glas en plastic, nog hoog en nemen de arbeids- en rentekosten toe. Volgens werkgeversvereniging AWVN stijgen de contractlonen voor de voedingsmiddelenindustrie dit jaar met 7,4 procent. ABN AMRO verwacht dat de beleidsrente dit jaar nog toeneemt en eind dit jaar uitkomt op 3,5 procent. Lonen, verpakkingskosten en rentelasten zijn belangrijke onderdelen van de kostprijs voor levensmiddelenproducenten. Zo maken arbeidskosten 15 tot 20 procent uit van de kostprijs en verpakkingskosten zo’n 10 procent.

blank

Link magazine april 2023, Thema: Parijs halen: De energietransitie. Vraag een exemplaar op bij de uitgever van Link magazine: uitgever@linkmagazine.nl

 

Tot slot worden voedselproducenten geconfronteerd met nieuwe wet- en regelgeving die ondernemers verplicht systemen of processen aan te passen. Dit zorgt voor hogere bedrijfskosten. Zo verplicht de nieuwe CSRD-wetgeving om beter te sturen op verduurzaming van de hele keten, vraagt de EU-ontbossingswet om gedetailleerde milieudata en brengt ook het EU-Ecolabel extra kosten met zich mee omdat op detailniveau informatie beschikbaar moet komen over de impact van producten op het klimaat.

De lagere koopkracht en de blijvend hoge prijs voor voedingsmiddelen zetten de volumes voor de rest van het jaar verder onder druk. Ondernemers zijn dan ook negatief gestemd over hun bezettingsgraad en bedrijvigheid voor de komende maanden.

Al met al verwacht ABN AMRO een krimp in het productievolume van de totale levensmiddelenindustrie van 1 procent dit jaar. Die krimp zal het hoogst zijn bij de vleesverwerkende industrie. Deze kampt met zowel een lagere vraag als een lager aanbod. Door een hogere melkaanvoer zullen de zuivelverwerkers een stijging noteren voor dit jaar, maar deze blijft beperkt vanwege de politieke besluitvorming rondom stikstof en het voornemen melkveehouders uit te kopen. Voor groenteverwerkers wordt het aanbod steeds volatieler. Hoewel deze bedrijven makkelijker producten als tomaten en paprika’s uit andere landen kunnen krijgen bij een tekort uit de Nederlandse kassen, blijkt toevoer uit landen als Spanje wel een uitdaging vanwege extremere weersomstandigheden. Ook voor deze producten ligt op termijn schaarste op de loer. Bron ABNAMRO

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Geverifieerd door ExactMetrics