In een branche waar intensieve samenwerking tussen oem’ers en toeleveranciers niet altijd vanzelfsprekend is, brengen Kepser en Venrooy Cable Equipment verandering teweeg. Wat begon als een strategische overname in 2011, groeide uit tot een slimme aanpak waarbij beide bedrijven profiteren van elkaars kennis. De twee bedrijven pleiten voor meer samenwerking binnen de maakindustrie en roepen oem’ers en toeleveranciers op hun voorbeeld te volgen.
Moeder Kepser en dochter Venrooy opereren zelfstandig, maar delen veel expertise
Kepser zit al meer dan zestig jaar in Cuijk. De specialist in metaal levert losse componenten maar ook complete machines aan internationaal opererende bedrijven in verschillende branches. Op nog geen 500 meter van het hoofdkantoor van Kepser staat het pand van Venrooy Cable Equipment. Op de gevel van dat bedrijf, dat zich toelegt op machines en producten voor de kabelverwerkende industrie, staat subtiel ‘Powered by Kepser’. Dat vraagt om wat uitleg.
Venrooy is van oorsprong een Schijndels bedrijf en werd in 2011 overgenomen door Kepser. Het verhuisde naar Cuijk en opereert sindsdien als een zelfstandige dochteronderneming, waarbij de koers mede door Kepser bepaald wordt. De overname was de aanzet naar een intensievere samenwerking tussen de twee bedrijven. Bedrijfsleider Eelco Wilbers van Venrooy: ‘We ontwikkelen solide machines die jaren meegaan. Van haspelwagens tot wikkelmachines, lengetemeetapparatuur en ander toebehoren voor kabels. Voorheen werkten we op basis van klantspecifieke wensen. We hadden meer dan tien verschillende soorten haspelwagens en wikkelmachines met allerlei soorten afmetingen en laadvermogen. De klant bepaalde wat hij wilde hebben.’ Daardoor ontstond een wildgroei aan producten die voor verstoring zorgde in het productieproces. ‘Die productie deed Kepser, onze vaste toeleverancier. Zij waren veel tijd kwijt aan productie-engineering, om het product helemaal naar wens te maken voor de klant. Dat ging echter ten koste van de doorlooptijd en de productie.’
Van diversiteit naar efficiëntie
Toen Kepser Venrooy overnam, kwamen de twee partijen snel tot de conclusie dat het anders moest. In 2018 zette Venrooy in samenwerking met Kepser de stap naar modulair werken. Marloes Kepser, algemeen directeur bij Kepser: ‘We opereren als twee zelfstandige bedrijven, maar delen veel kennis met elkaar. Dat heeft als voordeel dat Venrooy het proces van onze productie goed kent. Die kennis kwam van pas om het productportfolio structureel te verbeteren. De afgelopen jaren hebben we per productgroep gekeken wat we konden veranderen. Waar zitten de problemen? Wat kunnen we standaardiseren? Wat kunnen we productietechnisch verbeteren?’
Wilbers: ‘Zo hebben we bijvoorbeeld het aantal haspelwagens teruggebracht naar drie typen. We bieden klanten standaardproducten met verschillende configuratiemogelijkheden. Willen klanten toch iets anders? Dat kan, maar dan leggen we uit dat de doorlooptijden ook langer zijn. Kortom, we vertellen een duidelijk verhaal.’ Het productaanbod is overzichtelijk voor klanten, de gemiddelde doorlooptijd van de productie is aanzienlijk verkort en de bedrijven kunnen efficiënter inkopen. ‘Dat is het resultaat van korte lijnen, kennis van elkaars vakgebied en vooral openheid over de samenwerking. Nu richten we ons vooral op de vraag of we nog configuraties of producten in ons aanbod missen. Of hoe we onze producten duurzamer of veiliger kunnen maken.’
‘De kennis zit bij de toeleveranciers. Waarom zou je daar als oem’er geen gebruik van maken?’
