In 2015 lanceerde China het Made in China 2025-plan als overheidsstrategie om tien hightech industrieën te upgraden tot Westerse standaarden en de afhankelijkheid van hightech import te reduceren. Deze ambitie leidde in 2018 tot Trumps handelsoorlog met China. In Beijing spreekt men niet meer van Made in China 2025, maar de ambitie verdween zeker niet. Volgens een recent rapport van de Australische denktank ASPI is China nu al de wereldleider in 37 van de 44 meest essentiële technologieën. De VS nemen de andere zeven kopposities in, terwijl geen enkel Europees land ergens de eerste of zelfs tweede viool speelt.
Als antwoord op China’s nieuwe innovatiekracht tekende Biden in augustus 2022 de Chips and Science Act om China te kortwieken en de Amerikaanse chipindustrie te versterken. De toevoer naar China van Amerikaanse geavanceerde chips, talent, investeringen, software en apparatuur om microchips te produceren, werd sterk ingeperkt. Bedrijven uit Taiwan, Japan, Zuid-Korea alsook ASML uit Veldhoven worden sindsdien door Washington onder druk gezet om hetzelfde te doen. In de chipwereld heerst sinds 2022 een nieuwe koude oorlog.
Deze chipoorlog verplicht China om alle onderdelen van de toeleverketen van geavanceerde chips zelf uit te bouwen. Chinese chipdesigners, toeleveranciers en chipfabrieken bouwen vandaag samen aan een volledig geïntegreerd Chinees ecosysteem. Indien China faalt, heeft Biden de slag gewonnen en zal China niet meer in staat zijn om de VS in te halen. Beijing heeft in het verleden al vele miljarden aan subsidies verpatst in de uitbouw van een eigen chipindustrie. Het verschil is dat de vraag nu ook vanuit de markt komt, niet enkel meer vanuit Beijing. Als China deze keer echter wel slaagt in haar opzet, zal de natie het leiderschap in de chipindustrie gestaag overnemen van Amerika.
Naast de internationale geopolitiek heeft China ook te kampen met interne uitdagingen. De werkende bevolking krimpt snel. Tegen 2035 is 30 procent van de Chinese bevolking ouder dan 60 jaar. China wil dit tekort aan arbeidskrachten opvangen met robots, automatisering en hogere productiviteit. De helft van alle robots wereldwijd wordt reeds door China aangekocht. Deze transitie helpt China ook om iets te doen aan de rap stijgende loonkosten van Chinese fabrieksarbeiders, de hoge jeugdwerkloosheid alsook de nieuwe verwachtingen van jongeren over de werk-privébalans sinds de strenge covid-lockdowns.
Xi Jinpings meesterplan om al deze uitdagingen aan te gaan, is om van China een moderne geïndustrialiseerde natie te maken. Een groeimodel waarbij de goedkope massaproductie wordt vervangen door geavanceerde slimme productie, met meer onderzoek en innovatie. Het onderschatten van China’s innovatiecapaciteit is de grootste gok die Washington waagt, want het plan van Xi Jinping is net het omgekeerde om via innovatie en automatisering de fabriek van de wereld en een eigen chipindustrie op volle toeren te laten draaien.
Pascal Coppens is technologieondernemer bij Nexxworks en sinoloog.