Kepser is op het gebied van plaatwerk en constructie de enige toeleverancier van Venrooy. Daar waar de kennis van Kepser ontbreekt, kan Venrooy met andere toeleveranciers schakelen.
Terughoudendheid bij oem’ers
De samenwerking heeft Marloes Kepser aan het denken gezet. ‘Wat wij samen met Venrooy doen, is ook prima mogelijk bij andere bedrijven in de maakindustrie. Het proces van order tot engineering, werkvoorbereiding, produceren en assembleren loopt gestroomlijnd. We communiceren vlot en Venrooy houdt altijd zicht op het proces. Dat komt door de openheid en transparantie waarmee we werken. Dat wil toch iedere oem’er en toeleverancier?’
Toch zien Wilbers en Kepser dat er binnen de maakindustrie terughoudendheid is in de samenwerking. Kepser: ‘Oem’ers bepalen zelf hoe nieuwe machines of productielijnen worden ontworpen, maar maken in dat proces te weinig gebruik van de kennis van hun toeleveranciers. Terwijl daar veel expertise zit om processen slimmer, efficiënter of duurzamer aan te pakken. Dat zagen we bij Venrooy ook. Wij als toeleverancier zien dagelijks tal van producten voorbijkomen voor klanten in de retail, food, offshore en andere sectoren. Hoewel de toepassing van de producten die we maken totaal verschillend is, biedt het ook mogelijkheden om van elkaar te leren. Die kennis zit bij de toeleveranciers. Waarom zou je daar als oem’er geen gebruik van maken? Daar profiteer je zeker van.’
Volgens het duo kiezen veel oem’ers er nu nog voor om met verschillende toeleveranciers te werken bij de ontwikkeling van nieuwe producten en machines. ‘Dat lijkt goedkoper, maar onder de streep valt dat tegen. Bedrijven vergeten vaak alle handelingen die ze door die versnipperde samenwerking zelf moeten doen. Waarom steek je al die tijd en energie niet in de samenwerking met één toeleverancier die je bij alle stappen wil helpen? Dat is niet alleen duurzamer, maar geeft je ook minder zorgen. De tijd en energie die je nu kwijt bent om alle toeleveranciers op elkaar af te stemmen, kun je dan steken in je producten en klantcontact.’
Voordelen versus angst
Vice versa valt er volgens Kepser ook voor toeleveranciers winst te behalen bij een nauwere samenwerking met oem’ers. ‘Buiten de voordelen in doorlooptijd en kosten zien we ook onze kennis toenemen. Als toeleverancier zien we minder vaak hoe onze componenten en machines uiteindelijk in de praktijk worden gebruikt. Bij Venrooy begrijpen ze dat veel beter door dagelijks te praten met klanten en eindgebruikers. Door de samenwerking zijn we bij Kepser veel beter gaan begrijpen hoe bedrijven en mensen onze oplossingen toepassen. En dat helpt ons weer om als toeleverancier betere componenten en machines te maken.’
Tegelijkertijd ziet Kepser dat veel toeleveranciers te terughoudend zijn. Dat is ergens wel te begrijpen, vindt ze. ‘Je wilt er zeker van zijn dat de tijd die je in een klant steekt ook de moeite waard is. De terughoudendheid bij toeleveranciers komt vooral voort uit angst dat hun klanten morgen naar de concurrent stappen met allerlei gevoelige informatie. Dat schrikt af om intensiever samen te werken.’
Ga het gesprek aan
Toch zullen bedrijven risico’s moeten nemen, als ze de relatie met hun klanten willen verbeteren. Kepser en Venrooy willen daarom graag een voorbeeld zijn voor de markt. ‘We hopen dat meer oem’ers en toeleveranciers hun samenwerking intensiveren door ons verhaal. Start het gesprek, maak duidelijke afspraken met elkaar en zet de voorwaarden op papier’, aldus Marloes Kepser. ‘Als jij het niet doet, pakt een concurrent de handschoen wel op.’
1 reactie
CHAPEAU!!